6. Tong verloren, Prinses?

Alles voelde als een droom, die om de minuut veranderde van zweverige beelden. Totdat het eindelijk voelde alsof ik wakker werd.

Voor ik mijn ogen open kon doen, voelde ik een laken onder mij en warmtestralen op mijn gezicht. Ik opende mijn ogen en keek naast me.

Het was net als iedere andere ochtend in het Instituut. De vogels tjirpten en de vroege vogels onder onze leden, waren al actief buiten een spel aan het spelen.

Prudence's bed was leeg en netjes opgemaakt, zoals altijd.

Ik stond op, maar zag dat ik nog training kleding aanhad. Zwarte shorts en een strak zwart vest met lange mouwen, waar mijn duimen door een gat in de mouw stak en zo warmer bleef.

Blijkbaar ben ik hierin in slaap gevallen.

Ik slenterde mijn weg naar buiten toe, opzoek naar een bekend gezicht. En daar verderop stond dat bekende gezicht, naast Jax en Mace.

De lavendelgeur rook zoeter dan normaal en bracht een vlaag van een frisse douche mee. Zijn donkerblonde haar leek bijna zwart als het nat was en er een streep van schaduw over hem heen viel, maar geen schaduw kon zijn diepblauwe ogen minder fel laten sprankelen.

Ryder.

Ik versnelde mijn pas en toverde een lach op mijn gezicht.

'Hey jij', sprak ik met een zachte toon, waarbij ik met mijn hand zijn bovenarm raakte.

Hij zag me en draaide met zijn hoofd naar me toe.

In plaats van een vertrouwde blik of speelse grijns, leek zijn huid bleek te worden en trok er een donderwolk over zijn gezicht heen.

'Raak me niet aan', snauwde hij.

Ik deinsde achteruit door zijn luide stem en boze toon. Het dreunde na in mijn oren en ik voelde mijn stem hees worden.

'W-wat?', stamelde ik. Ik keek naar Jax en Mace, maar zij leken me niet aan te durven kijken.

Ryder zette een stap verder bij me vandaan toen ik probeerde dichter naar hem toe te komen.

'Heb je me niet gehoord de laatste keer? We zijn niks. We zijn nooit iets geweest', kaatste hij, met een monotone, ruwe stem.

Hij leek zichzelf niet. Het was een masker, dat moest haast wel.

Ik deinsde achteruit. De lucht tussen ons was te beknellend, te verstikkend. Ik zette nog een stap achteruit.

Ryder begon te lachen. 'Geloofde je echt dat ik iets met iemand als jou zou willen?'

Zijn ogen gleden met een blik van beoordeling over me heen. Waar eerst een blik van verlangen zat, was nu geen sprankeling van te bekennen.

'Kijk naar jezelf', sprak hij ruw, waarbij een schaduw over zijn ogen trok, de diepblauwe ogen nu donkerder en grauwer. 'Je bent veel te zwak.'

Woede borrelde in me op en drukte de schaamte en vernedering weg. Hoe kon hij zo tegen mij praten?

'Wat?', mijn stem kraste.

Ik voelde tintelingen door mijn lichaam heen schieten, een soort alertheid die al mijn zintuigen aanscherpten. In een seconde had ik de afstand tussen ons weer overbrugt, voor hij met zijn ogen kon knipperen, en ik hief mijn hoofd omhoog om hem aan te kijken.

'Begrijp je het dan nog steeds niet, Adelyn?', hij spuugde mijn naam als het ware uit. Een vuur brandde in zijn ogen, maar niet dezelfde als toen we in de gang stonden en hij me tegen de muur aandrukte.

Nee. Ik herkende hem niet meer.

Plots nam hij mijn kin tussen zijn duim en wijsvinger. 'Je bent gebruikt. Door mij, door iedereen hier. Jij bent alleen maar de sleutel geweest.'

Mijn lippen maakten zich los in verwarring. 'W-wat?'

Hij snoof en zijn lippen krulden in een venijnige grijns. 'Tong verloren, prinses?'

Zijn bijnaam voor mij klonk bespottend en kleinerend. Er trok een rilling over me heen.

'Axon heeft de Zwarte Pest niet veroorzaakt. Dat is het Instituut. We leven in een schaarse, gevaarlijke wereld, waarbij de sterken moeten overleven. We hebben niks aan de zwakken. Waarom denk je dat alleen de Emory's hier komen en worden getraind? Alleen jullie zijn van waarde. De rest kun je net zo goed meteen van af zijn voordat ze oud en grijs worden en er bakken aan geld en tijd wordt verspild aan zorg.'

Nee. Nee. Nee...

Alles begon te duizelen. De grond onder mijn voeten leek te verdwijnen en te veranderen in drijfzand. Drijfzand dat me steeds dieper en dieper de grond in trok en mijn knieën het lieten begeven.

Ik draaide mijn hoofd weg zodat Ryder zijn vingers van mijn huid zou halen. Zijn aanraking was niet langer warm meer, maar koud en ruw.

Een traan welde op en ik keek langzaam knipperend door mijn wimpers naar Ryder. Naar zijn zichtbare jukbeenderen, de vochtige lokken die voor zijn wenkbrauwen vielen. Zijn lippen, die eerder zo zoet en warm aanvoelden. Zijn blik, waar ik in verzonk. Maar die nu mijn hart in stukken brak.

'En wat is Axon's deel hierin dan?', bracht ik hakkelend uit.

Want als het Instituut de bad guys zijn, wat is het laboratorium dan? Ook de bad guy? Twee kwaden van gelijke aard?

'Ironisch genoeg, zijn zij wat ze zeggen "de morelen" in dit verhaal. De wetenschappers die de mensheid willen beschermen tegen elk kwaad en alle ziektes willen genezen. Alles voor de wetenschap! Alles voor de natuur en de mensheid! Ze proberen je al maandenlang in hun handen te krijgen, om het tegengif te maken. Maar hè, wie gelooft hun als wij hier de "waarheid" rondvertellen. Voor naïeve zwakkelingen zoals jij', vertelde hij, zijn houding nonchalant en koud als ijs.

Dit is niet logisch. Wat verklaart de agressie tegen ons. De woorden van Thyson?

Maar als zij al die tijd worden aangevallen en dwarsgeboomd door het Instituut... Als vuur met vuur wordt bestreden...

Ik schudde mijn hoofd.
"Ik geloof je niet.'

Ryder haalde zijn schouders op en keek weg. 'Dan niet. Het boeit me niet wat je gelooft.'

Hij zette nog een stap dichter bij me, waarbij er nauwelijks ruimte over was voor mijn borst om op en neer te gaan bij elke paniekerige ademhaling.

Ryder boog voorover, met zijn hoofd naast de mijne en zijn lippen schampend langs mijn oor, waarna hij fluisterde met een lage stem: 'We hoefden je niet eens zelf te verwonden om je bloed te krijgen en te gebruiken, je was zelf dom genoeg om jezelf keer op keer pijn te doen. En wat heb ik genoten van elke pijn die je voelde.'

Er trok een rilling over me heen, en een geschokte snik zat vast in mijn keel.

'Elk. Heerlijk. Moment.'

De tranen rolden nu als een warme douche over mijn wangen.

Ik duwde Ryder van me af en draaide op mijn hielen om weg te rennen. Emoties en prikkels overlaadden me.

Het was te veel. Te veel informatie. Te veel verwarring.

Wat was echt? Wat was waar?

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top