~*25*~
Ik hap naar lucht en mijn ogen schieten open. Ik schreeuw het uit van pijn en grijp naar mijn nek. Wat opgedroogd bloed blijft aan mijn hand plakken en ik zak verder door tegen de boom aan. Met mijn ogen knipper om aan het licht te wennen. Het duurt even voor mijn zicht helemaal helder is. Ik ben alleen. Hoe kan ik nog leven? Hebben we me niet vermoord? Ik breng mijn hand naar mijn hart en voel hem rustig en geregeld kloppen. Ze hebben me laten leven, denk ik. Waarom?
Voorzichtig probeer ik op te staan maar mijn knieën zakken door. Met een harde smak beland ik weer op de grond. Er schiet gelijk weer een pijnscheut door mijn nek, deze is gelukkig minder erg dan de vorige maar toch moet ik mijn tanden op elkaar bijten en knijp mijn ogen dicht. Ik voel me zo misselijk! Zo ziek! De honger is continu aanwezig en mijn droge mond en lippen willen niets anders zien dan water. Er zit een vervelende piep in mijn oren die het bijna ondraaglijk is. Voorzichtig breng ik een hand naar mijn hoofd maar hij lijkt wel een ton te wegen. Uiteindelijk beland hij als een slap dingetje naast me op de grond. Mijn oogleden zijn zo zwaar. Ik blijf liggen waar ik lig en verroer me niet.
---
De stemmen komen steeds dichterbij. Eerst zacht maar later kan ik een paar woorden opvangen. Ik herken de stemmen van Gillian, de tweeling, Ox en Valkon. Af en toe lacht iemand maar hoe verder ze de plek waar ik lig naderen, hoe stiller ze worden. Nog steeds houd ik mijn ogen stijf gesloten. Wegrennen lukt toch niet, daar ben ik veel te zwak voor, en bovendien hebben ze me vast niet voor niets laten leven. Tenminste... Dat hoop ik.
Ik adem zwaar en moet mijn best doen om bij te blijven. Zo veel honger.
De aanwezigheid van iemand dicht bij me laat me even mijn ogen half openen. Ik kan het zwarte haar en het postuur van Gillian herkennen. Daarna vallen mijn ogen weer dicht.
'Mave,' fluistert zijn stem. Hij is de enige die spreekt. Als alle anderen er al bij zijn, laten ze niets merken en houden ze zich stil. 'Mave? Kan je zitten?'
Wat denk je zelf? De woorden liggen op het puntje van mijn tong, maar het lukt niet om ze uit te spreken.
'Ox, help even,' mompelt Gillian en al snel voel ik een tweede dichtbije aanwezigheid. Ze pakken beide mijn schouders vast en trekken me omhoog. Ik kreun van pijn als iets tegen mijn nek aankomt en een siddering door mijn lijf laat gaan.
'Blijf van me af,' prevel ik.
'We willen je helpen,' antwoord Ox.
'Geef me één reden waarom jullie dat zouden doen.' Mijn stem klinkt bars en harder dan de vorige zin die ik uitsprak.
Het blijft stil. 'Waarom leef ik nog?'
Geen antwoord.
Ze zetten me weer tegen dezelfde boom aan. De bladeren ritselen door een plotseling oprukkende windvlaag.
'Doe je mond open,' beveelt Gillian. Natuurlijk luister ik niet naar hem en houd mijn lippen stijf op elkaar. Hij zucht.
'Doe je mond nou open. Moet je altijd zo koppig zijn?'
Met een zijn vinger haalt hij mijn lippen van elkaar. Dat gaat makkelijk want ik heb gewoonweg geen kracht om hem tegen te werken. Zodra mijn mond open is duwt hij er een klein kommetje tegenaan. 'Drink.'
Het giet langzaam vocht in mijn mond. De heerlijke smaak van schoon water doet mijn mond nog verder openen en langzaam laat ik het heerlijke vocht mijn keel inlopen.
'Goed zo,' mompelt Gillian als het kommetje helemaal leeg is. Met moeite open ik mijn ogen en kijk hem even aan. Hij houdt een groot stuk brood in zijn andere hand geklemd en rijkt het mij aan. Wantrouwig neem ik het aan.
Alsof hij mijn gedachten leest zegt hij: 'Het is gewoon brood. Er is niets mee gedaan.'
'Waarom geef je het dan aan mij?' Is mijn antwoord.
Hij haalt zijn schouders op. 'Omdat je nog leeft,' antwoord hij, en voegt daar dan snel aan toe: 'Eet op.'
Ik zet mijn tanden in het brood en begin gulzig te eten. 'Is Olive veilig?' vraag ik.
Hij knikt. 'Het meisje is gisteren aangekomen in Devina.'
'Gisteren?'
'Ja. Ze heeft drie dagen gereisd.' Drie dagen?! Ik knipper geschrokken met mijn ogen. Ik lig hier al vier dagen. Ze hebben al vier dagen gekregen om me te vermoorden en hebben het nog steeds niet gedaan!
'Wie heeft haar gebracht?' Mijn stem is sterker door de energie die ik binnen kreeg van het brood en water.
'Daro en Waro.' Hij grijnst als hij mijn niet-begrijpende blik ziet. 'De tweeling,' vult hij aan.
Voorzichtig probeer ik mijn hoofd richting de tweeling te draaien. De pijn is verschrikkelijk.
'Niet doen Mave. Dat doet alleen maar meer pijn.'
'Wat boeit het jou of ik pijn heb? Als ik het me goed herinner bij jij de oorzaak van dit alles. Ik bepaal zelf wel wat ik doe of laat,' bijt ik hem toe.
De tweeling staat redelijk dichtbij. 'Waar hebben jullie haar naartoe gebracht?' vraag ik. Met heimwee denk ik terug aan het kleine meisje dat sinds een paar dagen altijd bij me was gebleven.
'Ze is weer terug in Pictum,' zegt de ene. 'En ze is geadopteerd,' zegt de ander.
Een minieme glimlach vormt zich rond mijn lippen.
'Je houdt echt van haar hè?'
'Meer dan jullie ooit zouden kunnen.'
Zie zat. Gillian wendt even zijn blik af om een gekwetste uitdrukking te verbergen. 1-0 voor Mave.
'En wat gaan jullie met me doen?' vraag ik. De angst komt weer de kop op zetten.
Gillian grijnst.
---
Dit stuk een beetje snel geschreven. Licht me maar even in als je opvallende schrijffouten tegenkomt.
Groetjes van mij
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top