Hoofdstuk 29. De verloren zoon

Nerea en Gijs werden de dagen die volgende aan een legbatterij aan onderzoeken blootgesteld door de kwakzalvers. Geen minuut werden ze alleen gelaten en voortdurend geobserveerd. Uiteindelijk kwam het verlossende woord dat de witte kwakzalvers niets bijzonders konden ontdekken. Toch bleven Nerea en hij hoofdpijn houden, die met vlagen kwam opzetten en ook de pijn in hun binnenste veranderde niet. De kwakzalvers gaven aan dat het waarschijnlijk de napijn was van de forse strijd die hun lichaam en ziel hadden geleverd. Het zou vanzelf moeten verdwijnen.

Ze kregen beiden op dagelijks recept Duivelskruid en dat hielp om de dag pijnvrij door te komen.

Gijs had daarna met behulp van een gedachtenelixer zijn herinneringen over Berk aan Nerea laten zien. Ze was van slag geraakt maar ze was nog te uitgeput van de afgelopen tijd dat alle spullen en muren in het fort heel waren gebleven. Nerea had onmiddellijk mannen naar het Neddense bos gezocht om Berk te gaan zoeken.

Vandaag was het de ochtend van vertrek, later die dag zouden ze terug gaan naar het centrum van Ligamen. Malia en Herberta hadden de dagen gebruikt, om samen met de genuïen, het dagboek verder te bestuderen. Herberta las een aantal stukken hardop voor uit het dagboek.

'Wat een ziekte geest moet deze kerel zijn geweest jongen.' Malia knikte. 'Ik kan het bijna niet meer aanhoren.'

'Gijs moet je deze stukken horen.' Ze begon met lezen.

17 juli 1646

Zojuist heeft een genuïe mijn leven gered, mijn lief. We staan voor eeuwig bij hem in het krijt ook al weet hij dat zelf niet.

Onderweg naar de elixervoorraadkamer voor het halen van de drank des doods, viel mijn oog op een boek wat één van de genuïen aan het lezen was.

Het boek ging over soulkapen en soulexpeltion. Ik switchte in een rat en volgende de genuïe. Hij zette het boek in de bibliotheek van het fort en ik nam het mee, mijn lief.

Ik weet nu wat mij te doen staat. Stap 1 was het lijfkapen, stap 2 is de soulexpeltion. Nog even en ik heb zijn ziel verdreven. Als ik de drank des doods zou hebben gedronken dan zou dat het einde van ons zijn geweest. Een ondragelijke gedachte, ik alleen houd van jou.

Gijs voelde boosheid in hem opwellen en schudde gefrustreerd zijn hoofd. Herberta las verder.

25 juli 1646

Ik zoek nog de laatste paar ingrediënten voor het tweede elixer mijn lief. Dankzij elixer één heb ik het grootste deel van mijn ziel al volledig kunnen verankeren in zijn lichaam.

De standaard antikaap-elixers kunnen mij niet meer verdrijven. Het is procedure in het fort om eens in het half jaar een antikaap-elixer te nemen gelukkig ben ik iedereen te snel en te slim af.

Je begint iets te vermoeden maar bent nu weer gerustgesteld nu je gezien hebt dat ik niet ben verandert na het drinken van het antikaap-elixer. Nog even en we zijn voor eeuwig samen.

17 september 1646

Mijn lief, we zijn zo gelukkig, ik heb geen tijd gehad om te schrijven. Nog een laatste ingrediënt en mijn missie is voltooid.

23 september 1646

Jouw lippen op de mijne. Je armen rond mijn nek. Kon het verraad nog groter zijn. Waarom mijn liefste? Waarom? We hadden alles samen. Samen dronken we een nieuwe drank gebrouwen door een genuïe druïde.

Toen we het op hadden keek je me recht in de ogen aan. Je pakte een notieboek en liet me tekeningen van de ingrediënten zien. Plotseling zag ik dat het mijn notitieboek was.

Je wist het! Hoelang wist je het al? We hadden alles samen en we hadden alles kunnen hebben. Ik wacht hier nu tot ik naar de duister kerkers van het fort wordt verbannen. Ik aanvaard mijn lot.

Maar wacht maar als ik jou niet kan hebben dan kan niemand dat!

I alone love you
I alone tempt you
I alone love you
fear is not the end of this!

'Is dat het nummer van die band 'Live?',' vroeg Gijs.

'Geen idee,' zeiden Malia en Herberta in koor.

