Verlaten straten, hoge daken, glinsterend licht op plassen van regenwater. In de verte het geluid van een politieauto, schel, luid. Het plenst. Het onweert. Je houdt niet van onweer, daarom heb je een comfortabele deken over je heen geslagen. Je kamer is klein, schemerig. Je voelt je er op je gemak, met het geluid van de radio op de achtergrond en het piepen van je cavia. Je vingers bewegen op en neer in het doffe licht van je laptop. Het is net middernacht geweest, maar je lijkt pas net een uur wakker.