9. Voorzichtig, dame
[Aimé]
Maeve en ik hebben elkaar niet veel meer gesproken sinds ze me het nieuws had gebracht van wat mij morgen te wachten stond. Een rilling trok over mijn rug bij de gedachte.
Focus, Aimé.
Ik bleef me concentreren op het gezicht en de stem van mijn moeder. Haar woorden. Ik wou niet denken aan wat ze zouden doen met me, en wat ik me zou herinneren.
Of ik me haar nog wel zou herinneren.
Of nog erger... Dat ze me tegen haar zouden keren. Tegen iedereen waar ik van hou.
Ik voelde me uitgeput en leeg, omdat ik alle emotie van Maeve in me had opgenomen. Ik had haar angst, haar pijn gevoeld. Ik had gezien wat ze zag in de illusie, haar verdriet in de stortende regen, de koude aanraking van een jongen die haar alles liet voelen.
Verlangen. Boosheid. Angst. Verdriet. Afgunst.
Ik voelde háár. En alle prikkels, alle emoties en energie, die mijn baken hadden vermoeid, bleef als stukjes glitter op me hangen, niet mogelijk om even af te stoffen, zonder een goede douche te nemen.
Dus dat is wat ik besloot te doen: een lange, warme, therapeutische douche.
Hoe lang de douche voelde, hoe kort de rest van de dag voelde en aan me voorbijvloog, wat gunstiger was voor mijn opborrelende zenuwen.
Ik kon er niks aan veranderen. Ik kon er niet van vluchten. Het kwam eraan. En ik heb me voorbereid.
Maar is er iets wat je voor kan bereiden op mogelijk je ergste nachtmerrie?
Ik rilde.
Met een warm kopje kaneelthee ging ik overeind zitten in mijn bed en tuurde ik voor me uit. Mijn gedachtes vol herhalingen van herinneringen.
Het was bijna gekmakend.
Bijna.
Toen de avond naderde en ik op mijn zij naar de muur in bed was gaan liggen, hoorde ik hoe Maeve zachtjes de kamer binnenkwam.
Ze bleef even staan naast ons stapelbed, kijkend of ik wakker was, maar ik reageerde niet. Ik moest mijn hoofd bezighouden.
'Slaaplekker, Aimé', fluisterde Maeve, voordat er lucht van het matras ontsnapte onder haar gewicht en het bed licht kraakte.
Ik hoorde haar nog licht snikken, voor de vermoeidheid van de herhalende mantra's mij in zijn greep nam en mij heel even van de realiteit verloste, weg in een sluimerende slaap.
————————————————————————
Ik kreeg niet eens de tijd om wakker te worden, voor er op de deur werd gebonsd en ik bruut uit mijn slaap werd getrokken.
Ik klauterde de trap af van het stapelbed, mijn haar als een vogelnest en zwetende handen. Toen ik met een lichte sprong op de grond landde, zag ik Maeve overeind zitten en keek ze me aan met een angstige blik.
Ze probeerde zich te vermannen en gaf me een lichte, geruststellende knik, waarna ze haar benen over de rand gooide en naar me toe stapte.
Ze nam me in een warme, stevige omhelzing. Heel even dacht ik dat ze me zou breken, als ze iets harder greep.
Man, wat is die meid sterk eigenlijk. Dat trainen heeft haar goed gedaan.
Ze hief haar kin iets omhoog en zei: 'Onthou wat ik je heb gezegd. Onthou alles. Oké? Waag het om mij Operatie Zero alleen te laten doen! Je hebt nog zoveel dat je wilt doen en zien en ervaren. Heel eventjes, oké?'
Ik knikte.
Het geluid van het slot klonk in de achtergrond, gevolgd door de deur die openging en een Axon bewaker die me ongeduldig aankeek
'Aimé Mensah?', vroeg de lange, brede bewaker. Zijn zwarte shirt zat zo strak om zijn lichaam, dat je elk blokje van zijn six-pack en de spieren op zijn armen kon zien. Hij had een licht stoppelbaardje en krullend zwart haar.
