2

Ik werd wakker van het irritante gezoem van mijn wekker. 'Urgh.' Ik stapte uit bed en drukte hem uit. Geërgerd liep ik naar de wc en deed wat iedereen moet doen als je opstaat. Ik liep weer terug en kleedde me aan en deed mijn mascara op. Ik waggelde de trap af naar beneden. Toen ik in de woonkamer stond besloot ik brood te gaan maken en daarna mijn tanden te poesten. Ik werkte snel nog een beker water naar binnen en voordat ik ging pakte ik nog een menthol kauwgumpje en stopte hem in mijn mond. Ik pakte mijn fiets uit de schuur en draaide de schuurdeur weer op slot. Verveeld begon ik met fietsen, rustig aan omdat ik anders een rood hoofd had zodra ik op school was en dat wilde ik vermijden. Na tien minuten was ik al op school en zag ik daar mijn vrienden groepje staan. Ik liep naar ze toe, ze waren in de school natuurlijk. 'Hee Isa!' Riep Sanne uit. Ik glimlachte naar haar en gaf haar een knuffel. Ik draaide me om en gaf Bilal en Kay een knuffel. De andere twee knuffelde ik nooit, geen behoefte aan. Delano en Henk snoven. Ja, mijn vrienden groepje bestond uit één meisje, vier jongens. In totaal waren we met ons zevenen, nu nog zes. 'Ik heb gehoord dat Anouk zelfmoord geeft gepleegd, is dat echt zo?' Vroeg Bilal aan me. Tranen kwamen in me op. Ik voelde geen enkele emotie maar toonde ze wel. Kay sloeg een arm om me heen en trooste me, urgh... Dat kwijlende gedoe steeds. De volgende keer zorg ik dat ik er niks mee te maken heb. Dat niemand mij zal verdenken. Ik keek voor me. Een vreemde jongen keek me medelevend aan. Ik negeerde hem, wie was hij? Hij liep weg, mij zijn rug toe kerend. Was hij nieuw of zo? Het zou vast aan mij liggen. Kay wreef me over mijn hoofd en hield me stevig vast. Wat was zijn probleem? Ik wurmde me los uit zijn greep en keek hem glimlachend aan. Een trieste glimlach was het. 'Sorry.' Zei ik zacht. 'Het is gewoon zo, zo... Ik heb haar zien hangen daar.' Was mijn smoes. Hij knikte begripvol. 'Als het niet gaat moet je vrij nemen, dan kun je gewoon naar huis.' Stelde Henk voor. Ik keek hem aan. 'Nee afleiding is goed.' De bel redde me. Ons groepje werd door de menigte gesplitst en ik liep naast Delano naar onze les. Gelukkig zaten we allemaal in dezelfde klas. Zo zagen we elkaar vaker en was het tijdens de lessen ook gezelliger. Ik ging naast Sanne zitten, ze had een plekje vrijgehouden voor me. Ik lachte naar haar. Ze keek wat betreurd naar me, en aangezien onze vriendin "zelfmoord" had gepleegd, vond ik dat niet zo raar. Zij zaten er meer mee dan ik. Ik voelde me geweldig, een beetje geërgerd maar buiten dat voelde ik me geweldig. Natuurlijk kon ik dat niet laten merken, dat zou verdacht zijn. Ik ging naast haar zitten en focuste me op de les. Tot aan de pauze was ik serieus bezig. Ik moet zeggen, het ging best goed. Niemand merkte iets van mijn vreugde, mijn blijdschap was goed verborgen. 'Isabell!' Riep iemand. Ik draaide me om. Ik keek verbaasd naar de jongen die mijn naam riep. 'Ja?' Vroeg ik twijfelend. Ik bekeek de jongen goed. Hij was lang, bruin haar en schitterende grijze ogen. Hij had een paar lichte sproetjes in zijn gezicht. De kleine kuiltjes in zijn wangen zorgden voor een schattige uitdrukking. Ik keek hem afwachtend aan. 'Ben jij Isabell?' Vroeg hij. Ik knikte. Hij keek me onderzoekend aan. 'Je ziet er niet uit als een moordenaar.' Merkte hij op. Ik keek hem vaag aan. 'Waar heb jij het nou weer over?' Vroeg ik. 'Jij bent Isabell, Isabell hell...' Zei hij. Huh? Isabell hell? 'Jij hebt je vriendin vermoord, het was geen zelfmoord.' Zei hij. Geschrokken keek ik hem aan. Hoe wist hij dat? 'Wie ben jij?' Vroeg ik aan hem. 'Ashton, zeg maar gewoon Ash.' Zei de vreemde jongen die een naam bleek te hebben. 'Van wie heb je dit allemaal?' Vroeg ik. Hij haalde zijn schouders op. 'Ik ben trouwens nieuw hier op school, ik zit bij jou en die anderen,' hij wees achter me naar mijn vrienden groepje. 'In de klas.' Maakte hij zijn zin af. Ik knikte. 'Nou uh, welkom dan maar.' Zei ik verbaasd. 'Oh sorry dat ik je zo overrompeld heb. Heb je na school tijd om met me af te spreken?' Vroeg hij. Waaaat?! Ik kende alleen zijn naam en hij vroeg me al mee af te spreken? Ik knikte. Ik voelde mijn wangen gloeien. Hij bewoog zich naar me toe en gaf me een kus op mijn wang. Hij ging terug op zijn plek, zei gedag en liep weg, nog voor ik iets kon zeggen. Ik herpakte mezelf, wat een rare gozer zeg...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top