Hoofdstuk 27. Neel Verna
Was hij zojuist in slaap gevallen of was hij weer overgenomen? Hij had geen flauw idee hoeveel tijd er was verstreken. De man had weinig meer gezegd maar hij voelde zijn aanwezigheid nog steeds zeer sterk.
Het was alsof hij wachtte op het juiste moment om aan te vallen. Hij moest sterk blijven, na alles wat hij al had doorstaan ging dit hem ook lukken. Hij bonsde nog een keer op de deuren.
'Nerea, Malia, Herberta!' en legde zijn oor tegen de deur. Hij hoorde niets. Hij besloot nog een poging te doen om het dagboek te pakken. Hij stond op en liep met een omweg richting het boek.
Het was alsof hij werd gebeten door een slang. Waag het niet. Het is mijn boek en ik bepaal wat je hiervan wel of niet ziet! beet de man hem toe. Hij wilde verder lopen maar de man weerhield hem hiervan. Hij liep terug naar de deur en plofte weer neer op de grond.
Hij voelde hoe de wanhoop het in hem aan het winnen was. Hij balde zijn vuisten. Er was verdomme toch wel iets wat hij kon doen.
Zeker je staat nu op en je opent de deur. Je helpt Nerea met het verdrijven van haar zieltjes. Ze hoeven niet te weten dat ik er ook nog ben. Jij bent de baas over je eigen lichaam toch? Ze zullen je als held ontvangen. Gijs heeft de kinderen van het genuïenfort gered, heeft Nerea gered en Malia en Herberta. Alle dwalende zielen zitten nog steeds achter slot en grendel.
Ik kan je helpen veel sneller voor elkaar te krijgen wat je wilt! De prioriteiten van de anderen liggen bij het beschermen van Ligamen en het terugkrijgen van de verloren zoon.
Niet bij het redden van de jongen of het herenigen van jou met je dochter.
Gijs dacht dat hij gek werd. Hij liep naar de deur toe en wilde hem openen en ging vervolgens weer voor de deur zitten. Wederom scherpe pijn in zijn hoofd. Hij sloeg er met zijn handen tegen zijn voorhoofd.
Verdomme. De aanwezigheid van de man ging naar de achtergrond en hij voelde een ander persoon meer op de voorgrond raken. Vreemde herinneringen boorde zich weer op zijn netvlies.
Hij lag in een bedje en keek naar het plafond. De wortels van de plant naast hem waren als een warme cocon om hem heen gegroeid.
Hij bewoog met zijn handen en benen en kirde het uit. Een vrouw met een bruine knot op haar hoofd zong iets voor hem waarvan hij de betekenis niet snapte. Hij glimlachte en brabbelde wat. Een warm behaaglijk gevoel kwam over hem heen, hij voelde zijn ogen zwaar worden. Hij was veilig en geliefd.
Gijs had tranen in zijn ogen. Zoveel verloren zielen. Het leven van deze baby was vroegtijdig afgepakt. Niet alleen de zielen van gevangen waren verdreven. Ook de zielen van volledig onschuldige baby's. Wat voor vreselijks was hier allemaal gebeurd?
Hij sloot zijn ogen en focuste zich op zijn binnenste. Hij zette alle kracht die hij in zich had op zijn middenrif en buik. Met gemak maar met pijn in zijn hart verdreef hij het zieltje van de baby. Hij hoestte en een heleboel zieltjes kwamen naar buiten.
Opgelucht constateerde hij dat hij de aanwezigheid van Neel niet zo sterk meer voelde. Het waren vooral nog de verschillende stemmen die chaos veroorzaakte in zijn hoofd en door elkaar heen praatten.
Hij liep naar het boek en tot zijn verbazing lukte het hem om het boek zonder problemen te pakken. Hij nam het onder zijn arm mee en ging weer voor de deur zitten.
Muisstil opende hij het boek, hij wist niet waarom hij dat deed. Het leek hem in ieder geval beter. Hij bladerde snel door naar de laatste bladzijden in het boek. Die waren leeg. Hij bladerde terug.
En plotseling zag hij het. Het handschrift leek anders dan op de andere pagina's het geval was. Het leek op een recept en er waren tekeningen bijgevoegd van planten en kruiden.
Er was pure Giganteumenergie nodig, water uit het zwarte meer, duivelsklauw, papaver, kruidnagel en passievrucht. Er was wat bij gekrabbeld.
Tot nooit Neel Verna. Elixer voor verdrijven van de zielen van indringers.
Het kon niet missen! Als hij in staat was om alle zielen te verdrijven dan kon hij het boek overhandigen aan Herberta, Nerea en Malia. Hij zette weer kracht op zijn middenrif en tientallen zieltjes vlogen weer naar buiten en dropen af.
Het was nu rustig om hem heen geworden. De zwerm was weggetrokken, de zielen leken hun interesse in hem verloren. Hij herhaalde het kracht zetten op zijn middenrif een aantal keer.
Grote euforie en opluchting maakten zich van hem meester. Hij constateerde dat hij rust ervoer in zijn hoofd! Was hij weer alleen of voelde hij toch nog? Nee, zijn binnenste voelde enkel beurs van binnen.
Hij kuste het boek, klemde het onder zijn hand om het vervolgens weer neer te leggen. Hij keek om zich heen. Er waren geen zielen meer te bekennen. Met alle kracht die hij in zich had trok hij aan de metalen deur. Die schoot met één ruk open. Hij pakte vliegensvlug het boek en wurmde zich door de deur heen de andere kamer in. Hij gooide zijn schouder tegen de deur en de deur viel met een klap dicht.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top