Zijn ogen waren het eerste die me opvielen, die zo'n lichte grijze kleur hadden, dat ze bijna nep leken. Man, voor één van die hufters is hij wel een knappe.
Hij trok een lichte wenkbrauw op en liet zijn blik van Maeve naar mij glijden, waarbij zijn ogen op de mijne bleven hangen.
'Ja, dat ben ik', zei ik zacht.
De bewaker knikte licht met zijn hoofd naar rechts, een gebaar dat ik langs hem moest stappen om mee te gaan.
Ik gaf Maeve nog een korte glimlach, waarna ik door de deuropening heen stapte, die zo smal was, dat ik langs de bewaker heen streek.
Hij leek even te verstarren onder mijn aanraking.
Ik gaf hem een lichte glimlach. 'Bang?'
Hij bromde iets. 'Voorzichtig, dame.'
Het leven was niets zonder een beetje uitdaging, dacht ik lachend. 'Wat een gentlemen.'
De deur klapte achter ons dicht en de bewaker viel in pas met mijn stappen, mij in de gaten houdend in zijn ooghoeken.
'Je hoeft niet bang te zijn hoor', sprak ik, de stilte doorbrekend. Hij staarde recht voor zich uit, maar zijn emotie vertelde me dat hij nieuwsgierig was.
'Ik ren niet weg hoor. Niet echt damesachtig om te rennen, hè?'
Hij grinnikte zacht. Mijn energie leek hem iets op zijn gemak te stellen, maar al snel viel er een ijzigheid over hem heen, die in de lucht tussen ons bleef hangen.
'Waarom werk je in een plek als afschuwelijk als deze?', vroeg ik opeens, mijn nieuwsgierigheid die plots de overhand nam.
Hij gaf geen antwoord. Dus ik porde hem in zijn zij.
Hij is een bewaker, Aim. Niet doen als je je mooie gezicht intact wilt houden.
Maar mijn empathische gaven vertelde mij dat ik niet bang voor hem hoefde te zijn. Dat er meer onder zijn kostuum zat. Onder zijn bewapende kleding en ijzige masker. Onder die kille grijze ogen.
Hij leek niet boos te zijn. Meer... verrast?
'Er is niet altijd een keus, mevrouw Mensah.'
Ik fronste. 'Geen keus? Natuurlijk wel!'
Hij snoof en legde kort zijn hand op mijn onderrug om mij links de hoek om te sturen, waarna hij hem weer weghaalde en iets over zijn oortje zij tegen iemand.
Daarna keerde hij zijn aandacht terug naar mij.
We waren net aangekomen bij een deur die 'afgesloten testruimte' zei, en terwijl hij zijn hand op de deurhendel legde, pakte hij mijn pols vast.
Hij keek me met een intense blik aan en zei: 'Pas op met de vragen die je hier stelt. Niet iedereen is zo genadig als ik. Niet iedereen is hier tegen zijn wil in.'
Tegen zijn wil in?
De afstand tussen ons voelde als elektriciteit.
Ik zette een stap naar hem toe, hief mijn hoofd op om hem in zijn ogen aan te kijken, zette een zoete glimlach op en antwoordde: 'Ik weet wie ik kan vertrouwen, en wie niet. Ik heb betere mensenkennis dan je denkt, meneer...'
Hij maakte mijn zin af. 'Bradget. Tyron Bradget.'
'Meneer Bradget', herhaalde ik.
Er verscheen een lichte grijns op zijn gezicht, waarna hij de hendel omlaag duwde en de deur opende. Zijn hoofd wenkte mij naar binnen te gaan, maar niet voordat hij mij nog een blik gaf, die meer emotie verhulde dan zijn masker kon verbergen.
Hoop.
Hij hoopte dat ik eruit kwam zoals ik erin ging.
'Tot ziens, mevrouw Mensah.'
Dat was mijn bevestiging, en een extra duw in mijn rug om de uitdaging aan te gaan die voor mij stond. Met Karla, de vrouw die Maeve me had beschreven, wachtend op mijn binnenkomst.
Op haar volgende slachtoffer.
Of haar grootste gevaar.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top