Hoofdstuk 38. Zichzelf
De volgende ochtend was hij al vroeg wakker. Marlise had hem vanmorgen geen ontbijt gebracht. Waarom zou ze ook, ze wist natuurlijk niet welke kamer hij had. De geur van vers gebakken brood maakten hem hongerig, hij zou beneden ontbijten en dan snel richting het dorp vertrekken om Malia te zoeken.
De broek van gisteren lag opgefrommeld in een hoek. Hij pakte de broek op en wurmde zich erin. Opeens voelde hij de brief in zijn zak zitten. Door alle commotie van gisteren met Neel, de kat en het besloten gedeelte van de herberg was hij de brief helemaal vergeten. Hij haalde hem snel uit zijn zak. En herkende meteen het handschrift. Zijn hart maakte een sprongetje en hij kreeg een brok in zijn keel.
Lieve Gijs,
Ik weet niet waar ik moet beginnen na al die jaren. Toen ik je plotseling zag in de witte aankomsthal, kon ik het bijna niet geloven en had ik niet de moed om met je te spreken. Ik weet dat ik je veel antwoorden schuldig ben en het spijt me heel erg dat ik jou en Mara pijn heb gedaan. Weet dat ik nooit echt bij jullie weg ben geweest. Ik begrijp het als je niets meer met me te maken wil hebben. Toch moet ik je vragen om mij op te zoeken. Als het volle maan is over twee dagen zal ik rond middernacht op je wachten bij de oude berkenboom Giganteum.
Kom alsjeblieft...ik maak mij zorgen om Mara.
Lela.
Tranen liepen over de wangen van Gijs. Hij verfrommelde het papier om het vervolgens snel weer glad te strijken. Wat bedoelde ze met deze brief? En hoe durfde ze te stellen dat ze zich zorgen maakte om Mara.
Ze had de afgelopen drie jaar totaal niet naar Mara omgekeken. Geen enkel teken van leven, helemaal niets. Wat maakte dat ze nu opeens deze brief schreef. Hij had zich de afgelopen jaren niet anders dan zorgen om het kind gemaakt. Het duurde maanden voordat hij weer gewoon kon gaan werken zonder dat Mara in paniek raakte en bang was dat hij nooit meer terug kwam. En nu was haar grootste angst nog werkelijkheid geworden ook, want hij was al lange tijd niet terug gekomen.
Hij kon de gedachten aan zijn verdrietige dochter bijna niet verdragen. Hij had haar beloofd altijd weer terug te komen bij haar. Met zijn vuisten sloeg hij hard tegen de muur, stukken steen brokkelde af. Zijn knokkels begonnen te bloeden. Het papier verfrommelde hij en smeet die in een hoek. Gevoelens van pure afgunst gingen door hem heen. Hij schrok ervan. Waren die gevoelens van hem zelf of van Neel? Scherpe pijnscheuten in zijn hoofd. Het was Neel die hem probeerde te verdringen.
Goedemorgen Gijs. Het is zoveel makkelijker om gewoon te haten Gijs. Zoveel verschillen we niet van elkaar. Allebei verraden door de liefde van ons leven. Ik zou Lela graag ontmoeten.
'Jij vieze klootzak, waag het niet!' schreeuwde Gijs hardop. De stem in zijn hoofd bulderde van het lachen. Er klopte iemand op de deur. Hij besloot om niet te reageren. Neel dwong hem om te gaan staan. Hij ging weer zitten. Niemand wist toch dat hij hier zat. Tot zijn opluchting werd er niet nog een keer geklopt. Verdoofd bleef hij enige tijd zo zitten. Hij besloot vandaag gewoon helemaal niet zijn kamer uit te gaan. Wat als hij weer iemand pijn zou doen of erger nog...
Je hebt echt nog het idee dat je controle hebt hè? siste Neel. Geef het op.
Scherpe pijnsteken in zijn hoofd. Hij sloeg met zijn handen tegen zijn hoofd. Hij was weer weg geweest. Leonard stond in de deuropening met gebalde vuisten.
