De bel ging. Ik was klaar van school en had afgesproken met die rare jongen. Hoe wist hij nou dat ik Anouk had vermoord? En die naam die hij me gaf, Isabell hell... Ik zou er nu achter komen wie deze rare gast was. Ashton. Dat was zijn naam. Ik liep de schooltrappen af en zag hem voor mijn kluisje staan wachten. Hij spreidde zijn armen en verwachte dat ik hem zou omhelzen, mooi niet dus... Ik keek hem aan alsof hij gek was, wat ik ook wel dacht dat hij was. 'Oke dan niet.' Zei hij. Ik glimlachte. Hij glimlachte ook en zijn kuiltjes kwamen tevoorschijn. Ik moest toegeven, hij was behoorlijk knap. Ik zag Sanne en Henk fluisteren met elkaar en naar mij wijzen. Ik wierp ze een dodelijke blik toe terwijl ze me uit stonden te lachen. 'Is dat je vriendje?' Vroeg Delano die plots erbij stond. Mijn wangen kleurden rood. Even wist ik me geen houding te geven. Voor ik mezelf herpakt had, had Ashton een arm rond me geslagen en me naar voren geduwd richting mijn vrienden. Ik keek hem verbaasd aan. Zijn arm lag rond mijn middel en ik voelde zijn spieren duidelijk. Verlegen glimlachte ik. 'Nee hij is mijn vriendje niet.' Zei ik vlug en ik maakte me los uit zijn greep. Kay en Bilal kwamen erbij staan. 'Heb je een vriendje?' Vroeg Kay verbaasd. Ik schudde heftig nee. Bilal begon hard te lachen. Henk keek Ashton onderzoekend aan. 'Uh, jongens, dit is Ashton, hij is nieuw bij ons op school en komt vanaf morgen bij ons in de klas.' Zei ik snel. Delano knikte. Sanne keek hem bijna kwijlend aan. 'Dus, Ashton he?' Zei ze. Hij keek haar aan. 'En jij bent?' Vroeg hij ongeïnteresseerd. Bilal lag bijna op de grond van het lachen. Ook ik begon te lachen toen ik haar gezicht zag. Henk en Delano grijnsden. 'Ja jammer Sanne, weer een mislukte poging.' Lachte Kay. Ik keek Ashton aan die glimlachte naar me. Sanne liep rood aan en maakte dat ze wegkwam. Ik holde achter haar aan, dat doe je als beste vriendin. 'Sanne!' Riep ik haar achterna. Ze draaide zich om. 'Wat een klootzak is het!' Riep ze uit. Ashton draaide zich om en keek naar ons. Ik omhelsde haar. 'Sorry San, ik wist niet dat hij zo gemeen was.' Zei ik zo lief mogelijk. Ze glimlachte. 'Slijmbal!' Lachte ze. Gelukkig was Sanne altijd vrolijk te krijgen. Ik trok haar aan haar hand terug naar de groep waar iedereen zich ondertussen weer normaal gedroeg. Volgens mij konden Ashton en de jongens het wel met elkaar vinden. Kay gooide meteen zijn arm om Sanne heen en wreef over haar hoofd waardoor haar haar door elkaar kwam te zitten. Ze lachte en sloeg hem speels op zijn arm. 'Ik ga naar huis, tjallazz!' Zei Henk. Hij liep weg. 'Ja, ik ga ook, moet trainen. Zie jullie morgen doei.' Delano ging ook weg. We bleven met ons vijfen over. 'He kom je morgen bij ons zitten?' Stelde Bilal voor. Ashton knikte. 'Lijkt me leuk. Jullie lijken me toffe gasten.' Sanne duwde Kay opzij. 'Ik ga ook naar huis, moet nog dingen doen.' Dat was haar smoes, altijd als ze zich ongemakkelijk voelde was dit haar smoes. Met haar gingen Kay en Bilal ook weg waardoor alleen ik en Ashton achter bleven. 'Ik ga ook maar eens.' Zei ik zacht na een tijdelijke stilte. Ashton knikte. 'Zou ik met je mee gaan?' Vroeg hij. Ik haalde mijn schouders op. 'Ik ga even mijn jas pakken uit mijn kluis, tot zo.' Zei hij. Hij liep weg en ik draaide me om, ik keek hem achterna. Zijn kluisje stond aan de andere kant van de aula. Ik keerde me tot mijn kluisje en pakte mijn jas. Iemand tikte me op mijn schouder. Ik draaide me om en keek de persoon aan. Kimberly... Het hatelijkste meisje van de school raakte me aan, gatver. Ik keek haar met een dodelijke blik aan. 