1 | Als muziek in mijn oren

'Maar hoe dan!? Ik snap er gewoon helemaal niks van!' prevel ik geïrriteerd. Sarah laat een dramatische zucht horen en wijst met haar vinger naar de som. 'Je moet gewoon deze logaritme mín deze doen en dan krijg je die andere. Leer die basisregels nou eens uit je hoofd Leen!'

Ik rol met mijn ogen en kras wat cijfertjes neer op mijn schrift. 'Zo, klààr! Kunnen we nu eindelijk eens gaan kletsen?'

Sarah probeert me een strenge blik te geven maar een grijns neemt de overhand. 'Jij wílt ook gewoon je examen niet halen hè?' zegt ze spottend.
Ik haal mijn schouders op. 'Jawel hoor, alleen dat achterlijke wiskunde toch, wat een gedoe.'
Ik wuif het weg en draai me dan om naar Nolan. Ik buig me over zijn tafel en trek de koptelefoon van zijn hoofd af.

'Wat ben je ongezellig vandaag zeg', zeg ik met gefronste wenkbrauwen. Hij haalt zijn schouders op en probeert zijn koptelefoon terug te pakken. Ik houd hem tegen en schuif mijn stoel naar achter.

'Laat me eens horen waar je naar luistert.' Ik schuif het draadloze ding over mijn oren.

Ik schrik op als ik een schelle vrouwenstem hoor.

'Zorg toch eens dat je een keer thuis bent!'

Verward kijk ik naar Nolan.

'Het is de hele dag maar werk, werk, werk! Het zou me niet verbazen als je straks in bed ligt met de eerste beste stagiaire!'

Ik haal de koptelefoon een stukje van mijn oren. Ik frons mijn wenkbrauwen lichtjes en klem mijn kaken op elkaar als ik een ijzige mannenstem hoor.

'Mens! Je ligt helemaal overhoop! Zie je jezelf? Je voedt je zoon op in deze rotzooi! Hij kan amper van een bord eten waar geen sigaretten peuk op zit, of drinken uit een glas waar geen restje drank in zit!' Schreeuwt hij.

'Ik voed onze zoon tenminste op!' Krijst de vrouw met overslaande stem.

Ik ruk de koptelefoon van mijn hoofd af en kijk Nolan geschokt aan. Mijn mond valt een stukje open en ik kan geen woorden vinden.

Sarah en Nolan kijken me met opgetrokken wenkbrauwen aan. 'Was het niet leuk?' vraagt hij met een vragende blik in zijn ogen.

'W-'

Is het enige wat over mijn lippen rolt. 'We dachten dat je een grapje wel kon appreciëren', zegt Nolan met een grijns. Een benauwd gevoel kruipt naar mijn borstkas.

'Wat is dit nou weer voor achterlijke grap, dat is niet iets om mee te spotten', zeg ik verontwaardigd. Nolan tuit zijn lippen en trekt zijn wenkbrauwen hoog op.

'Oh sorry hoor. Ik had niet verwacht dat je het liedje Vroem van Famke zó erg zou vinden.'

Mijn ogen worden groot en mijn mond zakt open. 'W...wat?' stotter ik verward. Ze kijken me met een vragende blik aan. 'Vroem, het liedje dat je net hoorde', legt Nolan uit.

Ik kijk naar de koptelefoon in mijn handen. Wat heb ik zonet gehoord? Ik onderdruk het rare gevoel in mijn buik en kijk Nolan en Sarah met een neppe lach aan.

'Ahaaa, ja ik maakte maar een grapje. Al had dat liedje mijn oren er haast af kunnen blazen, zo vreselijk als het is.'
Ze lachen om mijn opmerking en ik draai me opgelucht om. Ik klem mijn vingers rond de koptelefoon en sluit mijn ogen. Ik adem diep in en voel een trekkend gevoel opkomen. Iets in mijn hoofd lijkt me mee te willen sleuren. Het trekt harder en harder, tot het plots... stopt.

Ik open mijn ogen en sta in de keuken van Nolan's huis. Verbaasd kijk ik rond me heen en zie zijn ouders in de rommelige woonkamer staan. Zijn vader heeft zijn pak nog aan en zijn moeder ziet er onverzorgd uit. Haar grijze joggingbroek hangt als een zak om haar benen en haar shirt zit vol met gaten. Haar haar steekt alle kanten uit en haar mascara is uitgesmeerd over haar wangen. 