Een glazen flesje met vloeistof lag op de grond aan diggelen. Gijs had niets meegekregen van wat er zich net had afgespeeld.
'Leonard, wat doe je hier?' stamelde Gijs verward. Opgelucht liet Leonard zijn schouders zakken.
'Behoorlijke lastpak is die Neel,' zuchtte hij en hij plofte zich naast Gijs op het bed. 'Julie moeten me helpen Leonard, ik ben veel vaker stukken kwijt. Ik heb geen idee wat er precies gaande is en wat Neel van plan is.'
'Wij hebben ook geen flauw idee,' zei Leonard met een stalen gezicht.
'Echt niet?' Leonard schudde zijn hoofd.
'Wisten we het maar. Ik moet nu weer gaan.' Voordat Gijs verdere vragen kon stellen was Leonard weer verdwenen. Peinzend zat hij op zijn bed. Scherpe pijn in zijn hoofd.
Waar was hij? Hij sloot net de deur van Jimmy's kamer. Wat had hij daar gedaan? Hij wilde de deur openen en kijken of zijn vriend oké was. De scherpe pijn schoot weer door zijn hoofd en weerhield hem hiervan.
'Weet je zeker dat je het hier hebt begraven?' Gijs sperde zijn ogen wijd open en keek recht in de blauwe ogen van Jimmy.
'Jimmy, je bent wakker.. wat is hier gaande...,' stamelde hij.
Er ontstond een grijns op Jimmy's gezicht. Jimmy legde de schop in zijn handen neer en liep naar Gijs toe en legde zijn hand op de schouder van Gijs.
'Riemens maat, goed om je te zien man.'
Gijs zette een stap naar achteren.
'Hoe blij ik ook ben om je weer bij bewustzijn te zien, wat is hier aan de hand Jimmy?'
'Ik weet het van Neel, Riemens, ik probeer het op te lossen. Ik probeer het te fiksen gozer.'
'Sinds wanneer ben je wakker? Ik ben iedere dag bij je langs geweest man en je was al die tijd buiten bewust zijn.'
Jimmy schudde zijn hoofd en pakte de schep weer vast. 'Ik kreeg kaap-elixer toegediend, maar degene is nu verdwenen.'
'We hebben niet veel tijd Riemens, ik leg je later alles uit. We moeten opschieten.'
'Waar ben je naar op zoek dan?'
'Het moet hier ergens liggen.'
'Wat dan?'
'De elixers en andere ingrediënten die we nodig hebben voor jou. Om je van Neel te ontdoen. Ik heb bijna alle ingrediënten Riemens. Het laatste zouden hier begraven moeten liggen,' zei Jimmy. Driftig schepte hij aarde weg. Gijs voelde zich volledig verward. Even dacht hij dat hij droomde.
'Verdomme Jimmy, wat is hier aan de hand? Je ligt weken voor pampus en nu opeens ben je een expert in het maken van elixers?'
'Ik kan het je allemaal uitleggen, maar niet nu. Ik ben gekomen om je terug te halen. Naar je dochter te brengen. Kom snel, help me, voordat Neel weer terug komt.'
Grijs greep zijn hoofd vast, het voelde alsof Jimmy zojuist de schop op zijn hoofd had geslagen.
'Het is te laat, ik kan hem niet tegen houden,' kermde hij.
'Ren Jimmy, ik heb mezelf niet in de hand.'
'Drink niet wat ze je willen geven Riemens, ze willen Neel juist in je houden.'
Gijs zat weer op zijn bed. Malia hield haar hoofd scheef en keek hem aan. Ze had een frons op haar gezicht.
'Gijs, ben je daar weer? Gijs?'
'Malia... wat gebeurt er allemaal?' stamelde Gijs.
'We moeten weten waar Jimmy is Gijs, waar is hij gebleven?' Gijs schudde zijn hoofd. 'Heb ik hem net echt gezien? Ik weet het niet Malia, ik begrijp er helemaal niets van.'
