Hoofdstuk 30:

'Ze is verdwenen!' 'Als een ninja!' 'Niet te geloven!' 'Waar is ze gebleven?'

'Wat een verassing dat je verdwijnt als een ninja.' 'Inderdaad, apart dat een ninja als een ninja kan verdwijnen.'
Ik blijf nog stil liggen op het dak. Ik duw een pluk van mijn haar achter mijn oren en bedenk me dat ik niet wil dat ze me als een ninja zien. Ik haal een van de katana's van mijn bepakking en gooi hem over een ander dak een zijsteeg in.
Met luid lawaai klettert hij op de grond.

'Mensen! Ze is die zijgang ingegaan, ze loopt verkeerd.' De hele menigte rent nu richting de zijgang.
Geruisloos sluip ik over het dak de goede kant op. Ik zak rustig van het dak af en ga de bocht om richting het kantoor van de wacht.

Ik klop met de knokkels van mijn rechterhand op de deur waarvan ik verwacht dat hij alleen maar aan het kantoor van de wacht toe kan behoren. 'Binnen.' klinkt een stem van de andere kant van de deur.
Ik schuif de deur open. Het is lekker koel hier binnen.
Een man kijkt op van al het papierwerk op z'n bureau. 'Met wie spreek ik?' 'Kyra Takomi.'
Hij staat op van de grond. 'En dat mag zijn?' Hij kijkt me observerend aan. Alsof hij elk moment door kan hebben dat ik een ninja ben. Ik laat echter niks merken van mijn gedachtes. 'Een ronin, voor het grootste deel van mijn leven. Ik zoek momenteel werk.'
Het deed pijn om te zeggen dat ik een samourai zonder meester was, aangezien ik trouw had gezworen aan ninniku en nooit maar dan ook echt nooit bushido zou volgen.
'En wat doe je dan hier? We hebben geen extra wacht nodig, daarnaast, je kan een samourai van Osaka zijn. Wat doe je eigenlijk met wapens van Edo haar samourai op je rug?'
Hij ging me bijna in het gezicht slaan, ik zie het aan hem. 'Ik wil antwoorden! Nu!'

Ik doe een stap opzij als hij uitvalt met zijn vuist.
'Daarvoor kwam ik juist. Ik heb veel gereisd en kwam op mijn reis naar Edo vanuit het noorden een groep afgeslachte samourai tegen. Ik wilde hun wapens terugbrengen naar Edo. Een van uw wachten van bij de poort checkt mijn verhaal op dit moment en door dit document,' Ik zwaai met het document. 'ben ik de stad binnengekomen. Volgens hem zou ik van u een kamer moeten krijgen.'

De man denkt duidelijk na. Na een tijdje zit hij in allerlei kastjes te graaien. 'Vergeet u me niet, heer wacht?' 'In dit geval vergeet ik een ronin niet. Hier.' Hij werpt me een sleutel toe. 'Overkant van de straat. Na drie dagen moet je weg. En die wapens van onze samoerai nu inleveren.'
Ik haal het pakket van mijn rug. Alle katana's die ik nog heb, plus hun schedes, leg ik op het bureau.
Stil verlaat ik het gebouw wanneer ik zie dat de man bij een beeldje van Boeddha bidt om zijn verloren samourai. Niet dat ik medelijden heb.

Het is verre van een grote kamer. Er is een tafeltje, spullen om sencha (groene thee) te maken en een fatsoenlijke futon om op te slapen. Ik weet wat niet lang in deze kamer gaat blijven.
Na een welverdiende slaap op de futon klopt iemand op de deur. Ik sta op en begeef me naar de deur. Misschien had ik blijk van leven moeten geven, misschien ook niet. Ik schuif de deur open. Zowel het hoofd van de wacht als de eerdere wacht van voor de poort staan buiten de deur. 'Wat is er heren?' De eerdere wacht begint te praten. 'Je had gelijk over de dode samourai.' Gelijk neemt het hoofd van de wacht het over. 'Hierom krijg je een beloning voor het terugbrengen van de meeste zwaarden van de samourai. Tienduizend yen. Bedankt voor uw hulp, beste ronin.' 'Een genoegen een andere samourai te eren, zelfs mocht die gesneuveld zijn. Als u het niet erg vindt, ik ga weer naar binnen, ik wilde net sencha zetten.' 'Prima.' Beide mannen lopen weer weg.

Ik sluit de deur weer. Sencha zetten is op zich geen slecht idee. Het zijn drukke tijden geweest en sencha zal me wel tot rust brengen.
Terwijl het water staat op te warmen op het vuur, bekijk ik al mijn spullen nog eens. Ik wil zo licht en onopvallend kunnen reizen als maar kan. Elk overbodig gewicht dat niet nodig is mag hier ergens blijven.

Al het voedsel is welkom en mag dus lekker in mijn tas blijven. Hetzelfde geldt voor mijn ninjato, mijn wakizashi, mijn yumi, mijn kurasigama, mijn fukiya en de pijltjes en pijlen voor fukiya en yumi.
Als groot fan van mijn eigen gif maken moet ook vijzel en stamper mee, maar het extra mengkommetje uit het samoeraidorp op de hoogvlakte is overbodig.
Mijn enterhaak heeft zijn nut eerder bewezen en mag dat later weer doen.
De inklapbare ladder en de kunai zijn echter niet nodig. Waar de ladder komt kan ik ook wel klimmen en de kunai is volledig te vervangen door de wakizashi, die ook nog langer is.

Ninjapak zonder insigne, lichtgroene rok, gele shirtje, scharlakenrode kimono, ebbenhouten sandalen zijn ook prima vermommingen en zijn zeer gewenst bij mijn spullen. De berkenhouten sandalen met beige rok en lichtblauw shirtje heb ik op dit moment aan, met mijn haar los.
Om eerlijk te zijn doe ik niet veel met vallen, hoe goed ik er ook mee ben. Terugdenkend aan hoe ik Pohatu te grazen heb genomen daar in Chris zijn huis leg ik alle spullen voor vallen die ik nog heb aan de kant. Ze wegen best veel in vergelijking met de rest van mijn spullen.
Spijkers zijn overbodig nadat ik de werpsterren en messen heb gekregen.
Het pantser, wat veel beter een beukelaar had kunnen zijn, mag ook nog wel even mee.
Ten slotte, helemaal onderin mijn tas vind ik mijn befaamde klimhandschoenen en sandalen. Geen enkele kans dat ik die achter laat.

Alle spullen die ik achter laat verstop ik in een hoek die je niet direct zou zien als je alleen door de deur kijkt.

Technisch gezien mag ik nu gaan. Ik rol de futon op en berg die ook op in mijn tas. Ik denk dat ik nog lekker een kop sencha drink voor ik vertrek.
Zo, een smaakje aan het water en ik neem een nipje.
'Blargh, wat is dat?' 'Sencha.' 'Beloof me dat nooit meer te drinken wil je?' 'Nee. Het brengt me tot rust.' 'Ik vindt het alles behalve prettig.' 'Niet mijn probleem.'

De temperatuur in het algemeen neemt af. Ik krijg het kouder en nu komt er weer zo'n raar gevoel. Ik weet dat het geen nachtzicht is, geen wormgat. Wacht, ik weet het. 'Roxy, waag het niet jij!' Ik kan me al niet meer verzetten. Ik wordt weggedreven tot ver buiten het besturingssysteem van mijn lichaam. Ik ben nu eigenlijk Roxy's innerlijke wolf.
Roxy gooit de sencha op de grond. Wat een verspilling.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top