Hst 3 (deel 2)

P.o.v ???

De volgende middag...

Samen met Amethist loop ik langs de rand van het bos.
Iets binnenin me zou op dit moment zo snel mogelijk het bos in vluchten en nooit meer terug komen, maar een groter deel van me wilt bij Amethist blijven.

Ik ren vooruit naar het grote grasveld dat ik van binnen uit al had gezien.
Met een plof laat ik me in het gras vallen en begin ik er vrolijk doorheen te rollen, meteen komt Amethist aangerend om te zien wat ik doe.
Haar lach vult de lucht en ik draai me op mijn buik en kijk haar schuin aan; ze kijkt mij ook aan en ik kef naar haar. Dan schiet me een idee te binnen en kijk ik geschrokken naar 'iets' achter haar, meteen draait ze zich om en kijkt ze naar het onzichtbare 'iets.'
Ik ren op haar af en duw haar tegen de grond, geschrokken kijkt ze me aan waarna ze begint te lachen en me een duw geeft.

"Je bent een koe." zegt ze en ik kef lachend.

Ik lig in het gras met Amethist die tegen me aan leunt.
Rustig sta ik op en strek ik mijn poten waardoor Amethist ook opstaat, "Zullen we het bos in gaan?" vraagt ze en ik knik wild met mijn kop.

Ze veranderd in haar wolf en ik kijk haar grijnzend aan.
Ik loop achter haar aan het bos in terwijl de zon langzaam ondergaat, maar ik ben niet meer nerveus... IK BEN FREAKING BANG!!!
De andere komen achter ons aan gelopen zodat ik niet spontaan kan vluchten, maar ze hebben wel gezegd dat ik dit niet hoef te doen als ik niet wil.

^-^-^

Als we bij een open plek aankomen waar veel maanlicht door de bomen valt stoppen we met lopen en kijk ik nerveus om me heen.
Iedereen transformeert naar zijn/haar mensen vorm en ik blijf onzeker staan. Amethist ziet de twijfel op mijn gezicht en kijkt me bemoedigend aan.
"Je kunt het." fluistert ze en ik voel hoe mijn ogen blauw kleuren, verbaasd door deze verandering zet ik een stap achteruit.

Mijn lichaam begint te sidderen en ik hoor mijn boten krakken.
Piepend begin ik me er tegen te verzetten waardoor er een brandend gevoel door me heen gaat en ik begin te gillen van binnen.
Ik klem mijn kaken op elkaar om niet te gaan gillen door de brandende pijn die zich steeds verder verspreid.
Mijn boten kraken meer en ik voel hoe langzaam mijn lichaam veranderd naar wat het ooit was, voordat ik wolf werd.

Ik sluit mijn ogen en pijnscheut schiet door me heen.
Mijn op elkaar geklemde kaken kunnen mijn gegil niet meer stoppen en ik voel tranen over mijn wangen stromen door de ongekende pijn.

Dan is er geen pijn meer...
Geen enkel gevoel lijkt nog door mijn lichaam te gaan...

Dan voel ik een hand op mijn wang en ik open mijn ogen.
Daar zie ik twee blauwe ogen die zich in de mijne boren en ik krijg een kleine glimlach op mijn gezicht door Amethist.
"Geef haar wat kleren." zegt ze en er wordt een laken om me heen gehangen, maar kleren worden me niet gegeven. "We brengen je naar het huis." zegt Amethist en ik knik kort; voorzichtig probeer ik op te staan maar meteen val ik weer op mijn knieën.

"We zullen haar moeten ondersteunen." zegt mevrouw Maliha.
Voorzichtig helpt ze me omhoog en ook Amethist ondersteund me, terwijl de andere de weg voor ons vrijhouden.

^-^-^

Ik zit nu op de bank; met een sweater en een joggingbroek aan.
Verwonderd pak ik een pluk van mijn rode haar en beweeg ik het tussen mijn vingers, maar ik stop als ik iemand de kamer hoor binnen komen.

"Hoe gaat het?" vraagt Amethist en ik haal mijn schouder op.
Heel even overweeg ik om haar te vragen waarom ze me hebben geholpen, maar ik besluit om het niet te doen.
"Wat is eigenlijk je naam?" vraagt Amethist en ik kijk haar verbaasd aan, "Ge...een i..idee." zeg ik schor en ze kijkt me meelevend aan.
Ik gaap en Amethist begint te lachen waardoor ik geërgerd op kijk, "Ik.. half dood. Dus... slapen." zeg ik en ze grijnst.

