Hoofdstuk 47:

Ik sta op.
Die mate maakt aanstalten me tegen te houden.
'Waag het niet me tegen te houden.'

Ik ga met Iken praten, wat dan ook.
Ik schud hem voorzichtig wakker.
'Iken, we hebben een probleem.' Hij antwoordt slaperig. 'Hebben we dat?'
'Ja. Een zekere persoon die ik al een tijd probeer te ontwijken.'
'Geen probleem, ik bescherm je.'
'Ik maak me eerder zorgen over jou. Mezelf kan ik beschermen, maar die gast is een weerwolf. Ik weet niet of jij hem aankunt, mocht hij zich opeens bezitterig en dominant gaan gedragen. Het probleem is dat ik het hem nog zie doen ook.'

'Geen zorgen. Ik doe hem niks.'
Ik spreek hem hardop aan. 'Zeg dat hardop tegen ons, in onze gezichten, niet zo laf via een telepathische connectie die ik niet wil hebben.'

'Hoeveel keren heeft hij je al kwaad gemaakt?'
'Meer dan ik nog kan tellen. Dat aantal gaat alleen nog maar groter worden, vrees ik. Houd je er maar even buiten.'

'Je moet ons in het gezicht aankijken en beloven dat je ons niks aandoet.'
Durft hij het ons in het gezicht te vertellen? Zou hij niet proberen te liegen?
Ik ben een ninja. Als iemand moet kunnen zien wanneer iemand liegt, moet een ninja dat zijn.

'Rox, zeg hem te praten. Ik kan zo niet inschatten hoe snel ik hem hier weg wil hebben.
'Hoezo is dat nodig?'
'Ik wil weten wat zijn intenties zijn voordat ik hem verban. Als hij stil blijft steek ik hier en nu neer.'
'Kwaad zeg.'
'Sarcastisch antwoorden is niet bepaald goed voor jouw huidige situatie. Zeg hem te praten. Geef mijn dreigement ook maar door.'
'Ugh. Zal het doen.'
'Nu graag.'

Ik wacht.
'Ben je wel hier Syl?'
'Dat ben ik Iken. Ik wacht op een antwoord.'
Hij kijkt verward.
'Niet van jou. Van hem.'
Ik werp een blik over mijn schouder.
'Lijkt zijn tong ingeslikt te hebben.'
Ik knik naar Iken. Goede beschrijving van de situatie.
Vervolgens vraag ik die mate of hij mijn dreigement al heeft doorgekregen.
Roxy is ook nergens goed voor.

'Niet zo'n grote mond tegen mij opzetten! Ik ben haar mate en dat weten we allemaal.
'We weten ook allemaal dat ik niet gecharmeerd ben door jou. Het tegendeel eerder.'
'Maar Ka-'
Die naam weer.
'Noem me niet Kattenoog. Ik heb een fatsoenlijke naam.'
'Syl. Ik houd echt van je. Je bent speciaal voor mij. Ik dacht dat je een koosnaampje verdiende.'
'Alleen van iemand met wie ik een relatie heb. Roxy kan je vertellen hoe het daar mee gaat.'
'Nou. We zijn nu samen, jij bent gemarked. Volgens haar zitten we goed op schema.'

Daar wil ik het ook nog over hebben.
'Heb je echt zo'n tunnelvisie? Denk je echt dat alles alleen maar volgens jouw plan kan? Zie je niet dat ik niet geïnteresseerd ben? Zie je niet dat ik al een relatie heb? Is het nooit in je opgekomen dat je toestemming moet vragen om gaatjes in iemands nek te zetten? Komt het niet in je op dat Roxy geen toestemming kan geven? Ga je nu eindelijk een keer beloven dat je ons niks aan zal doen?'

Hij loopt weg.
Iken haalt hem naar de grond.
'Je moet ons nog iets beloven.'
'Ik heb jou niks te beloven.'
'Beloof het Syl dan.'
'Inderdaad. Beloof het mij. Kijk in de ogen en beloof dat je ons niks aan zal doen.'

'Syl. Ik beloof je dat ik niks zal ondernemen om jou, of hem, leed te laten ondervinden.'
Hij liegt. Hij liegt. Ik zie het aan zijn gezicht. Ik hoor het aan de woorden die hij gebruikt.
'Ga weg jij. Er zit geen greintje deugdelijkheid in jou. Leugenaar. Je kan nu weggaan of heel kort wachten tot ik mijn ninjato heb gepakt om je te doden.'

Hij vertrekt.
'Daar zijn we nog niet vanaf.'
'Nee. Hij zit zelfs nog achter de deur.'
Ik zie door de naden van de deur heen. Iets wat mijn ninja-instinct me laat doen.
'Ze vroeg je weg te gaan.'
'Ik was nog vriendelijk. Ik ben binnen het einde van mijn zin buiten om je neer te steken.'
Ik heb al gelopen om hem de indeuk te geven dat ik het meen. Als hij slim is, dan wist hij exact wat er aan het eind van de zin zou komen.
Ik open de deur.
'Zie ik eruit alsof ik je zal laten leven?'
Hij spurt weg.
Hij gaat nooit verstandig worden.

'Iken. Wanneer we hier weg zijn, met Dako, vertel me dan bij welke clan je hoort.
'Dat zal ik zeker doen. Ik zou niet willen dat we elkaar nooit meer zien.'
Hij kust me.
Dit. Dit is oprechte liefde. Dit is niet valse troep, bedacht door een stel wolven in de hoofden van mensen.

We hebben alle spullen die we nodig hebben gepakt. Onze tassen staan nog op de kamer.
We gaan beginnen.
Eerst naar de barrakken. Voor de zekerheid hebben we een naginata nodig. Ik verwacht in de barrakken genoeg naginata en te weinig sobere samourai om ze te verdedigen.
Er is bijna niemand.
Van wie er is, kan ik niet zeggen dat ze helemaal sober zijn.

Vlakbij de deur staat een naginata. Perfect.
Ik laat me op de grond zakken en kruip naar de naginata toe.
Ik leen deze even, voor onbepaalde tijd.
Ik kantel hem om. Het zwaartepunt ligt nu naast de onderkant en hij kan niet tegen een muur leunen.
Ik draai me op mijn rug. De naginata valt precies in mijn handen.
Ik kruip terug naar de deur.
We lopen terug, langs onze kamer en naar de kerkers.

Ik zit voor de deur en bekijk het slot. Het ziet er stevig uit. Drie of vier pinnen die ik in de juiste positie moet krijgen.
'Geef me jouw gereedschap hiervoor eens. De Shiverthorn hebben ze me nooit gegeven.'
'Ze hadden moeilijk die van mij kunnen geven.'
'Geef maar gewoon.'
Het slot geeft niet mee
'Kom op. Een pin, dan lukt de rest me ook wel.'
Ik haal het gereedschap weg. Straks breek ik het nog. Dat maakt geluid. Ongewenst geluid.

Volgende plan. Bevat ook geluid, maar dan zijn we wel binnen.
De naginata valt naar beneden. Ik heb hem de grootst mogelijke boog gegeven. Het slot valt zo van de deur.
Ik hoor samourai aan de andere kant opschrikken.
Ik duw de deur open en stap na Iken naar binnen.

Weer een hoofdstukje, we komen steeds dichterbij het einde van het verhaal. Ik vind het ook jammer. Ik organiseer trouwens een spel 'Weerberen van Silver Creek'. Een soort van 'Weerwolven van Wakkerdam'. Als je geïnteresseerd bent, geef je op!

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top