Hoofdstuk 20. Dorothea
De volgende ochtend werd er hard op de deur van Gijs gebonsd. Hij verwachtte het nerveuze afgunstige gezicht van Marlise te zien, die dan vervolgens zo snel als ze maar kon het ontbijt zijn kamer naar binnen zou schuiven, maar tot zijn verbazing stond Malia opeens voor zijn neus.
Haar korte bruine haren stonden zoals altijd alle kanten op. Ze glimlachte flauwtjes toen ze hem zag maar verder zag ze er afgetopt uit.
'Malia? Wat is er aan de hand? Teveel aan de plant en Nathan gegeven?'
Ze knikte, bleef in de deuropening staan en keek naar haar schoenen. Langzaam tilde ze haar hoofd op en keek hem vermoeid aan.
'Ik heb nieuws, je kunt beter even gaan zitten.' Hij voelde hoe zijn gezicht verstrakte en gebaarde haar naar binnen te komen. Hij plofte neer op zijn onopgemaakte bed en ze volgde zijn voorbeeld.
Ze keek hem nerveus aan en zweeg. Het leek alsof ze niet wist waar ze moest beginnen. Haar paarse tas had ze van de grond gepakt. Ze graaide er wat in maar haalde er niets uit.
'Ik heb nieuws uit Nedden.' Hij veerde op, zijn hart maakte een sprongetje.
'Vertel! Mara? Is alles oké met Mara?'
Ze zuchtte diep en haalde aarzelend een krant uit haar tas.
'Wil je eerst het goede of eerst het slechte nieuws?' De hartslag van Gijs versnelde. De hoop die hij eerder nog had gevoeld maakte plaats voor een blok beton die op zijn schouders drukte. Wilde hij het wel weten?
'Doe eerst het slechte maar.'
'Het is beter dat je het zelf leest.' Met een brok in zijn keel pakte hij de krant aan en sloeg die open. Het was voorpagina nieuws.
Neddense Dagblad
Vermiste boswachter van Staatsbosbeheer hoofdverdachte in vermissingen zaak.
NEDDEN - Recente zoektocht naar vermiste Nathan leverde nieuwe informatie op. Opnieuw mensen vermist.
Trudy Wittewaall van Stoetwegen 28-09-21, Laatste update: 15:10
Vastberaden om de vijfjarige Nathan Butegel te vinden, dat waren honderden inwoners van Nedden en omstreken. Begin september 2021, toen Nathan plotseling verdween, verzamelden ze zich massaal aan de rand van het bos, onder leiding van het Coördinatie Platform Vermissingen. De zoekactie werd ondersteund door Staatsbosbeheer en de politie. Het heft in eigen handen nemen en niet langer lijdzaam toezien. Dat was het doel van de inwoners, de maat was vol.
'Wij willen onze familieleden terug. Het is ondenkbaar dat er geen sporen zijn wanneer er zoveel mensen vermist raken,' geeft Natalja Tranta, één van de deelnemers van de zoekactie, aan.
Mevrouw Tranta vertelt met tranen in haar ogen dat de gebeurtenissen tijdens de zoektocht voor haar onverteerbaar zijn. 'We hadden de jongen gevonden, we hoorden hem huilen in het bos maar raakten hem kwijt.' De verschillende zoekteamgenoten bevestigen haar verhaal. Zij willen vanwege de privacy niet met naam en toenaam vermeld worden. Mevrouw Tranta vermeldt dat de jongen smeekte om te stoppen en bleef huilen om zijn moeder. Ook politieagent Matt Corea bevestigt de verhalen van mevrouw Tranta en de andere leden uit het zoekteam.
'Mijn hond en ik renden op de jongen af toen we hem hoorden huilen. Het was aardedonker dus we konden hem niet snel ontdekken. Opeens hoorde ik Tinus Hazenbeek schreeuwem dat de boswachter hem los moest laten. Er klonken geluiden van een worsteling.'
Mevrouw Tranta vult aan dat ze op een gegeven moment zag dat de boswachter Nathan in zijn armen had. Niet veel later waren Tinus, Nathan en de boswachter spoorloos verdwenen.
