Droom

Ik loop alleen door een bos. Het is ijskoud. Pucky is bij me. Hij blaft vrolijk als ik een stok weg gooi. Ik heb het gevoel alsof ik achtervolgd word. Ik kijk schuw en bang achter me. Niks te zien. Stil loop ik verder. Ik hoor geritsel, Pucky staat tegen me aan, we zien een bosje bewegen. Ineens springt er een grijze wolf uit, de vijand van de witte wolven. Hij springt op ons af. Pucky gaat beschermend voor mij staan. Ze bijten en krabben elkaar. 'HEE LAAT PUCKY MET RUST!' schreeuw ik en ik trap de wolf weg. Hij schud met zijn kop en rent weer op de gewonde pucky af. Ik trap hem nog eens. Hij rent bang weg met zijn staart tussen zijn benen. Ik ren naar Pucky, "Pucky, zeg iets." Ik barste in huilen uit, ik tilde hem op en legde hem op een bed van bladeren. "Je bent te jong om te sterven." ik haalde een blad met water en goot het over de wond. Ik ging in z'n armen liggen en viel in slaap.
Ik schrok wakker, "Pucky! Waar en je?" Ik zag Pucky op mij afrennen, ik sprong in zijn armen en hij in de mijne, "ik dacht dat ik je kwijt was." Ik huilde, er viel een traan op zijn vacht. "Ik wil je niet kwijt, ik hou van je."
Samen liepen we verder door het bos, we kwamen aan bij een vissersdorp. Pucky was bang, hij heeft nog nooit zo iets gezien. We liepen over een steiger, ik zag dat er een briefje van 5 euro tussen zat, "kijk Pucky, nu kunnen we wat te eten kopen." We zaten op het einde van de steiger, kijkend naar de zonsondergang. "Waar is je familie Pucky?" Pucky keek naar boven. "Ik wou dat ik nooit ouders had." Pucky keek naar mij. Zijn ogen sprankelende in het licht. Ik aaide hem over hoofd, en samen keken we naar de zonsondergang. Nadat de zon onder was gegaan gingen we wat gebakken kip halen, nu was al het geld op. Ik gooide wat kip in de lucht, Pucky ving hem op. Ik nam een hap, wat was de kip lekker. Ik gaf nog een stuk aan Pucky, "wat ben je toch lief."

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top