Hoofdstuk 6
Ik loop met een omweg naar huis zodat ik even rustig kan nadenken. Zodra ik thuis kom zie ik een aantal krijgers voor mijn huis staan. Vragend kijk ik ze aan. Niemand stapt naar voren om iets te zeggen. "Wie van jullie gaat mij vertellen wat er aan de hand is?" Vraag ik. De krijgers kijken elkaar twijfelend aan. "Nu graag. Ik heb nog meer te doen." Zeg ik waarna ze opzij stappen. Ik kijk naar het kindje op de grond. Eerst weet ik niet wie het is. Als ik zie wie het is kijk ik geschokt naar het jongetje op de grond. Ik blijf vastgenageld aan de grond staan kijken. Dan zie ik dat alle krijgers naar mij kijken. Ik zucht even diep. "Laat mij alleen." Commandeer ik. Ze knikken respectvol en lopen dan weg. Als ik alleen ben loop ik naar het jongentje toe. Ik pak hem op en draag hem voorzichtig naar binnen. Dan begin ik te huilen en het jongetje dat mijn broertje is zachtjes over zijn hoofd te aaien, ookal voelt hij het niet meer. Ik druk Thijs tegen mij aan en geef hem een kus op zijn voorhoofd. Als ik na een tijdje weer wat rustiger ben zucht ik nog een keer diep. "Sorry dat ik je niet kon beschermen broertje. Ik hou heel veel van je en zal je nooit vergeten. Yu gonplei ste odon." Nadat ik dat heb gezegd begin ik weer te huilen. Ik weet dat ik sterk moet zijn maar met mijn doodde broertje kan ik dat even niet. Even kijk ik opzij en zie ik een briefje liggen. Ik pak het op en weet meteen wie het heeft geschreven. Ik begin te lezen.
Nou Nova, als je dit leest dan weet je dat ik je broertje heb vermoord. Ik weet ook dat je nu boos bent en mij wilt vermoorden alleen moet je weten dat als je dat doet Liam er ook aangaat, en dat wil je toch niet op je geweten hebben. Oh en als je nu niet snapt hoe Liam dan vermoord word, ik heb mensen die aan mijn kant staan en zorgen dat het klusje dan word geklaard.
Liefs M
Woedend ben ik na het lezen van dit briefje. Ik begin zelfs te trillen en vergeet even het verdriet dat ik had. Als ik even later opsta met Thijs nog in mijn armen loop ik naar buiten. Ik sein een aantal krijgers en ze komen meteen naar mij toe. "Gaat het Heda?" Vraagt een van hen. Ik knik. "Ik wil dat jullie naar Liam gaan en hem dag en nacht beschermen. Als hij jullie vragen stelt zeg maar dat ik het later uitleg. Begrepen?" Vraag ik streng. "Ja Heda." Zeggen ze in koor waarna ze weglopen. Nogsteeds met Thijs in mijn armen loop ik naar het podium. Thijs leg ik op een soort tafel die word gebruikt bij begrafenissen. "Let op hem tot ik terug ben." Zeg ik tegen de man die ook op het podium staat. Hij knikt. Dan loop ik het podium weer af en roep ik het dorp bij elkaar. Als iedereen voor het podium staat loop ik er weer op. "Bedankt voor het komen. Ik heb een mededeling. Zoals jullie allemaal zien is mijn broertje vandaag overleden en zijn we samen gekomen om afscheid van hem te nemen." Zeg ik. Veel mensen kijken geschrokken. Dan zie ik Mees in de menigte staan. Even glimlacht hij gemeen naar mij maar daarna doet hij weer alsof hij verdrietig is. Ik adem diep in en uit.
"Yu gonplei ste odon Thijs." Zeg ik waarna de man die bij op het podium hem vastpakt en hem optilt. Hij blijft even staan maar loopt uiteindelijk naar de begraafplaats van het dorp. Iedereen steekt tijdens dat moment zijn of haar drie vingers op als tegen van respect.