Het zoekteam werd in een ander vak in het bos gevonden door de hulpdiensten dan waar ze oorspronkelijk waren ingedeeld om te gaan zoeken. De boswachter zou ze daarnaar toe hebben geleid.
Mevrouw Tranta geeft aan dat de boswachter niet alleen te werk ging. 'Er klonken overal geluiden en voetstappen, ik hoorde Tinus worstelen en moest tegelijkertijd vechten voor mijn eigen leven. Ik werd als een dier opgejaagd. Ik mag dankbaar zijn dat ik er nog ben.'
Alle leden van het zoekteam hebben psychologische hulp gekregen. Premier de Gijselaar heeft opdracht gegeven het Neddense bos voor publiek te sluiten en voert een avondklok in. Tussen acht uur S'avonds en zeven uur s'ochtends mogen alleen mensen met een cruciaal beroep die ouder zijn dan achttien jaar en jonger dan zestig jaar de straat op. De politie, met ondersteuning van het leger, blijven zoeken naar de vermiste boswachter en de andere vermisten. Bij cold cases wordt het dossier nooit gesloten. Familieleden van alle vermisten personen hebben een crowdfunding opgericht. De tip die leidt tot aanhouding van de boswachter of vinden van Tinus, Nathan en/of de anderen vermisten zal rijkelijk worden beloond.
Verslagen keek Gijs naar de krant. Al het bloed was uit zijn gezicht weggetrokken en hij begroef zijn hoofd in zijn handen. Tranen liepen over zijn wangen. Hij was niet één van de vermisten maar een potentiële dader? Een steen vormde zich op zijn borst. Zijn keel werd dichtgesnoerd. Hij kreeg geen lucht en hapte naar adem.
Malia keek hem met tranen in haar ogen aan.
'Het spijt me zo Gijs.' Ze wilde haar hand op zijn schouder leggen. Hij duwde haar weg. Hij was niet in staat om ook maar één woord uit te brengen. Zwaar ademend sloeg hij zijn handen om zijn achterhoofd en probeerde zijn ademhaling tot rust te brengen. Malia keek hem vol medelijden aan.
Hij moest zich nu niet alleen verborgen zien te houden voor de afvalligen maar ook voor zijn stadsgenoten. Jij, ik en Flossy was verder weg dan ooit. Zijn schouders schokten, de tranen blokkeerden zijn zicht. Hij deed geen moeite meer om zich te vermannen. Hij was gebroken.
Malia's ogen waren wijd opengesperd. Ze pakten zijn handen. Hij probeerde zich los te trekken. Ze hield hem stevig vast.
'Kijk naar mij. Doe mij na. Probeer rustig adem te halen. Er verandert niets aan het plan. Je moet leren gedaanteverwisselen, dat is alles.' Hij probeerde haar woorden tot zich te laten doordringen en deed haar ademhaling na. Het duurde voor zijn gevoel een eeuwigheid tot hij uiteindelijk kalmeerde.
'Ik had beter kunnen beginnen met het goede nieuws. We hebben Mara gevonden. Ze is samen met jouw zus. We hebben de Oergiganteumenergie gevonden en meegenomen. De kat waar jij het over had is spoorloos. Er zijn voor nu geen aanwijzingen dat Mara in gevaar is. Mocht de kat een afvallige zijn geweest dan is hij of zij in ieder geval nu verdwenen en lijkt het erop dat vooral jij het doelwit was.'
Gijs haalde opgelucht adem. Dat was in ieder geval iets. Al huilde zijn hart voor zijn dochter die nu zowel haar moeder, haar vader als haar kat moest missen.
'We hebben een boodschap voor haar achter gelaten. Dat alles wat ze in de kranten leest en op het nieuws ziet niet is zoals het lijkt. En je zo snel als je kan naar haar toe komt.'
Gijs knikte. Mara was veilig, dat was het enige wat er toe deed. Hij verfrommelde de krant en smeet hem in de hoek van de kamer.
