Hoofdstuk 33:

Mijn linkerbeen beweeg ik omhoog.

'Hey, Rox, let eens op of je mensen aan hoort komen. En geef het door. Ik moet focussen op een vloer.' 'Ay miss, begrepen.'

Mijn voet zakt iets voor waar ik hem van de grond haalde weer naar beneden.
Met het grootste geduld zet ik mijn tenen op de nachtegaalvloer. De rest van mijn voet zet zich er voorzichtig achter. Gewicht spreiden.

Ik vervolg mijn tergend langzame reis over de vloer.

'Zwaargewicht met een fakkel gespot.' 'Je hoort de vlammen flakkeren?' 'Je wordt gepakt als je blijft staan.' 'Wacht maar.'

Ik was zeker op drie-vierde van deze vloer. En lang was ie.
Ik zie de samourai duidelijk. Het vuur zorgt voor een duidelijk contour. Maar vanuit licht in het donker kijken is redelijk onmogelijk.

Wanneer de man zijn eerste stap op de nachtegaalvloer zet, zet ik ook een pas. Het geluid wat de vloer onder zijn stappen produceert dempt dat van mij volledig. Mijn tempo is nu zoveel hoger dan het eerst was.
Ik doe hier immens mijn voordeel mee. Zonder al te veel moeite haal ik het einde van de nachtegaalvloer. Terwijl ik de handschoenen en schoenen zonder zolen van mijn ninjapak uit doe duw ik me voorzichtig tegen de muur.

Ik laat mijn handen en voeten veranderen in klauwen. Zonder geluid klim ik tegen de muur op en druk me tegen het plafond.
Het lijkt tergend langzaam te duren voordat de samourai eindelijk onder me door is gelopen en een goede vijftien meter verder is.

Ik laat me zakken en kom neer op de grond. Handen en voeten weer terug naar normaal. Handschoenen en schoenen weer aan.
Op een sneller tempo sluip ik verder door de gangen van dit paleis. Links een gang maar in.
Elke kamer krijgt een stop en wordt doorzocht. Niks wordt gevonden.

Ik besluit terug te gaan naar mijn enterhaak, ik ben niet van plan te vertrekken zonder.
Verrekt blond spoor. Moet ik weer over de nachtegaalvloer.
Nee, dit maal niet.
Een handschoen uit. Een klauw waar mijn hand zat.
Ik kras een klein gat in de muur van rijstpapier.
Ik glip er doorheen. Parallel aan de nachtegaalvloer loop ik aan de dakrand.

Ik weet dat ik nog niet op het punt ben waar ik naar binnen ben geglipt. Geweldig dat ik dan een ingang van het paleis  tegen kom en er geen dakrand boven de ingang zit, zelfs niet drie verdiepingen erboven.
Hoe groot is het gat? Ruime zes meter.
'Dat red je niet.' 'Alleen springend niet nee.' 'Op een andere manier wel dan?'
'Zou het nou?' zeg ik zo sarcastisch mogelijk. 'Hoe je dat zo zegt, waarschijnlijk wel.' 'Sarcasme-val mislukt. Maar je hebt gelijk hoor.'

Ik doe drie passen terug.
Twee rennende passen naar voren, afzet met mijn rechtervoet.
Een wilde Syl die door de lucht richting de muur boven de ingang vliegt.
Linkervoet heeft contact. Rechtervoet heeft verderop ook contact. Linkervoet los.

'Je bent gestoord.' 'Een tikkeltje raar misschien, maar gek in mijn hoofd, absoluut niet.' 'Waar is je gezond verstand dat je tegen een muur opspringt om er daarna van weg te vallen?!'

Linkervoet weer contact.
Rechtervoet los.
Linkervoet los.
Rechtervoet contact.
Linkervoet contact.

'Ik heb hier geen woorden voor. Weet je zeker dat je de wereld niet naar je wensen aan kan passen?'
'Heel zeker.'
'Ik wilde eerst gaan zeggen dat je gezond verstand niet zo gezond voor ons was, maar dat wil ik terugnemen.'
'Prima.'

Rechtervoet nog een pas.
Weer een afzet.
Armen mee.

Ik pak een dakrand vast en verminder mijn zwaai.
Mijn voeten knallen nogal wat zachter op de muur.

Ik hijs me op.

'Oké, je had dit hele gebeuren net gehaald. Je doet expres gevaarlijk nu.'
Ik heb geen antwoord. Ik kan alleen maar over de dakrand kijken.

'Oh....' 'Ja.'

Ik vervolg mijn pad over de dakrand.
Gat in muur bereikt.

Zouden ze dan toch documenten op de begane grond bewaren? 
Begane grond is ontvangst, gebruikelijk. Eerste en tweede verdieping slaapruimtes, derde en hoger administratief en keizerlijke slaapruimtes.

Ik glip weer door het gat.
Ik wikkel mijn enterhaak los en laat me weer de gang in zakken.

Ik heb links natuurlijk de derde verdieping nog niet gecontroleerd. Daar zullen de trappen ook zijn.

Een verrassend briesje maakt me weer helemaal alert. Het kwam echter niet uit een logische richting. Achter me zit een gat naar de buitenlucht. Wat zit er rechts van me naar de buitenlucht?

Ik verken de hele wand. Ergens bovenin blijf een vinger van mijn rechterhand haken.
Een deel van de wand springt terug.

Geheime deur, natuurlijk.
Ik schuif hem open en ga naar binnen. Direct sluit ik hem weer.

De gang komt uit op een kamertje. Niet zomaar eentje. Meerdere bureau's, een balkon. Dat was de buitenlucht natuurlijk. Een balkon in het hart van het paleis, in de openluchtpilaar.
Een persoon. Niet gekleed als samourai, maar wie weet.

Ik moffel mijn handschoenen in een zakje op mijn ninjapak. Weerwolfsklauwen klaar voor de aanval, mocht dat nodig zijn.
'Als hij, of zij, een echt wapen heeft, heeft ie het voordeel van bereik.' 'Goh.'

De persoon, die ik nu langzaam besluip, is druk aan het bladeren in documenten.

Ik sta nu een meter achter de persoon.
Ik kan duidelijk zien dat het een jongen is, hooguit misschien een jaar ouder dan ik.

'Hij leeft.' mompelt hij.
Hij legt het document dat hij vasthield terug op het bureau.
'Nu zorgen dat alles er weer netjes uitziet-'

Ik duw een harige klauw tegen zijn mond.
'Wie ben jij?'
'Ik kan hetzelfde vragen.'
'Van mij mag je, maar geef antwoord.'
'Wie ben jij? Mijn naam is Iken.'
'Kyra Takomi.'
'Syl Reshen, niet? Ik stond ook op het plein.'

'Je kan maar beter een andere dekmantel zoeken.' 'Yup.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top