'Leonard en ik volgden je het bos in. Je was samen met Jimmy. Jullie waren aan het graven.'
Plotseling herinnerde Gijs weer wat Jimmy had gezegd. 'Drink niet wat ze je willen geven, ze willen Neel juist in je houden.'
'Ik weet niet waar je het over hebt Malia, ik heb geen flauw idee,' loog hij. Malia staarde hem in zijn ogen.
'Weet je het echt niet?' zei ze toen zacht.
Gijs schudde zijn hoofd. Ze legde zijn hand op zijn arm.
'Het geeft niet. Alles komt goed. Houd vol Gijs. Vertrouw me.' Haar lijf begon te schokken en ze rende als de witte wolf die Gijs eerder had gezien de kamer uit.
Gijs voelde zich doodmoe. Hij wist niet meer wie of wat hij nu moest geloven. Waarom zouden de anderen willen dat Neel in hem zou blijven, hij had Dorothea vermoord. Of wilden ze juist dat dat zou gebeuren?
Honderenéén vragen gingen door zijn hoofd. Wat maakte dat Jimmy opeens opdook en blijkbaar een expert was in het maken van elixers? Eerst Lela en nu ook Jimmy?
Zijn voornemen om de kamer niet meer te verlaten voordat Neel verdreven was, was in ieder geval mislukt.'
Misschien moest hij de deur barricaderen of zichzelf aan het bed vastbinden. Als Gijs zich niet kon herinneren wanneer Neel hem had verdrongen, werkte dat dan andersom ook zo? Kon Neel zijn herinneringen en gedachten ook niet volgen?
Hij besloot de deur op slot te doen en de sleutel ergens te verstoppen en het bed voor de deur te schuiven.
Enerzijds kon niemand hem dan ook maar wat laten drinken en anderzijds kon hij geen gevaar zijn. Hij ging snel te werk en bad dat Neel niet sterk genoeg zou zijn om hem wederom te verdringen.
De sleutel had hij buiten aan een tak van de boom gehangen. Hij plofte op het bed neer. Er klopte iemand op de deur. Vlijmscherpe pijn in zijn hoofd.
Het was donker in het schijnsel van de volle maan met een lantaarn kon hij zich oriënteren. Hij had geen herinneringen aan de momenten hiervoor. Hij voelde walging door zijn gehele lijf stromen.
Vol afgrijzen keek hij hoe hij zijn handen om de nek van een zwart witte kat had geklemd. Gevoelens van pure haat stroomden door zijn lijf. Het was zijn eigen kat, Flossy. De gele ogen van Flossy waren wijd opengesperd, de kat probeerde met de nagels van zijn voor en achterpoten de handen van Gijs te verwonden.
Zijn lijf schokte alsof hij ieder moment van gedaante kon wisselen. Tevergeefs. Met alle kracht die hij in zich had probeerde hij de keel van Flossy los te laten. Hij voelde hoe Flossy steeds minder krachtig bewoog. Hij dacht aan Mara en Lela en voelde opeens een enorme kracht door zijn lijf stromen.
'Laat haar los,' schreeuwde Malia.
'Luister niet naar haar Riemens, de kat is gevaarlijk,' riep Jimmy. 'Die kat houdt jou en Mara al jaren in de gaten. Ik wist het niet maar nu weet ik het wel! Als je de kat los laat verandert hij van gedaante.'
'Gijs, doe dit niet, laat haar los!' schreeuwde Malia. Haar ogen waren wijd opgesperd en ze leek de wanhoop nabij.
'Waarom zou je ook maar iets van haar geloven Riemens, ze heeft al die tijd tegen je gelogen.'
Tweestrijd maakte zich van hem meester. De ogen van de kat straalden doodsangst uit. Hij zag het everzwijn en de kale man voor zich. Hij had nu een keuze en hij was geen moordenaar. Zijn handen lieten los en uitgeput viel hij achterover in het gras. De kat vloog blazend de boom in.