_______________________________________
De dagen die volgden leken allemaal op elkaar. Jimmy was nog steeds buiten bewustzijn. Verschillende kwakzalvers kwamen bij hem kijken. Geen van allen zagen iets opmerkelijks aan Jimmy. Ze hadden verschillende elixers in zijn wangzak gedruppeld allemaal zonder effect.
Er werd veel gediscussieerd over wat ze nu precies met Jimmy moesten doen. De ene kwakzalver benoemde dat een levensplant de beste optie was voor Jimmy, een andere zei dat Jimmy met dagelijks een beetje energiegevers van anderen het prima een langere tijd zonder voeding zou kunnen stellen.
En anderen vonden dat Jimmy hier niets had te zoeken en terug moest naar de andere wereld. Het kwam er op neer dat iedereen voor een raadsel stond. Er werd besloten om Jimmy tijdelijk energiegevers te geven om tijd te winnen. Alle verkenners droegen een stuk van hun energie af en sloegen dat op in geleiders zoals een steen of ander voorwerp. Wanneer Jimmy vervolgens het voorwerp zou aanraken dan ging de energie in hem over.
Dwight, Leonard, Malia en Gijs stonden omstebeurt energie af aan de levensplant en Nathan. Gijs merkte dat het zijn tol bij iedereen begon te eisen. Niet alleen hij had een grafstemming. Er werd onderling veel gesnauwd en als ze samen waren was de sfeer grimmig. Hij had niet gedachte dat de zwaarte die hij had gevoeld na het vertrek van Lela overtroffen kon worden. Vergeleken met de zwaarte die hij nu ervoer was dat een schijntje. Als hij s'ochtends wakker werd leek de realiteit een nachtmerrie en sleepte hij zich uit bed, door het bos naar de plant en Nathan.
Ook deze ochtend liep hij door het bos. Hij zag een meeuw op een tak zitten. Toen de meeuw hem zag scheerde hij razendsnel naar beneden en transformeerde geruisloos in de nieuwste look van Herbert.
'Herbert!' riep Gijs verrast.
'Ja, dat ben ik jongen. Ik zie dat het transformeren nog steeds niet is gelukt? Anders had je vast niet de look van een depressieve hippie gekozen?'
Gijs rolde met zijn ogen en liep stevig door. 'Ik ben niet in de stemming voor grappen Herbert. Ik ben onderweg naar Nathan en de plant om energie af te staan die ik niet heb.'
Ergens had Herbert wel gelijk, zijn baard was nog nooit zo lang geweest en hetzelfde gold voor zijn haar. Herbert was even opgewekt als altijd. 'Oh dat, bagger hoor jongen, ik heb veel beter nieuws.'
'Wat dan?' vroeg Gijs zonder vaart te minderen.
'We hebben Jacobus gevonden en ook een idee van wat we eventueel zouden kunnen doen.' Gijs vertraagde zijn pas en keek Herbert aan.
'Oh?'
'Ja, echt jongen. Het enige wat we hoeven te doen is het elixer brouwen dat alle energiemagie ongedaan kan maken.'
'Waar wachten we nu nog op?' zei Gijs. Hij voelde zich opeens een stuk lichter.
'Er is één klein probleempje jongen, we moeten eerst het recept zien te bemachtigen.'
'Wat? Bedoel je dat we een elixer moeten brouwen waarvan niemand het recept weet?' bromde Gijs. De zwaarte was weer terug en de hoop zakte door Gijs' schoenen.
'Komt goed jongen, Dorothea en Jacobus dachten dat de genuïen het recept weleens zouden kunnen hebben. Daar moeten we heen.'
'Malia denkt dat iemand de ziel van Nathan probeert uit te drijven,' bromde Gijs toen.
'Ik sta nergens meer van te kijken,' zei Herbert. Ze liepen samen verder.
'Schrik trouwens niet van Dorothea als je haar zo ziet,' zei Herbert.
'Oh?'