Als ik het podium afloop krijg ik veel meelevende blikken, niet dat ik daar ook maar iets aan heb maar goed. Dan loop ik naar de genezer toe en zoek het bed van Liam. Alle krijgers staan om zijn bed heen zoals ik had gevraagd. Als ik Liam zie krijg ik weer tranen in mijn ogen. Ik slik de tranen weg en loop dichterbij. Dan sta ik voor zijn bed, ik zucht even diep. "Laat ons even met rust maar blijf in de buurt" Zeg ik tegen de krijgers. Ze knikken naar mij en lopen een paar meter verder. Ik ga op het bed zitten. Liam kijkt mij vragend aan. "Liam, ik ben zo blij dat ik je zie." Begin ik. "Nova wat is er aan de hand? waarom al deze krijgers om mijn bed? Gaat het wel goed?" Vraagt Liam bezorgd. "Liam, toen ik thuis kwam stonden er krijgers voor mijn huis en zag ik dat Thijs dood op de grond lag." Zeg ik weer met tranen in mijn ogen. Liam kijkt even geschokt naar mij maar blijft luisteren naar mijn verhaal. "Naast Thijs lag een briefje op de grond." Zeg ik zachter dan het eerste deel van het verhaal. "Van wie?" Vraagt Liam. "Ken je Mees nog mijn ex?" Vraag ik aan Liam. Zodra ik dat heb gezegd krijgt Liam vuur in zijn ogen. "Ja hem ken ik nog." Zegt Liam. "Van hem was de brief. Er stond op dat als ik hem liet vermoorden ze jou zouden vermoorden. Ik kan jou niet ook verliezen snap je?" Vraag ik. Hij knikt en wacht of er nog meer komt. Zwijgend kijken we elkaar aan. "Nova wat erg voor je. En ik snap dat je hem niet hebt vermoord maar hij chanteert je. Ik denk dat het beter is als je hem wel vermoord." Zegt Liam.
Ik schud mijn hoofd. "Liam ik wil je niet kwijt raken. Yu laik ai lukot. En ik heb je nodig." Zeg ik. Liam knikt. "Je raakt mij niet kwijt ik blijf altijd in je hart. Je blijft altijd mijn vriend Nova dat weet je. Ste yuj." Zegt Liam. "Dat kan ik niet Liam. Ik kan niet sterk zijn, niet zonder jou." Zeg ik. Liam zucht. "Nova ik weet dat je het kunt en het moet doen anders blijft hij je chanteren." Zegt hij. Ik knik en haal mijn schouders op. Dan sta ik op. "Ik zie je straks Liam." Nadat gezegd te hebben loop ik naar buiten waar ik weer een krijger zie staan. Ik zucht even. "Wat is er nou weer?" Vraag ik een beetje geïrriteerd. "Heda met alle respect, we hebben aanwijzingen gezocht over wie uw broertje heeft vermoord." Zegt hij. "En?" Vraag ik. "We vonden het briefje bij u in uw huis op de grond liggen. We nemen aan dat u het heeft gelezen." Ik knik kort. "Wij zijn van menig dat u en uw man dag en nacht beschermt moeten worden." Zegt hij. Na een tijdje nagedacht te hebben knik ik weer. "Je kunt gaan." Zeg ik tegen hem. "Nog een ding Heda. Ik heb het vermoeden dat u weet wie M is. Ik wil hem graag arresteren." Zegt hij. "Als je het briefje hebt gelezen weet je wat voor gevolgen dat heeft dus nee." Zeg ik. "Maar Heda hij bedreigt u." Zegt hij. Nu begin ik boos te worden. "Waar bemoei je je eigenlijk mee? Ai nou na frag em op!" Zeg ik boos. "Sorry Heda ik dacht alleen dat het beter was om hem te vermoorden." Zegt hij. "En ik zeg dat ik hem niet vermoord en nu wegwezen, ik wil je niet meer zien." Zeg ik. Hij buigt en loopt weg.
Dan loop ik ook naar huis, vermoeid van alle dingen die vandaag zijn gebeurt. Als ik thuis aankom ga ik op mijn bed liggen en val ik al snel in slaap.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top