Malia en Jimmy renden beiden naar Gijs toe.
'Blijf uit mijn buurt allebei!' schreeuwde hij. Hij stond op en deed een stap naar achteren.
'Het spijt me zo dat je dit allemaal mee moet maken Gijs,' snikte Malia. 'We hebben het elixer en dan is dit allemaal voorbij.'
'Geloof haar niet Riemens, ik heb het elixer. Drink het en het is allemaal over. Ik neem je mee naar je dochter maat,' zei Jimmy.
'Wie is Flossy?' stamelde Gijs. Hij wenste dat hij dood was, alles was beter dan dit. Hij was zelf niet te vertrouwen en de mensen om hem heen waren dat ook niet meer. Malia deed een stap naar hem toe.
'Blijf uit mijn buurt,' snauwde hij.
'Laat me het uitleggen,' snikte Malia.
'Vertrouw haar niet maat, wie heeft je in deze penarie gebracht? Wie leidde je regelrecht de kelders in? Dat waren zij en haar maten.' Jimmy's ogen schoten vuur en hij wees naar Malia.
Hij imiteerde de stem Malia; 'Oh Gijs je kunt hier echt niet weg, de afvalligen volgen je regelrecht naar Mara toe. Bullshit Riemens, ik heb je al die tijd geprobeerd te beschermen. Wie was het die je vertelde dat je het bos niet moest betreden na zonsondergang. Ik heb dat jou en collega's meerdere malen op het hart gedrukt maat.'
Gijs keek van Malia naar Jimmy en weer terug. Zijn hersenen maakten overuren. Hoe wist Jimmy dat hij met Malia in de kerkers was geweest? Malia en Jimmy bleven dingen naar hem roepen. Zijn oren suisde. Volledig in de war, probeerde hij de omgeving in zich op te nemen. Hij bevond zich op een hoog uitkijkpunt aan de rand van een klif.
Er stond een grote witte berkenboom op het hoogste punt. De schors glom onder invloed van het licht van de volle maan en leek licht te geven. In een opwelling liep hij naar de rand en keek naar beneden het ravijn in. Een groot gapend donker gat.
'Neeeeee niet doen Gijs,' hoorde hij Malia schreeuwen.
'Ben je helemaal gek worden Riemens, als dit de oplossing was geweest dan had ik je allang een zetje gegeven. Kom daar vandaan,' siste Jimmy.
Hij hoorde Flossy achter hem zielig miauwen. Hij draaide zich weer om en zag de kat luid miauwend uit de boom naar beneden klimmen.
Besluiteloos stond hij bij de rand. Hij zag doodsangst op het gezicht van Malia en Jimmy's altijd blije hoofd keek nors en met grote ogen.
'Pas op voor de kat,' schreeuwde Jimmy. Hij rende naar de kat toe.
Het lijfje van de kat begon te schokken en hij zag langzaam de contouren van een kleine vrouw ontstaan. Een kleine vrouw met blonde haren en blauwe ogen. Zijn mond viel open. Het was Lela. Zijn Lela. Ze greep naar de blauwe plekken die zich hadden gevormd in haar nek.
Zijn ogen vulde zich met tranen, ze was al die tijd bij hen geweest in het gedaante van Flossy?
'Waarom?' schreeuwde hij. Jimmy rende naar haar toe. Ze deed snel een paar stappen naar achteren en keek hem met grote ogen aan.
'Uit mijn buurt,' siste ze. Hij hield halt.
'Of anders?' grijnsde hij. Haar handen begonnen te trillen en lichtte op.
'Ik zei, uit mijn buurt.' Met een grote grijns op zijn gezicht stapte Jimmy naar voren. Vliegenvlug schoten zilveren stralen uit de handen van Lela tegen de borst van Jimmy.
Jimmy vloog naar achteren op de grond en schreeuwde het uit.
Vlijmscherpe pijnscheuten gingen door het hoofd van Gijs. Hij schreeuwde het uit van de pijn. 'Rennen allemaal,' schreeuwde hij. 'Ik heb mijzelf niet in de hand.' Hij voelde hoe Neel langzaam weer meer terrein in nam.