Ik leg mijn hoofd op haar schoot en sluit mijn ogen.
Ze hapt even naar adem en een grijns vormt zich op mijn gezicht, "Uhm.. Wil je niet op een kussen liggen?" vraagt ze en ik schud mijn hoofd.
"Dit.. prima." zeg ik en ze kijkt me ongelovig aan waardoor ik glimlach.
Ik nestel me dichter tegen haar aan en sluit opnieuw mijn ogen, maar dit keer ga ik echt slapen en laat ik me niet meer wakker maken.
"Ga.. niet meer.. haren aaien?" vraag ik en ze kijkt me waarschijnlijk heel raar aan nu, maar ik ben te moe om haar aan te kijken.
"Normale mensen doen zoiets niet, tenzij ze verliefd zijn." zegt Amethist en ik open mijn ogen, verbaasd kijk ik haar aan.

"Wat is.. verliefd?" vraag ik en ze kijkt me schuin aan.
Heel even lijkt ze diep na te denken over de woorden die ze gaat zeggen, maar dan opent ze haar mond om hem daarna weer te sluiten.
"Verliefd zijn is net zoals een mate hebben, je houdt van diegene." zegt ze en ik kijk haar schuin aan, "Verliefd.. is mooi." zeg ik en ze knikt met een kleine glimlach.
Dan bedenk ik me opeens iets en ik kijk haar vragend aan.
"Jij aait.. mijn haren niet. Want normale mensen doen dat.. alleen als ze verliefd zijn." zeg ik en ze knikt, "Waarom aaide.. je mijn haren toen ik wolf was?" vraag ik en ze zucht.
"Ben.. je verliefd? Op mij?" vraag ik enthousiast en ze wuift met haar hand, "Tsss.. nee." zegt ze en ik voel een teleurstelling door me heen gaan.

"Waarom.. ben je niet verliefd.. op mij?" vraag ik en ze kijkt me met grote ogen aan.
Heel even kijkt ze me recht aan met haar blauwe ogen, maar al snel wendt ze haar blik af en ik ga rechtop zitten.
Voorzichtig pak ik haar handen vast en ze kijkt van mij naar onze handen, "Vind je iemand leuk?" vraag ik bemoedigend. "Tja, het is ingewikkeld." zegt ze en ik houdt mijn hoofd schuin, "Leg uit aan mij." zeg ik en ze zucht.
"Er is iemand die ik leuk vindt maar... Ik weet niet." zegt ze en ik knijp in haar hand.

Na nog even met Amethist te hebben gepraat besluiten we om te gaan slapen.
"Zal ik naar mijn kamer gaan?" vraagt ze en ik schud meteen met mijn hoofd, "Blijf... bij me." zeg ik zacht en ze komt naast me zitten.
Ze gaapt en ik begin hard te lachen, maar stop als ik besef dat ik de andere hiermee zal wekken.

"Mag? Mag mijn hoofd op je schoot?" vraag ik nerveus en ze twijfelt even.
Dan knikt ze en meteen leg ik mijn hoofd op haar schoot, waardoor ze even haar adem inhoudt en ik glimlach.
Ze maakt het zichzelf zo makkelijk mogelijk en legt daarna een laken over ons heen, "Trusten." zegt ze en ik sluit mijn ogen.

Flashback:

"Nee! Stop!" schreeuw ik huilend terwijl de grote jongen een lepel met wormen voor me houdt en ze probeert in mijn mond te duwen.
Ik bal mijn handen tot vuisten en duw mijn nagels in de handpalmen, terwijl ik probeer om rustig te blijven. "Eten kleine!" zegt hij en hij pakt mijn wangen vast; ruw duwt hij de lepel naar binnen en ik begin te kokhalzen.

Meteen spuug ik de wormen in zijn gezicht en hij kijkt me boos aan.
Een vlakke hand komt tegen mijn wang en tranen springen in mijn ogen; woedend begin ik te trillen en de jongen stapt geschrokken naar achteren.
"Die wees flipt hem!" schreeuwt de jongen en een brandend gevoel verspreidt zich door mijn hele lichaam.

Ik begin te gillen en val op mijn knieën.
Mijn boten kraken en het lijkt alsof ik van binnen verbrand.

"Maze!" gilt de stem van mijn moeder in de verte en ik kijk om me heen, maar ze is er niet en ik begin te huilen.
Dan wordt alles zwart voor mijn ogen.

-Einde flashback-

"Maze!" gil ik, maar dan wordt alles weer zwart.
Rustig val ik in slaap door het veilige gevoel dat Amethist me geeft...




Foto van Maze

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top