'Misschien als je er een keer was, zou alles beter zijn', fluistert ze woedend. De man klemt zijn kaken op elkaar en stapt dichter naar haar toe. Hij wijst met zijn vinger dicht op haar gezicht. 'Je kunt mij hier de schuld niet van geven. Altijd, altijd zoek je het bij iemand anders. Het is nooit jouw schuld', sist hij woedend. De vrouw krimpt ineen en kijkt naar de grond.

'Je...' stottert ze. 'Je...'

'Ja wat is er? Wurm het maar uit die grote mond van je!' schreeuwt Nolans vader. Zijn moeder loopt rood aan en stapt dichter naar hem toe.

'Je bent gewoon een vuile klootzak!' krijst ze waarbij het speeksel uit haar mond vliegt.

Het volgende moment klinkt er een doffe klap en valt ze op de grond. Ik kijk naar de trap en zie Nolan naar beneden rennen. Hij haast zich naar zijn moeder toe en bukt zich naast haar neer. 'Mam, mam!' prevelt hij paniekerig. Hij tikt haar zachtjes tegen haar wangen aan maar krijgt geen reactie.

Hij richt zijn bruine ogen op naar zijn vader. Ik kan de angst maar tegelijk ook woede in zijn ogen zien. Hij klemt zijn kaken op elkaar en balt zijn vuisten. Hij kijkt zijn vader recht aan en opent zijn mond.

'Rot op', sist hij vol woede. Zijn vader kijkt hem onaangedaan aan. 'Ik zei rot op!' schreeuwt Nolan nu met kracht in zijn stem. Zijn vader grijnst maar verzet geen stap. Nolan stapt woedend naar hem toe. 'Je bent er nooit en als je er dan bent, is gedoe het enige wat je brengt. Dus ga... ik hoef je niet meer terug te zien, nooit.'

Bij het woordje "nooit" hoor ik de trilling door in zijn stem. Nolan wijst vastberaden naar de deur. Zijn vader zucht en zet een stap naar achter. Hij pakt Nolan bij zijn schouders en kijkt hem vermoeid aan. Ik zie dat Nolan zich in moet houden.

'Zoon...'

Uit het niets haalt hij uit naar het hoofd van Nolan. Nolan bukt maar zijn vader's knokkels raken zijn voorhoofd. Nolan grijpt naar zijn hoofd en valt door zijn knieën. Zijn vader loopt langs hem heen en verlaat het huis.

Geschrokken kijk ik naar het tafereel voor me. Nolan met een bebloed hoofd, zijn moeder bewusteloos op de grond. Met grote ogen loop ik naar hem toe.

'N...nolan?'

Geen reactie.

Ik hurk naast hem neer. 'Nolan?' Hij reageert niet en draait zich naar zijn moeder. Hij legt zijn hoofd op haar buik en sluit zijn ogen. Een traan verlaat zijn ooghoek.

Met een benauwd gevoel sta ik op. Ik pak mijn hoofd tussen mijn handen en probeer mijn ademhaling onder controle te krijgen. Adem in, adem uit. Adem in, adem uit.

'Hey! Hey Eighleen!' Sarah schudt me voorzichtig heen en weer. 'Adem in, adem uit', hoor ik Nolan zeggen die tegenover me is komen zitten. Ik kijk hem met grote ogen aan en kijk dan naar de koptelefoon die tussen mijn vingers geklemd zit. Geschrokken leg ik het ding op tafel.

'Je was opeens helemaal weg', fluistert Sarah onthutst. Ik kijk haar aan en glimlach waterig naar haar. Ik voel mijn ademhaling rustiger worden en kijk Nolan weer aan. Zijn bruine ogen staan zacht en vragend. Als ik ze zo zie zou ik nooit kunnen verwachten hoe veel woede ze uit konden stralen. Ik kijk naar de pluk haar die voor zijn voorhoofd hangt. Twijfelend breng ik mijn hand naar zijn hoofd. Voorzichtig veeg in de haren weg.

Ik voel mijn ademhaling weer versnellen en laat het haar vlug los.

Het was daar.

De wond was daar.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top