1

Ik zuchtte en tikte onregelmatig met mijn potlood op het lege papier. Mijn hand ging al snel door mijn haar en ik leunde naar achter in mijn stoel. Dit ging niet werken. Ik zuchtte nog eens en stond op. Lopen hielp meestal wel. Ik strekte mijn armen en gooide ze in de lucht terwijl ik rondjes liep in mijn kleine kamer. Uiteindelijk draaide ik een rondje om mijn as en keek naar het nog steeds lege papier. Meestal wist ik wel iets op papier te zetten, maar vandaag...
Ik ging weer met een plof in de bureaustoel zitten en wiegde mezelf een beetje heen en weer. Weer begon ik met mijn potlood te tikken en ik beet op mijn onderlip. Na enige tijd begon ik toch maar met een gezicht. De grijze lijnen vormde een hoofd en al snel werd het steeds donkerder en de contrasten werden groter. De ogen van de tekening begonnen te roken en die rook leek door te gaan waar het papier stopte. Ik legde mijn tekengerei neer. Dit was niks. Ik schoof het papier weg met het meisje met de rokende ogen en begon aan iets nieuws. Maar niks stelde me tevreden. Ik wist ook niet of mij ooit iets tevreden had gesteld... En hoe langer ik bezig was hoe gefrustreerder ik werd. Ik bereikte mijn toppunt en scheurde gefrustreerd de tekening, waar ik mee bezig was, doormidden. De gescheurde delen verfrommelde ik en gooide ze ver naast de prullenbak. Woedend stond ik op en schopte tegen de stoel, alsof het zijn schuld was dat het me niet lukte te tekenen.
Ik liep vloekend naar het raam toe en keek met een geïtereerde frons op mijn gezicht naar buiten. De lucht was grijs, net zoals mijn tekeningen. Ik keek naar benden en bedacht me dat ik hier vanaf de derde verdieping een goed uitzicht over de straat had. Ik keek naar het gebouw tegenover me, niks bijzonders naast de klimop die zijn weg over de muren daar vond. Ik legde mijn hoofd op mijn handen en staarde naar de plant, misschien zou ik die moeten tekenen. Een referentie had ik al. Ik overwoog het idee en pakte uiteindelijk mijn schetsboek. Met een potlood in mijn mond probeerde ik een goede zitplek te vinden. Ik zuchtte diep, zou het me nu wel lukken? Ik beet weer op mijn onderlip en begon met mijn ogen de klimop te volgen. Voorzichtig zette ik mijn potlood op het papier en langzaam verscheen de groene plant in het grijs op het blok. Net zoals de klimop klom mijn potlood steeds iets omhoog. Net zoals de klimop gingen mijn ogen steeds iets omhoog. De klimmende plant eindigde bij een raam waarvan ik besloot dat ook te tekenen. Maar toen ik daar mee bezig was, werd het raam open geschoven. Ik bevroor. Mijn potlood bleef boven het papier hangen en mijn ogen leken vastgelijmd. Een meisje van waarschijnlijk mijn leeftijd deed het raam open en stak haar hand uit. De regendruppels vielen op haar hand. Even later trok ze haar hand terug en deed ze het raam weer dicht. Ik knipperde verward met mijn ogen. Ik had haar daar nog nooit eerder gezien... Ik legde mijn schetsboek weg en het potlood ook. Daarna opende ik mijn raam en werd ontvangen door een vreselijk koude wind. Ik wilde me terugtrekken, maar mijn nieuwsgierigheid hield me tegen. Ik keek naar beneden en zag hetzelfde meisje daar verschijnen. Ze stak een paraplu op en liep de straat af. Waarheen? Ik had geen idee.

_____________

Eerste hoofdstuk van een verhaal dat me op meerdere aspecten helemaal uit mijn comfort zone haalt 😅

Het tweede hoofdstuk komt in januari, maar ik ga nog even kijken wat de update dag word :3

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top