'Verderop in het notitieboek zit inderdaad de pagina waarop het elixer voor verdrijven van zielen van indringers staat beschreven. We hebben het Gijs! Dit is wat we nodig hebben.'

'1 glazen flesje 200 ml van pure Oergigantumenergie

1 glazen flesje van 200 ml water uit het zwarte meer

20 gram duivelsklauw

45 gram papaver

5 gram kruidnagel

1 passievrucht'

Hij wist dat hij vreugde had moeten voelen. Het was alles behalve dat wat hij voelde. Grote onrust en spanning borrelde in zijn buik op het moment dat Herberta de stukken voorlas. Hij balde zijn vuisten en voelde zijn spieren zich aanspannen. Malia keek naar hem.

'Het maakt je echt boos he?' Gijs knikte.

'Ja ik kan het slecht verdragen.'

Niet veel later kwam Theodoor hen halen. 'Excuseer mij dames en heer. U gaat zo vertrekken, ik wens u een prettige reis. Ik wilde u daarnaast op de hoogte stellen dat Berk gevonden is.'

Gijs voelde hoe zijn nekspieren zich aanspande en hij rood werd. Theodoor keek hem onderzoekend aan.

'Ik kan mij voorstellen dat dit gevoelig voor u ligt meneer Riemens. De heer is er slecht aan toe en weigert te praten. Nerea vraagt zich af of....'

'Wat vraagt ze zich af?' snauwde Gijs. Hij schrok van zijn eigen felheid. Malia en Herberta keken hem met open mond aan.

'Sorry, maar die verslaafde gek heeft me probeert te vermoorden,' zei Gijs zacht. Hij keek naar de grond.

'Ik zal mevrouw doorgeven dat ze niet meer op uw hulp kan rekenen,' zei Theodoor.

'Dat kan ze wel,' zei Malia. 'Berk weet misschien precies wat er met Nathan gebeurd is.'

'Waarom zouden we ook maar iets van hem geloven?' beet Gijs haar toe.

Ze reageerde niet en richtte zich tot Theodoor.

'Neem ons mee Theodoor.'

'Zoals u wenst mevrouw.'

Mokkend liep Gijs achter Theodoor, Malia en Herberta aan. De gangen in het fort waren verlaten. De muren waren weer grijs, grauw en afgebrokkeld. Er was niets te verkennen van het pracht en praal wat hij eerder had gezien. Dat hij een pesthumeur had hoefde het fort hem niet aan te herinneren. Zijn hart bonsde in zijn keel. Ze liepen een donkere gang in, de gang werd steeds smaller. Uiteindelijk stopten ze voor een muur waar drie vreemde dieren stonden.

'Wolfsherten, geen oogcontact maken,' fluisterde Malia snel in zijn oor.

Vanuit zijn ooghoeken zag Gijs dat ze hem met gitzwarte ogen onderzoekend aan keken. Ze gromden zachtjes en ontblote hun tanden. De dieren hadden het lichaam van een hert maar de vacht, kaak en tanden van een wolf. Godsamme. Hij slikte.

'Niets aan de hand jongens, we zijn gestuurd door Nerea om de jongeheer te bezoeken,' zei Theodoor.

'Ze gromde nog eens en deden toen een stap opzij.' Theodoor legde zijn hand op de muur en een doorgang opende zich.

'Kan hij niet ontsnappen?' vroeg Herberta.

Theodoor schudde zijn hoofd. 'Nee mevrouw, er zat al een begrenzer op hem. Vanwege de uhm nogal heftige impulsdoorbraken. Gezien zijn uhm toestand is nu al zijn energie tijdelijk lamgelegd. Hij is het vermogen kwijt om het om te zetten in een andere vorm.'

Ze stapten een kamer binnen. Berk zat vastgebonden op een stoel en liet zijn hoofd hangen. Het leek alsof hij sliep. Nerea ijsbeerde door de kamer en glimlachte naar hen.

'Niet je beste dag Gijs?' haar blauwe ogen boorden zich in die van hem. Hij haalde zijn schouders op een wendde zijn blik af.

'Er is niets met dat joch te beginnen,' raasde ze. Ze liep ijsberend heen en weer door de kamer. 'De anderen willen hem verbannen, maar het is en blijft mijn zoon!' Ze stond even stil en keek hen wanhopig aan.

Berk had zich al die tijd niet verroerd. Zijn haar zag er grijs en grauw uit en zijn gezicht was ingevallen. Hij leek in niets meer op de engelachtige jongen. Gijs zou hem nu een jaar of vijfenvijftig hebben geschat.