'Ik kan hem niet tegen houden, ren!'.
Jimmy krabbelde overeind. 'Het geeft niet Gijs, ik zie je straks weer.'
'Verzet je Gijs,' zei Lela. Ze keek hem aan en had een vastberaden uitdrukking op haar gezicht. De blik die hij zo goed kende. Haar handen lichtte weer op en schokte. Was ze een genuïe?
'Je denkt toch niet dat ik mijn eigen man, niet de baas kan. Wie je ook bent, ik verzoek je om nu zijn lijf te verlaten!' schreeuwde ze.
'Stop,' riep Malia. 'Dat heeft geen enkele zin, straks vermoord je hem.'
Zilveren stralen raakten zijn borst en hij vloog naar achteren op de grond. Hij rook een schroeilucht en voelde brandende pijn op zijn borst. Het werd zwart voor zijn ogen.
Wat was er zojuist gebeurd? Zijn hele lijf trilde. Hij keek om zich heen. Jimmy lag roerloos naast hem op de grond. De kleding van Jimmy en zijn eigen kleding zaten vol met schroeiplekken.
'Wat heb je gedaan,' bracht hij hijgend uit. 'Waarom, doe je dit?' Hij probeerde op te staan. Malia beefde als een rietje.
'Ik ga nergens heen en jij gaat nergens heen, wie je ook bent. Ik hoop dat je dat begrepen hebt,' siste Lela. Ze vuurde zilveren stralen af in de lucht en deze vielen uiteen als vuurwerk.
'Ik heb mezelf veel te lang verborgen gehouden. Ik weiger om dat nog langer te doen,' brieste ze.
'Gijs Riemens, wij gaan straks samen naar huis, naar onze dochter. En er is niets of niemand door wie we ons laten tegen houden.'
Hij ging rechtop zitten en wilde knikken maar voordat hij er erg in had werd hij weer omver geworpen door de zilveren stralen van Lela.
Hij schreeuwde het uit. 'Lela, stop! Ik ben het,' hijgde hij. 'Beweeg je niet,' schreeuwde ze. Het werd weer zwart voor zijn ogen.
Zijn hele lijf deed pijn en zijn hoofd bonsde als nooit eerder. Zijn kleding was aan flarden gescheurd en zijn hele lijf zat onder de schroeiplekken.
Hij had geen flauw idee wat er zojuist gebeurd was. Een kleine lichtgevende plant in de ruimte was de enige bron van verlichting. Een zucht van opluchting ontsnapte toen hij constateerde waar hij was. Ze waren eindelijk verstandig geweest en hadden hem in een zwarte kamer opgesloten.
Zijn benen waren vastgebonden. Hij ging moeizaam overeind zitten. In hoek van de kamer zat nog een gedaante tegen de muur aan. Het was Jimmy.
'Lekker schoonheidsslaapje gedaan Neel of ben jij het Riemens?' zei Jimmy grijnzend. Zijn gezicht was opgezwollen en zat volledig onder het bloed. Zijn handen en benen waren ook vastgebonden. Daarnaast was het touw aan zijn handen door een ring in de muur bevestigd.
'Verdomme Jimmy, vertel me wat er aan de hand is,' beet Gijs hem toe. Jimmy hoestte, er liep een straaltje bloed uit zijn mond omlaag over zijn kin.
'Kijk wat ze ons aan hebben gedaan, lekkere vrienden heb je,' bracht Jimmy uit.
'Jimmy!' gromde Gijs.
'Oké, oké, rustig gozer. Ik ben net als jou in die shit verzeild geraakt man. Ik had geen andere keuze man, anders zouden ze me vermoorden. Die afvalligen in het Neddense bos. Ik bleef een nacht in het boswachtershuisje slapen voordat Goorman er sliep en toen zag ik ze. Ze zagen mij ook en namen me gevangen. Ik beloofde er op toe te zien dat er tussen zonsondergang en zonsopgang geen mensen in het bos zouden zijn in ruil voor mijn vrijheid. Je had uit het bos moeten blijven Gijs. Dan was dit allemaal niet gebeurd.'