'De reis en het zien van haar broer na al die jaren kostte Dorothea veel. Haar streven is altijd om zo weinig mogelijk energie te nemen maar ze heeft nu net echt een flesje pure Giganteumenergie gedronken. Het lijkt nu wel oké te gaan met haar.'
'Waar is ze nu?'
'Ze is gewoon thuis. Dwight is bij haar om te voorkomen dat ze niet gelijk al haar energie aan de jongen geeft.' Gijs schudde zijn hoofd.
'Hoe zit het dan met Dorothea en haar broer?'
'Jacobus was erg blij om Dorothea te zien. Dorothea was uhm wat gereserveerd.'
'Waarom gereserveerd?'
'Tja jongen, ik vind het niet aan mij om te vertellen.' Herbert ogen fonkelde van opwinding.
'Maar?'
'Nou vooruit, omdat je zo aandringt.' Herbert ging zachter praten. Gijs rolde met zijn ogen.
'Jacobus is jarenlang een afvallige geweest. Alle kennis die hij heeft over het kapen is omdat hij dat in zijn jongere jaren zelf in de praktijk heeft gebracht. Dorothea gruwelt daarvan. Het maakte wel dat ze hem op zijn woord geloofde.'
Gijs fronste zijn wenkbrauwen. Herbert had het niet door.
'Jacobus vroeg zich af of het elixer nog ergens in Ligamen aanwezig is. Hij wist zeker dat het niet bij de standaard kwakzalvers te verkrijgen was. Als het er nog is dan zouden de oude genuïen het moeten hebben. Jacobus zelf had het recept ervan niet in ieder geval. Er stonden hem enkel wat noodzakelijke zeer zeldzame ingrediënten bij.
'Laat me raden: verkrijgbaar bij het zwarte meer aan de Essenlaan?' Herbert stopte met lopen en trok zijn wenkbrauwen op. 'Hoe weet jij dat?'
'Doet er niet toe,' bromde Gijs. Hij bleef stug doorlopen. Herbert haalde zijn schouders op en versnelde om Gijs weer in te halen.
'Dorothea vertrouwt Jacobus op zijn woord jongen, nou ik weet het nog niet zo net. Het is een nogal een uhm oude seniele man,' lachte Herbert.
'Zodra je uit beeld bent, hij zijn rug naar je omdraait, vergeet hij dat je überhaupt nog bij hem in dezelfde kamer bent. Dorothea geeft aan dat het extreme aftappen van energie er voor gezorgd heeft er dusdanig veel hersencellen zijn gestorven en zijn geheugen hem daarom voortdurend in de steek laat.'
'Of hij is gewoon dement, zoals veel oudere mensen uiteindelijk worden,' bromde Gijs.
'Tja, wat het ook is jongen, ik mag het eigenlijk niet zeggen. Ik vind het een milde straf voor alle gruwelijkheden op zijn naam, als zeg ik het zelf. Ik had een begrenzer op hem gezet.' Herbert had zijn vuisten gebald en snoof minachtig. Gijs moest aan Berk denken en hoe hij eruit had gezien toen hij een tekort aan energie ervoer; als een afkickende junk die alles over heeft voor een nieuwe shot. Jacobus was dus ook zo geweest?
Ze kwamen aan bij de witte aankomsthal. 'Ik ga weer via het plafond, tot zo jongen.' De meeuw vloog snel weg.
_______________________________
Dorothea zat onder een blauw dekentje in haar grote groene stoel. Op haar schouder zat de spin Tiberius. Hij rende snel van haar schouder haar schoot op toen hij Gijs aan zag komen. Godsamme, enge klote spin. Gijs bleef stokstijf staan. Er zaten ook vlinders op het dekentje, ze sloten hun vleugels regelmatig. Dorothea zag er breekbaarder uit dan ooit. Toch grijnsde van oor tot oor toen ze Gijs zag.
'Tiberius, houdt nou eens op, nu ken je Gijs.' De spin liet zijn giftanden zien en kroop toen in de nek van Dorothea. Hij bleef Gijs met zijn acht ogen aanstaren en maakte af en toe een sissend geluid.
