Hoofdstuk 1
9 zomers later:
Helene
Zo, de laatste stoel was schoon. Ik liep de herberg door naar de bar, waar de herbergier achter stond. Hij keek de kamer rond en zei toen: 'Het ziet er goed uit, hier is je geld.' en hij overhandigde me twee goudstukken. Ik liep tevreden de herberg uit.
Buiten stond Sera braaf op me te wachten. 'Eindelijk klaar, nu komt jouw taak; me naar de haven brengen,' zei ik tegen haar. Ik pakte uit de zadeltassen een kleed en legde die op Sera's rug. Ik pakte een bruine leren riem en legde die op de voorkant van het kleed. De riem bond ik vast met de gesp. Ik trok hem vrij hard aan waardoor Sera me boos aankeek. Ik klopte haar op de schouder en haalde als laatste een hoofdstel gemaakt van touw met daarom heen leer, uit de zadeltassen en stak haar hoofd door het geïmproviseerde hoofdstel. Ik pakte Sera's rug vast en gooide mijn been omhoog. Zodra ik goed zat herinnerde ik me de eerste keer dat ik zo moest opstappen: ik was toen een stuk kleiner en het lukte me nauwelijks. Ik had toen maar een duwtje van Sera gekregen.
Ik schudde glimlachend mijn hoofd en pakte de teugels. De teugels hadden in het begin pijn gedaan omdat ze van touw waren, dus ik had na een halfjaar pijn lijden er maar wat leer omheen gedaan. Ik spoorde Sera aan en stapte weg.
De straat was vies, stonk en veel te druk. Ik was blij dat ik Sera had, want anders moest ik me door al die vieze mensen heen wurmen. Ik was zelf eigenlijk ook wel vies, maar het idee liet me rillen.
Na een tijdje kwamen we (eindelijk) aan bij de haven. Het stonk er naar rotte vis, zout, zweet en verrot hout. Ik walgde van de lucht en stapte met Sera gauw op een visser af. 'Weet u waar ik een schip kan vinden dat mij wil meenemen?' vroeg ik aan de visser. Hij knikte naar een schip en ging toen door met vissen. Onbeschoft, vond ik zelf. Ik stapte met Sera naar het schip toe. Bij het schip stond een chique geklede man orders naar de bemanning te roepen.
'Pardon meneer,' begon ik. 'Zou ik met uw schip kunnen meereizen?' 'Natuurlijk.' zei de man. 'Voor twintig goudstukken neem ik je mee.' Een andere man kwam op me afgestapt.
'Twintig? Ik doe het voor tien!' zei de man.
'Ik doe het voor zeven.' zei een andere man. Ik draaide me om. In tegenstelling tot de twee chique geklede mannen, was deze man normaal gekleed en was hij zwaar bewapend. Hij leunde tegen een aantal kratten aan.
'Kapitein Edward Goldway is de naam.' zei Edward en hij boog beleefd. De andere twee mannen maakte zich uit de voeten. 'Zit er geen addertje onder het gras of zo?' vroeg ik wantrouwend, het was veel te goedkoop. 'Nee, er is geen addertje onder het gras,' antwoordde de kapitein. Hij liep op me af. Het liefste wilde ik nu zijn ogen zien om te kijken of hij loog of niet, maar de helft van zijn gezicht was verborgen onder de schaduw van zijn kap.
'The Black Mermaid is mijn schip. Vertel de bemanning maar waar je naar toe wilt.' Hij wilde weglopen toen ik zei: 'Ik hoef nergens specifiek naartoe.' Hij stopte en keek me aan. 'Dan hoef je maar vier goudstukken te betalen.' zei hij. 'Maar ik neem wel mijn paard mee.' voegde ik eraan toe. 'Dan zes.' zuchtte Edward en liep weg.
Hoiiiiiiiiiiiiii,
Heel erg bedankt voor het lezen! Hierboven in de media zie je Sera en veel plezier!
GyongyP
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top