'Vertel verder,' snauwde Gijs.
'Ze vertelden me dat jij Es had vermoord en toen begon alle ellende. Ik smeekte ze je terug te halen en toen ze dat niet deden ben ik zelf in een poort gestapt.'
'En waarom was je buiten bewust zijn?'
'Dat heb ik al vertelt, ik was gekaaped. Drink het niet Riemens, dan ben je voor altijd verloren. Lela die opeens opduikt nadat ze je al jaren heeft laten zitten. Wie was er wel voor je? Juist ja, dat ben ik! Vertrouw me maat,'
Jimmy had zijn ogen in die van Gijs geboord en bleef hem aanstaren. Gijs wendde zijn gezicht af. Hij wist niet wat hij moest denken of voelen. Op dit moment had hij het met hen allemaal gehad.
Een opening verscheen in de muur. Als een slang sloeg Neel toe. Hij liet Gijs hinkend overeind vliegen en duwde degene in de opening aan de kant. Gijs kon niet zien wie het was.
'Grijp hem Lela! Hij ontsnapt! ' riep Dwight. Jimmy schreeuwde.
Zilveren stralen raakten weer de borst van Gijs, hij hapte naar adem en viel op de grond terug de ruimte in.
'Ik heb het helemaal gehad,' gromde Dwight terwijl hij opstond. Op zijn hoofd zat een grote bult. Opgedroogd bloed zat onder Malia's neus. Lela stond zwaar hijgend in de donkere gang.
'Waar is het elixer,' hijgde Leonard.
'Als jullie het gore lef hebben om hem het te laten drinken dan maak ik hem van kant. Ik maak deze fout niet nog een keer,' hoorde Gijs zichzelf schreeuwen.
'Houdt hem vast,' riep Malia. 'Vieze gore teef,' siste Gijs. Er was niets wat hij kon doen. Hij was doodmoe, hij wilde slapen, hij was moe van het vechten. Hij kon niet meer, hij wilde niet meer.
Hij keek naar het gezicht van Lela. Ze glimlachte naar hem. Hij glimlachte flauw terug, zijn ogen vulde zich met tranen. 'Misschien is het maar beter zo.'
Geschokt keken ze hem aan. 'Lela breng hem buitenwesten,' riep Malia. Weer de zilveren stralen op zijn borst. Hij zette zich niet eens meer schrap. Het werd weer zwart voor zijn ogen.
Zijn armen waren nu ook vastgebonden net als zijn benen. Er was een zak over zijn hoofd getrokken. Hij voelde gewicht op zijn benen en op zijn armen. '
'Open zijn mond en houdt de pot klaar. Houd je mond en neus dicht, hij mag in geen enkel geval bij iemand anders naar binnen glippen.'
Hij voelde hoe zijn kaken zich verstrakten. Zoals een pitpull zijn prooi vasthoudt. 'Pas op voor je vingers,' hoorde hij Dwight roepen. Hij werd stevig tegen de vloergehouden, er zat iemand op zijn voorhoofd. Zijn lijf begon te kronkelen.
'Laat hem los,' schreeuwde Jimmy. 'Drink het niet Riemens.'
'Houdt vol allemaal,' riep Malia. Hij kon de geur niet plaatsen. Ze trokken de kap iets omhoog en hielden toen zijn neus dicht. Hij hapte naar adem en op hetzelfde moment werd de vloeistof naar binnen gegoten. Hij hoorde Lela huilen. Het was alsof zijn volledige binnenste werd weggebrand.
Hij schreeuwde het uit. Hij begon te hoesten. De kap werd van zijn hoofd getrokken. Herbert schepte vliegenvlug de ziel van Neel in de pot en draaide strak het deksel erop. Hij sloot zijn ogen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top