'Kom bij me zitten Gijs,' zei Dorothea. Haar stem leek nog meer te kraken dan normaal. Ze strekte haar arm naar hem uit en pakte zijn hand.
Gijs kreeg automatisch een glimlach op zijn gezicht en dacht aan zijn oma. Hij hurkte naast haar neer . Voor de zekerheid hield hij gepaste afstand. Tiberius gaf hem de kriebels.
'Ik hoorde het nieuws van Malia, Gijs. Het spijt me zo.' Gijs knikte en vocht tegen de tranen die in zijn ogen opborrelde.
'Bedankt Dorothea, maar ik wil het er nu niet over hebben. Ik hoor liever wat jij en Herbert hebben ontdekt.' Dorothea knikte begripvol.
'Weet dat mocht je er over willen praten je bij mij altijd welkom bent Gijs.'
'Bedankt,' mompelde hij.
'Ik begreep van Malia dat jullie ook een idee hebben van wat er met Nathan aan de hand zou kunnen zijn?' vroeg Dorothea met een bemoedigende glimlach.
Haar bril was op het puntje van haar neus gezakt en ze keek hem er overheen bestuderend aan.
'Ja,' zei Gijs grimmig.
'Nu we weten wat er met hem aan de hand zou kunnen zijn, kunnen we er in ieder geval iets aan doen.' Gijs knikte.
'Maar hoe komen we aan het elixer?' vroeg Gijs
Een meeuw kwam door het open raam naar
binnen gevlogen.
'Heel simpel jongen, dat gaan we halen,' zei Herbert met een grote grijns op zijn gezicht toen hij geswitcht was.
'Jullie gaan dat zeker vinden,' zei Dorothea.
'Jullie?' zei Herbert. 'Jij gaat toch ook mee?' Dorothea schudde haar hoofd en sloot vermoeid haar ogen.
'Ik kan helaas niet mee, het kost mij teveel. Ik heb teveel energie nodig en kan weinig geven. Ik zou de balans verstoren.'
Herbert keek Dorothea aan alsof ze gek was geworden. Hij keek haar met grote ogen verontwaardigd aan.
'Ik wil hier niets over horen Dorothea, het is de grootste onzin.' Hij draaide zich om en keek naar één van de grote planten in de kamer. Ze deed haar ogen open en keek hem met een moederlijke glimlach op haar gezicht aan.
'Waarom vind je het zo lastig om te accepteren dat mijn leven spoedig tot een einde komt Herbert? Tweehonderdertien jaar is een mooie leeftijd.' Tiberius maakte een sissend geluid.
'Ik zei, ik wil het niet horen!' Herbert liep met grote passen richting het raam, switchte en vloog schel krassend als een meeuw naar buiten. Dorothea sloot haar ogen weer en schudde haar hoofd. 'Hij redt zich wel.'
'Ik weet dat ik ook nooit wilde dat mijn ouders praatten over hun sterfelijkheid,' zei Gijs. 'Zelfs op het moment dat mijn moeder daadwerkelijk overleden was duurde het lange voordat ik dat ook kon geloven.'
Dorothea knikte: 'Mooi hè, hoe liefde werkt. Sterven hoort bij het leven. Ik heb een mooi leven gehad. Ik zal blij zijn als mijn lichaam de aarde en bomen van energie kan voorzien zonder er iets voor terug te hoeven vragen. Mijn energie gaat niet verloren, het krijgt alleen een andere vorm.'
'Ik denk dat dat te simpel is gedacht Dorothea, er gaan een heleboel mensen en dieren je missen.' Ze opende haar ogen en knipoogde naar hem terwijl ze haar bril weer goed op haar neus drukte. De spin maakte een rattelend geluid en had zijn ogen gesloten. Af en toe ging er snel nog één oog open.
'Ik ben voorlopig nog niet van plan om te gaan, niet voordat de jongen veilig en wel terug is bij zijn ouders en jij herenigd bent met je dochter.'
