Hoofdstuk 3: Vlucht
Ik ren de groene helling af. Wat voelt het toch goed om zo vrij te zijn en gewoon te rennen.
'Vergeet niet dat je nog steeds op de vlucht bent.'
'En daar heb ik zelf voor gezorgd. Je hebt me nou niet echt geholpen met ontsnappen. Zonder mijn instinctief zaten we nu nog aan dat touw.'
'Let op waar je loopt.'
Ik struikel over een dode boom en knal tegen de grond. Binnensmonds vloek ik.
'Ik waarschuwde je nog.' zegt Roxy schijnheilig.
'Dat deed je ook op het laatste moment, het TE laatste moment.'
Ik controleer snel mijn bepakking, ik kan het natuurlijk niet hebben dat ik straks terug transformeer en dat ik dan zonder kleding zit. Gelukkig ontbreekt er niks en kan er zo te zien ook niks vallen.
Ik focus me op de sterren. Het helpt me de tijd doden. Ooit heeft mijn broertje me de sterren gewezen, zodat ik zou kunnen bepalen waar ik was. Hij had ze geleerd van een Engelse zeevaarder. Wat had ik mijn broertje al lang niet meer gezien. Meegenomen door samoerai, omdat hij er een uitgemaakt had voor ezel. Iedereen denkt dat hij dood is, maar ik voel gewoon dat hij nog leeft.
Ik zit ergens in het zuiden van Japan, dus dan moet ik minimaal een dag buiten bewustzijn geweest zijn. Ik woon bijna helemaal westelijk, dus een dagtrip moet het wel geweest zijn.
Ik bepaal dat ik naar Yokohama moet gaan om vervolgens mijn informatie door te spelen en verder te gaan met mijn leven.
Ik buig af richting Yokohama en Roxy geniet duidelijk van het rennen.
'Mooi, eindelijk eens rennen. Als we nou ook nog iemand kunnen verscheuren dan is mijn dag compleet.'
'Je weet dat ik er niet van houd om mensen te doden, het moet soms, maar ik vind het niet het prettigste.'
'Jij je zin, heb je trouwens di-'
'Ja. Ik heb de beek gezien.' kap ik haar af als ik over de beek heen spring.
'Ik had het eigenlijk over de doorstruiken erna, Syl.'
Ik kan niet meer stoppen want ik zit in de lucht en ik raak verstrikt in de struiken. Ik maai door de struiken met mijn klauwen, maar het helpt niet. 'Tot straks Roxy!' zeg ik wanneer ik me terug transformeer. Ik voel meteen heel veel doorns in mijn huid die ik eerst niet eens opmerkte. Ik haal de wakizashi tevoorschijn en begin me een weg door de struiken te snijden. Na een zeer uitputtend kwartier plof ik neer in het gras. Het kietelt me onder mijn voeten en op mijn blote rug en ik bedenk me dat ik helemaal niks aanheb. Snel haal ik de kleren, die niet eens van zulke goede kwaliteit zijn, tevoorschijn en ik trek ze aan.
Op blote voeten loop ik verder totdat ik een jong hert zie. Ik moet eten, dus ik sluip op het dier af. Ik sta op nog geen meter afstand als ik de wakizashi weer van de riem trek. In een soepele beweging snijd ik de keel van het dier door. Ik vil het dier en de vacht was ik in de beek. De kleine stompjes gewei prop ik in mijn broekzak. Rustig eet ik wat van het vlees op en de rest bewaar ik in bladeren.
Zoekend kijk ik om me heen. Uiteindelijk vind ik een klein gat in de aarde. Ik rol mezelf er in op en trek de hertenvacht over me heen. Denkend aan mijn kleine broertje val ik in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top