2 | De ogen van een uil

Ik strompel het klaslokaal uit en loop met haastige passen naar de conciërge. Ik moet nu direct naar huis, ik ben ziek. Ik moet gewoon even liggen en dan komt alles weer goed. Dan gaan die hallucinaties vanzelf wel weg.

Met die gedachte in mijn hoofd meld ik me ziek en loop ik richting huis. Met ferme stappen loop ik door de straten. Ik adem de frisse buitenlucht in en voel me al een stukje rustiger worden. Ik kijk om me heen en laat de rust op me inwerken. De stralende lentezon, de levendige bloemen, de-

Mijn oog valt op een glinsterend voorwerp op de stoep. Verbaasd kijk ik er naar. Wat is dat nou weer? Ik zak door mijn hurken en bestudeer het van dichterbij.

Een in zilveren uitgesneden uiltje aan een ketting staart me aan. Rondom het uiltje staat een tekst geschreven. Ik knijp mijn ogen samen om het te kunnen lezen. Geïrriteerd draai ik mijn hoofd, maar de letters zijn te klein. Ik kijk twijfelend naar mijn handen.

'Gedraag je', mompel ik zachtjes.

Ik pak de ketting voorzichtig op en bekijk het medaillon. 'The eyes of an owl', lees ik voor. Ik frons mijn wenkbrauwen en sta bedenkend op. Ik kan dit niet houden, het ziet er kostbaar uit.

Ik wrijf met mijn vinger over het uiltje en voel een raar gevoel opkomen. De ogen van het uiltje houden de mijne vast en trekken me naar hem toe. Uit paniek sluit ik mijn ogen.

'Nee, nee, laat dit stoppen', prevel ik paniekerig. Het gevoel wordt sterker en dan opeens... stopt het weer.

Voorzichtig open ik mijn ogen. Het is donker en het enige wat ik hoor is gefluister. Na een paar seconden kan ik de vormen van een man en vrouw onderscheiden uit de duisternis.

'Nou, dit is een leuke afwisseling van omgeving.'

'Het is een gevangenis cel.'

'Ik was sarcastisch.'

De vrouw kijkt hem met een boze blik aan. 'Ik dacht dat je plannetje zo "briljant" was?' snauwt ze in zijn gezicht. Een brede grijns vormt zich rond zijn lippen. 'Misschien heb ik een paar dingetjes over het hoofd gezien.'

Verward kijk ik naar het stel. Ik ken deze mensen helemaal niet? Plots begint de ruimte voor mijn ogen te draaien en paniekerig probeer ik houvast te vinden aan een voorwerp. Ik sluit mijn ogen en probeer niet te gillen. Wat gebeurt er toch met me?

Het draaierige gevoel is gestopt en langzaam open ik mijn ogen.

- De vorige avond -

De vrouw sipt aan haar drankje en houdt haar ogen op de toiletdeuren gericht. 'Als Raoul nou ook een keer op kon schieten en plassen met de snelheid van een man in plaats van als een vrouw die ongesteld is, zou het fijn zijn', hoor ik haar mompelen.

Als hij naar buiten gelopen komt, steekt hij een sigaret in zijn mond en loopt met zijn afzakkende broek naar haar toe. Ze geeft hem een arrogante blik en springt van haar kruk af. Ze gooit de restanten van haar drankje achterover en slaat haar haar naar achter waardoor het zilveren kettinkje zichtbaar wordt.

'Zo, hèhè. Meneertje is ook een keer klaar?' zegt ze spottend. Hij lacht en legt zijn hand rond haar schouder. 'Zusje toch. Je hebt het gen voor geduld duidelijk niet geërfd.'
Hij lacht bulderend om zijn eigen grap. Ze haalt zijn hand van haar schouder af en pakt haar tasje op. 'En jij het gen voor humor niet.'

Ze loopt de bar uit en ik lijk automatisch mee te zweven. De klamme buitenlucht komt me tegemoet. De man rent achter ons aan en haalt de auto van het slot. Met een agressieve beweging maakt de vrouw de deur open en gaat zitten. Ze gooit de deur achter zich dicht en slaat haar armen over elkaar.