'Jimmy, is hier nu ook, één van mijn beste vrienden. Hij is helaas net als Nathan buiten bewustzijn.'
'Oja, dat was ik nog vergeten. Ik ben niet van plan om te gaan voordat Nathan veilig en wel terug is bij zijn ouders, jij herenigd bent met je dochter en ook jouw goede vriend veilig en wel weer thuis is gekomen.'
Daarnaast zou ik ook nog wel een laatste keer een beetje uit de band willen springen,' giechelde ze. Gijs keek haar verrast aan, ze had een ondeugende blik in haar ogen. En even zag Gijs een glimp van het meisje wat ze ooit was geweest.
'En wat ga je dan doen Dorothea? Als je alles mocht kiezen?'
'Dan zou ik nog voor een laatste keer naar het hoogste punt van Ligamen willen vliegen als een adelaar en daar de zon zien ondergaan en weer opkomen waarbij ik heel Ligamen kan overzien.' Gijs zag dat ze tranen had in haar ogen.'
'Waarom precies dat?'
'Ik heb dat ooit eerder gedaan als tiener, met één van mijn meest dierbare personen. We beloofden elkaar ooit terug te gaan. Spijtig genoeg is dat er nooit meer van gekomen. Nu wil ik het doen voor ons samen.' Gijs glimlachte en knikte.
'Wat is er met degene gebeurd?' Dorothea's blik verstrakte. Ze zuchtte.
'Het is al bijna tweehonderd jaar geleden maar ik vind het nog steeds moeilijk om over te praten. Ik laat het je liever zien. Pak jij het gedachte-elixer uit de kast? Het is het doorzichtige kleurloze drankje. Gijs knikte en liep naar de glazen kast. Hij gaf het flesje aan Dorothea. Ze schudde haar hoofd.
'Neem jij eerst maar twee slokken.' Gijs deed wat ze van hem vroeg. Daarna zette ze met trillende handen het flesje aan haar mond en nam een kleine slok.
'Leg je hand op mijn hoofd Gijs.' Ze sloot haar ogen en Gijs deed hetzelfde terwijl hij zijn hand zachtjes tegen haar wang aan hield.
Hij zag alles door de ogen van een veel jongere Dorothea. Ze lag in het watervalbad onderaan een waterval. Een kleine gekleurde vis zwom met veel snelheid door het water en sprong omhoog. Twee tienerjongens aan de kant op het droge klapten in hun handen. Arvid, de jongen met blonde krullen keek haar stralend aan. Ze voelde dat ze moest blozen en wende haar blik af. In haar buik vormden zich vlinders.
'Nu jij Dorothea!' riep Arvid. Ze kreeg een warm gevoel van binnen en lachte. Ze zou hen eens wat laten zien. Ze liet zich onder water zakken en concentreerde zich op het dier dat ze wilde worden. Niet veel later voelde ze haar lijf schokken en veranderde ze in een vliegende vis. Het water liep door haar kieuwen en gaf haar zuurstof. Geruisloos zwom ze door het water, ze maakte steeds meer vaart en sprong zo hoog als ze kon uit het water. Ze hoorde de jongens aan de kant joelen en switchte terug.
Ze wist dat ze ze allemaal verslagen had. 'Dat is niet eerlijk Dorothea,' riep Evert. 'Je werd een vliegende vis.'
'Het moest een bestaande vis zijn uit de andere wereld Evert. En vliegende vissen kennen ze ook daar,' lachte Dorothea zelfingenomen. Evert sprong in het water en spetterde Dorothea nat. Arvid deed hetzelfde. Ze voelde hoe hij subtiel met zijn been onder water haar been aanraakte. De anderen hadden het niet door. De vlinders in haar buik fladderde hevig en ze pakte zonder dat de anderen het merkte zijn hand vast. Zijn groene ogen boorde zich in de hare. Vanavond zouden zij en Arvid voor de derde keer naar het hoogste punt van Ligamen vliegen samen. Ze had hier zo naar uit gezien.
