Edward

Ik keek naar Sera. Het enige wat ik nog had van Lucy. En een brandend gevoel op mijn lippen. Ik voelde me leeg, zo leeg. Alsof ik een stuk van mijn lichaam miste. Ik sloot mijn ogen en opende ze weer. Ik was zo blij dat ze zo was. Het maakte haar wie ze was. Het bevestigde dat we voor elkaar geschapen waren. Een traan van geluk en verdriet gleed over mijn wang. Sinds de dood van mijn moeder en zussen heb ik niet meer gehuild, niet eens toen mijn geliefde stierf aan de pest.
Sera stond daar maar levenloos, alsof ze ineens geen doel meer had. Ik klopte haar op de hals maar ze nam de moeite niet eens om te reageren. Ik keek weer naar het Heilige Water, waar ik verliefd was geworden. Op haar. En nu was ze weg. Ik kreeg het opeens koud en besloot naar mijn geliefde schip te gaan. Misschien kon zij me troosten.

_________________________________________________________________________

Ik zette een fles rum aan mijn lippen en dronk het laatste beetje op. Ik zette hem op tafel en keek naar de tafel waar nu mijn lege fles rum op stond. Ik bestelde nog een fles en staarde voor me uit. 'Kapitein!' hoorde ik een stem zeggen en ik draaide me om. Tobias kwam bezorgd naast me zitten op de bank. Ik zat nu al de hele nacht in de kroeg "de vroege zeeman". Nadat ik naar mijn schip was gegaan had ook zij me niet kunnen troosten. Ik had geen zin in de warmte van een vrouwenlijf en probeerde het lege en kille gevoel weg te drinken. Helaas lukte dat niet en was ik nog niet eens dronken geworden van de rum.

'Gaat het wel, kapitein Goldway?' vroeg Tobias bezorgd en keek naar de fles rum. 'Ja hoor.' antwoorde ik en toverde een grijns op mijn gezicht. Ik mocht niks laten merken, anders ging mijn hele reputatie naar de haaien. Eén van de barmeisjes kwam naar me toe en vroeg of ik nog wat wilde. Ik bekeek haar aandachtig voordat ik antwoordde. Het meisje liep weg voor het halen van nog een fles rum en ik overwoog mijn kansen of ik haar zou kunnen versieren om mijn naam hoog te houden. Ze had bruin schoon haar, groene heldere ogen, een prachtig lichaam, een zoete stem en ik had al een tijdje door dat ze me stiekem bekeek. Een makkelijke prooi.

Het barmeisje kwam terug met een fles rum en ik kwam erachter dat Tobias de hele tijd tegen me aan zat te praten. 'Uw bestelling, kapitein.' zei ze met haar zoete stem en legde de nadruk op kapitein. 'En wat is jouw naam, schoonheid?' vroeg ik met mijn meest geliefde stem bij vrouwen. 'Lucy, kapitein.' antwoorde ze en ze bloosde. Een rilling ging door mijn lichaam.

Lucy.

Ik kon haar niet wegsturen want ik had interesse in haar getoond. Ik trok haar naast me op de bank en sloeg mijn arm om haar schouder. Ik was sneller gaan ademhalen en zei: 'Wist je dat de duivel ook wel Lucifer wordt genoemd, en Lucy daar is van afgeleid?' Ze schudde haar hoofd en ik glimlachte. 'Maar ik wed dat jij zo lief bent dat je eerder een geboren engel bent dat een gevallen engel.' vervolgde ik en ze begon weer te blozen. Ik trok haar dichter tegen me aan en ze zei: 'Ik hoorde dat uw stem zo mooi is dat Patricia niks is vergeleken met u.' Ik grijnsde en legde mijn hand onder haar kin en duwde haar hoofd omhoog. 'Dan heb je dat goed gehoord, engel van me.' Haar ogen begonnen te stralen door het feit dat ze van mij was. Maar niet voor lang. Tobias stond op en beende kwaad weg.

Dacht hij nou echt dat ik hem mocht vanwege Lucy?

'Zou u misschien willen zingen?' vroeg Lucy verlegen en wendde haar hoofd af. 'Natuurlijk, engeltje.' antwoorde ik en drukte een ruwe kus op haar lippen. In tegenstelling tot Lucy waren haar lippen niet zacht en vol van liefde, maar ruw en vol van verlangen. Ik moest moeite doen om mijn gezicht niet in een grimas te vertrekken. Ik trok me terug en zocht een mooi nummer. Ineens kwamen de woorden zo in mijn hoofd op.

'Dreaming with no sound,
Silence screams so loud.
Trying to break through,
Anyway to you.
Tears fall like rain,
and I can see your pain.
It's time to fix you up,
Again.

For your love,
I will take the sun from the sky,
Steal the moon from the night.
I will never let go.
For your love,
I will climb any mountain.
Stand on the top and shout out.

Like an shadow,
Because I can see you.'