Weg

"Justin!" Ik pakte mijn tas op en rende naar buiten, ik was nu zo boos. Ik ging naar mijn plek, de plek waar ik me veilig voelde. Ik kwam daar aan, toen ik zag dat er heel veel witte wolven zaten. Ze kwamen naar me toe en sprongen op me. Ik had nog tenminste dieren die van me houden. Later die avond ging ik in een hol onder een boom slapen. Ineens zag ik een geest verschijnen, het was Pauline. Wat was ze mooi. "Twijfel niet aan jezelf, jij was niet degene die het gedaan heeft, ik had zelf beter op moeten letten." nog voordat ik iets terug kon zeggen was ze alweer verdwenen.
Ik werd wakker, de lucht was oranje gekleurd door de zon, het was stil. In de verte hoorde je af en toe een huilende wolf. Ik dacht weer aan de leuke tijden met Pauline: samen zwemmen, wandelen met de hond, verstoppertje in het donker. Maar dat is helaas nu allemaal voorbij..... Ach ja voor mij dan, voor mijn ouders volgensmij nog niet.. Opeens zag ik heel veel vogels uit de bomen vliegen, ik riep de wolven. Het waren geen wolven, het was een orkaan, ik pakte mijn spullen en rende zo snel mogelijk de andere kant op. Om me heen zag ik de witte wolven rennen, boven me vogels en in de rivieren vissen. Het leek net of ze mij volgde. De orkaan raaste wel 40 kilometer achter ons aan, toen hij eindelijk tot rust kwam wist ik niet waar ik was: "Waar ben ik?" Alle dieren waren ineens verdwenen. Er was nog een maar wolf. Ik noemde hem Pucky, met Pucky tegen mij aan schreef ik weer iets in mijn dagboek.
Dag 2,
Dit was niet een normale avond, want ik zag Pauline, ze was mooi, haar jurk waaide in de wind, ze had de make-up op voor haar dood. Ze heeft me gezegd dat ik niet aan mezelf moest twijfelen, ik had het niet gedaan en ik moest mezelf niet de schuld geven. Daarna ging ze weer weg.
Het was een mooie ochtend, de lucht was oranje, er waaide een zacht briesje. Maar dat werd allemaal verstoord toen en een orkaan op mij afkwam, nu ben ik nog alleen met Pucky over, mijn witte wolf, hij heeft een zachte parel witte vacht, die glansde in de zon. Zijn ogen waren zo blauw als de lucht. Ik voel me hier mezelf en vrij. Ik heb hier geen regels of ik krijg hier geen straf. Ik ben eindelijk thuis.
Nadat ik in mijn dagboek had geschreven ging ik fruit halen met Pucky, want we hebben ook eten nodig. Ik kwam aan met een hele hand vol appels, Pucky met niks. Ik ging rustig met pucky in het gras zitten. De zon scheen en er was geen wolkje aan de lucht. Ik ga liggen in het gras en doe mijn ogen dicht. Langzaam verdwijn ik van deze wereld en kom ik terecht in mijn droom.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top