Hij keek haar plagend aan en veranderde toen in een grote snoek en zwom er vandoor. Evert, Castor en daarna Dorothea volgenden en switchten ook in grote vissen. Met zijn vieren zwommen ze onder de waterval door en weer terug.
Opeens zag Dorothea een grote zeearend zitten bovenaan de waterval. Ze besteedde er geen aandacht aan. De sterke energie in Ligamen zorgde ervoor dat ook de dieren elkaar niet eten.
De zeearend vloog pijlsnel naar beneden, vlak boven het water en greep met zijn klauw Dorothea uit het water. Ze voelde zijn klauwen haar schubben doorboren. Ze probeerde terug te switchen. Het lukte niet, het zuurstofgebrek, de paniek en pijn zorgden ervoor dat ze zich onvoldoende kon concentreren. De zeearend legde haar happend naar adem boven aan de waterval op het droge. Ze hoorde beneden de jongens schreeuwen en terug switchen. Net op het moment dat ze de strijd wilde opgeven zag ze haar eigen gezicht haarscherp voor zich. Haar vissenlijf begon te schokken en ze switchte terug in zichzelf.
Luid hoestend en naar adem happend keek ze met grote ogen naar de zeearend. Haar hart bonsde in haar keel. Er zat bloed op haar rug en haar armen.
'Laat haar gaan,' hoorde ze Arvid schreeuwen. Het lijf van de zeearend begon te schokken en veranderde in een man met half lang vet slierterig haar. Zijn bulderende lach ging door merg en been. Het was Vixen. Dorothea voelde alle bloed uit haar gezicht wegtrekken bij de aanblik van zijn gezicht. Hij trok hardhandig haar hoofd naar achteren aan haar haar.
'Drinken! Of ik vermoord jullie allemaal.' Ze nam een slok van de rode schuimende drank. Het werd helemaal warm van binnen en haar ogen vielen bijna dicht. Ze vocht tegen de slaap en zag Arvid, Evert en Castor ook omhoog vliegen in de vorm van een adelaar. Arvid hield zijn klauwen recht voor zich en vloog recht op Vixen en Dorothea af. Het was te laat. Vixen nam een slok uit een flesje met groen brokkelige vloeistof. Legde zijn hand op het hoofd van Dorothea en versmolt met haar lichaam.
Scherpe pijnscheuten gingen door haar hoofd. Ze voelde hoe hij langzaam haar lichaam overnam. Een mechanisch stemgeluid klonk uit haar keel.
'Dit is nog maar het begin, sluit je bij ons aan. Anders zal het net zo met je af kunnen lopen als met deze troela.' Ze was enkel nog een toeschouwer. Hoe hard ze ook vocht, het lukte haar niet. Ze wilde schreeuwen. Zelfs dat lukte niet. Ze liep steeds dichter naar de rand van de waterval en keek naar beneden. Enkel rosten. Als hij haar dwong te springen zou ze te pletter vallen. Ze sprong.
Evert probeerde haar met zijn klauwen vast te grijpen . Ze was te zwaar en hij verloor de grip op haar. Dorothea voelde hoe haar lijf begon te schokken. Vixen maakte zich los van haar en vloog als een zeearend weg. Ze sloot haar ogen. Ze probeerde zich te concentreren, het beeld van een vogel voor zich te zien, maar in haar hoofd flitste heel haar leven aan haar voorbij en ze voelde zich zo moe. Ze zou deze val niet overleven. Ze hoorde het wanhopige gekrijs van de adelaars. Ze maakte zich klaar voor de klap.
Het geluid van brekende botten. Scherpe pijn ging door haar lijf. Het was minder pijnlijk dan ze zich had voorgesteld. Ze lag stil en ze leefde nog. Ze opende haar ogen en zag toen waar ze de zachte landing aan had te danken.
De adelaar staarde haar met zijn groene ogen aan en liet toen zijn kop hangen. Zijn lijf begon te schokken en langzaam veranderde hij in Arvid. Er kwam bloed uit zijn mond en hij staarden met ogen open zielloos naar de lucht in.