'Jij.' Zei ze. 'Blijf bij Ashton uit de buurt, ik wil hem.' Zei ze op een hatelijk toon. 'Wat als ik niet uit zijn buurt blijf?' Vroeg ik eigenwijs. Ik deed een stap dichter naar haar toe. 'Ik laat me niet commanderen door een kreng zoals jij.' Zei ik zacht op een gemene toon. Ze blies in mijn gezicht en daagde me uit. Ik balde mijn vuisten, haar nog één kans gevend om weg te lopen. Ze bleef staan. Ze drukte haar vinger tegen mijn schouder, de bedoeling was om afstand te creëren. Ik bracht mijn vuist omhoog en sloeg haar hard op haar neus. Ze greep met beide handen naar haar neus die behoorlijk aan het bloeden was. Ze wankelde achteruit met tranen in haar ogen van de pijn. Achter haar zag ik Ashton staan. 'Ga nu maar weg, voordat hij je ziet met een rode neus, je lijkt wel een clown.' Zei ik plagerig. Als blikken konden doden, was ik al lang dood geweest. Ze liep snel weg met haar hoofd omlaag, zodat niemand haar bloedende neus zag. Ik grinnikte. Ashton stapte naar me toe en keek me vragend aan. 'Wat? Ze daagde me uit.' Zei ik onschuldig. 'Ik snap je hoor.' Zei hij vlug. Ik pakte mijn jas uit mijn kluisje en sloot hem. Toen ik me omdraaide keek ik recht in de mooie blauwe ogen van Ashton. We stonden dicht op elkaar. Kriebels gierden door mijn lichaam. Ik liep iets achteruit maar botste al gauw tegen de kluisjes aan. Ashton kwam een stap dichter bij me staan. Ik voelde zijn lichaamswarmte. Ik moest weg hier, ik kon dit niet. Ik stapte opzij en trok mijn jas aan, wat volkome onnodig was aangezien het een graad of twintig was. Ashton schraapte zijn keel, realiseerde zich waar hij mee bezig was. Ik kreeg het benauwd. 'Gaan we?' Vroeg ik snel zonder hem aan te kijken. Hij knikte. Met mijn hoofd naar de grond gericht liep ik naar buiten, wetend dat Ashton me op de voet volgde. Ik haalde buiten mijn fiets van het slot en wachtte tot Ashton klaar was met zijn fiets. Ik trok ondertussen mijn jas weer uit en stopte hem in mijn rugzak die ik over mijn schouders slingerde. Ashton kwam vloekend aangelopen. Ik zag dat zijn band lek was. Ik stapte van mijn fiets af en samen gingen we lopen. Het verbaasde me hoe dicht we bij elkaar woonde. Hij woonde enkel een straat verder dan ik. We waren stil gedurende de weg naar huis. 'Heb je straks tijd om af te spreken?' Vroeg Ashton plots. We waren al op de hoek van de straat waar ik in woonde. Ik stopte met lopen waardoor Ashton ook stil ging staan. Ik keek hem aan, voor het eerst sinds een half uur. 'Ik weet het niet.' Gaf ik eerlijk toe. 'Mag ik je nummer?' Vroeg hij. Ik slikte. Zou ik deze vreemde jongen mijn nummer geven? 'Tuurlijk.' Ik haalde mijn tas van mijn rug en pakte een pen waarmee ik vervolgens mijn nummer op zijn hand schreef. Hij glimlachte. 'Bedankt. Ik bel je nog.' Zei hij. 'Doei.' Zei ik zacht. Had ik serieus nu al gevoelens voor hem? Dat kon niet, dat mocht niet. 'Doei.' Zei hij. Hij wachte tot ik wegliep, wat ik ook deed. Ik voelde dat hij me achterna keek. Ik keek over mijn schouder heen. Ik zag hem kijken. Met gloeiende wangen liep ik door. Ashton liep ook weg. Toen ik thuis kwam rende ik meteen naar mijn kamer, wat was er mis met me?
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top