'Ik haat het dat ik dit moet doen', moppert ze. Raoul kijkt haar aan en trekt een pruillipje.
'Ik zou me ook best als aantrekkelijke vrouw willen verkleden, maar dat is toch wat risicovoller schat', zegt hij met een sarcastische ondertoon. Ze rolt met haar ogen en laat een vermoeide zucht horen.

'Het is dat ik het geld nodig heb, anders... anders...'

'Jaja zusje, ik weet het. Dan zou je je lichaam nooit gebruiken om een "achterlijk zwijn" te verleiden en af te troggelen. Je bent sterker en beter dan dat en blablabla.'

Ze kijkt hem verbijsterd aan en heft haar hand op. Verdedigend doet hij zijn handen omhoog.

'Hey, dat is wat je elke keer zegt. Ik weet het riedeltje ondertussen wel uit mijn hoofd.'

Hoofdschuddend klikt ze haar gordel vast. 'Maar ik méén het. Ik wil mijn lichaam niet gebruiken voor geld. Dit is echt de laatste keer.'
Ik zie aan haar dat ze die woorden graag wilt geloven, maar het is alsof ze zelf weet dat het nooit waarheid zal worden.

'Probeer er de volgende keer gewoon een te vinden waar ik dit niet hoef te doen', zucht ze. 'Prima zusje', zegt de man waarna hij de auto opstart. Hij rijdt de parkeerplaats af en rijdt oplettend door de straten.

De vrouw klapt de zonneklep open en kijkt in het spiegeltje. Even ben ik bang dat ze me kan zien zitten, maar niets aan haar gedrag laat dat blijken. Ze wrijft haar lippen over elkaar en keurt haar lippenstift voor een laatste keer. Haar stijle haren stopt ze in een hoge staart en ze plukt er een paar plukken uit voor een speelser effect. Ze glimlacht vies naar zichzelf en klapt de klep dan dicht.

Raoul laat de auto tot stilstand komen voor een witte villa met een grote tuin voor de ingang. Twee brede bewakers staan op wacht voor de hekken. Een andere man bekijkt de uitnodigingen die de mensen aan hem overhandigen. De vrouw wendt haar blik van de mannen af en kijkt naar Raoul.

'Wat zijn wij van elkaar?' vraagt ze aan hem.

'Je bent mijn secretaresse en geheime minnares', grijnst hij. Vermoeid kijkt ze hem aan en maak een kots gebaar. Ze pakt haar tas en stapt op haar hakken uit de auto. Ze strijkt het strakke jurkje glad en zet een glimlach op haar gezicht. Raoul komt naast haar staan en slaat zijn hand rond haar heupen. Ze lopen richting de hekken en terwijl ze dat doen kan ik zien hoe alle ogen op de vrouw plakken. Ze loopt met zelfverzekerde stappen door.

'Goedenavond. Mr Quinn en Ms Quinn', zegt Raoul waarna hij de uitnodiging overhandigt. De bewakers houden hun ogen met moeite vooruit gericht en de uitsmijter slikt terwijl hij naar de uitnodigingen kijkt. De vrouw lijkt een overdadigend effect op mannen te hebben.

'Prima', mompelt de man met een knikje naar de villa. Raoul en de vrouw stappen door het hek. Mijn adem stokt in mijn keel als de bewaker me recht in mijn ogen aankijkt. Even denk ik dat het over is en hij me tegen zal houden.

Zijn hand reikt naar mijn schouder en ik sluit mijn ogen. Ik slik een brok weg, klaar voor wat er ook gaat gebeuren. Tot mijn grootste verbazing voel ik niks. Ik open mijn ogen en kijk naar de hand die door mijn schouder heen zit. Geschokt kijk ik achterom en zie een vrouw achter me. Zijn hand rust op haar schouder.

Met een ruk haal ik mezelf van de plek af en kijk met grote ogen naar mijn handen. Ze beginnen ongecontroleerd te trillen. Ik probeer houvast te vinden aan de muur naast me, maar mijn hand gaat regelrecht door de stenen heen. Ik kijk beduusd naar het stel dat ik de hele tijd volg. Ze zijn bijna bij de ingang van het gebouw

Met snelle stappen loop ik hun richting uit. Ik zal maar bij ze moeten blijven, anders weet ik niet hoe ik hier ooit nog uit moet komen...

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top