Razendsnel schoot ze overeind. 'Neeeeeeee,' huilde ze. 'Help doe iets,' schreeuwde ze. De tranen liepen over haar wangen. Ze sloeg met haar vuisten op zijn borst, schudde aan zijn schouders.. Evert en Castor renden naar haar toe en grepen haar vast.
Ze probeerde zich los te rukken. 'Help hem dan,' schreeuwde ze. Evert en Castor legden hun hand op de borst van Arvid. Er gebeurde niets. Verslagen keken ze elkaar aan.
'Hij is dood Dorothea.' Dorothea trilde over haar gehele lichaam. Haar hart was zojuist verbrijzeld
Dorothea pakte zijn hand vast en legde hem op zijn schoot. Met open mond keek Gijs haar aan. Zijn hart bonsde in zijn keel. Zijn keel had zich samengeknepen. Hij pakte haar vergroeide hand vast.
'Oh Dorothea, wat vreselijk.'
Ze had tranen in haar ogen en haar lip trilden.
'Zelf na al die jaren kan ik er nog niet over praten, maar nu weet je het.'
Ze kreeg een wazige blik in haar ogen en Gijs kon zien dat ze in gedachten verzonken was. Zwijgend bleven ze even naast elkaar zitten.
Na enige tijd keek Dorothea naar hem en glimlachte. 'Neem mij niet kwalijk, ik was even in gedachten verzonken. Dit was voor 1899, het precieze jaartal weet ik niet meer. Het was in ieder geval het begin van jarenlange wreedheid en ellende binnen Ligamen. Dat maakt ook dat ik er alles aan wil doen om Ligamen zoals het nu is te beschermen. Ik hoop echt dat jij, Malia en Herbert terug willen gaan naar de genuïen. Gijs slikte en knikte.
'Als ze het elixer zelf niet hebben dan hebben ze op zijn minst de formule. Er is haast bij.'
'En Nathan en jij dan en niet te vergeten Jimmy?' bracht Gijs uit.
'Wij redden ons wel. Ik, Dwight en Leonard zorgen voor Nathan en Jimmy. Ik zal aan Malia vragen of er nog verkenners zijn die ze ook in vertrouwen durft te nemen zodat zij kunnen helpen met energie geven.' Gijs knikte.
'En ik zal alles wat ik kan voor jouw goede vriend Jimmy doen Gijs. Zodra ik weer goed ter been ben ga ik naar hem toe.'
'Wat maakt dat je niet transformeert in een jongere versie van jezelf Dorothea?'
'Op een gegeven moment heb je alles wel gezien Gijs en is die poespas vooral gewoon vermoeiend. Hoe ouder hoe meer energie alles kost en hoe minder reserves je weg te geven hebt. Van iets wat al versleten is iets nieuws maken is complexer dan iets nieuws veranderen of een beetje oplappen. Ik zou meer nemen dan geven en dan raakt de balans echt verstoord.'
Gijs fronste zijn wenkbrauwen en schudde zijn hoofd. 'Ik ken niemand die zoveel geeft Dorothea, als jij.' Ze glimlachte flauwtjes.
'Mijn manier van geven kost geen energie Gijs. Ik moet nu gaan rusten, dan ben ik zo spoedig mogelijk weer zo fit als een hoentje.'
Gijs verliet de kamer en liep door de boom naar buiten de hal in. Hij weerstond de verleiding om eens een andere hal in te slaan en van daaruit te ontdekken wat er nog meer was in Ligamen. Zou hij Lela kunnen vinden? Hij schudde zijn hoofd. Er was geen tijd te verliezen, het leven van Nathan stond op het spel. Hoe graag hij ook terug wilde naar Mara, hij had Nathan beloofd hem terug te brengen naar zijn ouders. En daarnaast was Jimmy hier nu ook, die kon hij ook niet achterlaten. Mara was veilig bij zijn zus. Hij zou haar alles uitleggen en misschien heel misschien als de rust hier was wedergekeerd kon hij haar hier naartoe brengen zodat ze alles met eigen ogen kon zien.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top