'Ik dacht misschien als hij jou ziet, dat hij dan....,' ze keek Gijs nerveus aan.

Plotseling begon Berk hard te lachen. Zijn hoge nerveuze geluid weerkaatste tegen de muren. Nerea keek hem hoogst verontwaardigd aan en sloeg hem met vlakke hand in zijn gezicht.

Berk bleef lachen en tilde zijn hoofd op. Zijn ogen waren bloeddoorlopen en hij keek geamuseerd met de blik van een krankzinnige de kamer door.

'Je dacht wat moeder? Wat gezellig, bezoek. Van een oud bekende nog wel.' Hij lachte weer zijn hoge nerveuze lach en keek Gijs provocerend aan. Gijs balde zijn vuisten. Malia legde haar hand op zijn schouder.

'Wat doe ik hier moeder? Wil je me hier voor eeuwig vast blijven houden? Of kom je mij een cadeautje brengen? Het aftappen van alle energie van deze klootzak? Hoogst vriendelijk van je moeder!' lachte hij geamuseerd.

De handen van Nerea begonnen op te lichtten en te trillen. Tot opluchting van Gijs barstte Nerea daarna in huilen uit waardoor haar handen weer doofden. Ze keek Berk door haar tranen heen strak aan. Zuchtte een aantal keer diep in en uit en haar gezicht verhardde zich.

'Als jij niet uit jezelf vertelt wat er is gebeurd dan zal ik het uit je forceren,' beet Nerea Berk toe.

'We weten allemaal dat het gedachte-elixer alleen werkt met wederzijdse toestemming moeder,' grijnsde Berk. Zijn mond maakte vreemde trekkende bewegingen.

'Of ga je me soms kapen? Dat ik dit nog mee zou mogen maken,' lachte Berk. Zijn ogen schoten van rechts naar links. Hij zag eruit als een verslaafde gek.

'Als dat er voor nodig is!' schreeuwde Nerea. Haar handen begonnen weer te trillen.

Gijs hield zijn adem in. Theodoor keek achterom naar de muur en zag er alles behalve ontspannen uit. Hij pulkten aan de huid op zijn handen, waarna een bloedend plekje ontstond.

Nerea greep naar haar hoofd en pakte daarna uit de zak van haar jurk een beetje Duivelskruid.

Berk leek niets te ontgaan. 'Ook last van afkickverschijnselen moeder, naar hè. Wat doe je met deze nietsnutten? Laten we samen weg gaan.'

'Wat hebben jullie met Nathan gedaan klootzak,' beet Malia hem toe. Berk begon weer te lachen.

'Wat niet bedoel je,' bulderde hij.

Malia's amandelbruine ogen schoten vuur. Toch hield ze haar gezicht strak.

'Ik zal je zeggen waar je ze allemaal kunt vinden,' zei Berk lachend. De spieren in zijn kaak stonden strak gespannen. 'Al zijn voorgangers.'

'Hoe bedoel je?' vroeg Herberta.

Berk lachte weer.

'Waarbij het mislukt is. Deze keer gaat het wél lukken. Daar zorgen jullie wel voor.'

Nerea schudde gefrustreerd haar hoofd en keek Theodoor wanhopig aan. Theodoor schudde zijn hoofd.

'Misschien als hij de deabsorptieverschijnselen kwijt is mevrouw.'

'Het is een cadeautje voor jullie van ons in het afvalligenbos bij de grote Eik,' riep Berk. 'Laat het een waarschuwing zijn, zet de poorten voor ons open!'

Nerea was bleek geworden. 'Laat hem cold turkey afkicken,' snauwde ze en ze verliet met grote stappen de kamer. Haar handen trilden en lichtten op.

Berk lachte zijn nerveuze hoge lach.

'Een cadeautje moeder, speciaal voor jou,' schreeuwde hij haar na.

Theodoor schudde zijn hoofd. 'Kom mee.'

Ze verlieten snel de kamer. De gestoorde lach van Berk hoorde Gijs nog in zijn hoofd nagalmen.

Nerea leunde zwaar tegen de muur aan. 'Theodoor laat de verkenners naar het afvalligenbos gaan. Pas op, want misschien is het een valstrik.'

'Ik ga mee,' zei Malia. 'Ik zal een aantal van mijn teamleden optrommelen.'

Herberta's ogen waren groot geworden. 'Ik transporteer liever niet en al helemaal niet daar naar toe.'

Malia keek Gijs verwachtingsvol aan. Hij zuchtte en haalde zijn schouders op. 'Oké, ik ga al mee.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top