Hoofdstuk 3




Vandaag is de dag van het gevecht. Ik heb de afgelopen dagen heel hard getraind maar heb niet het gevoel dat ik vandaag ga winnen omdat ik de anderen heb zien trainen. Ik ben best bang dat ik het niet ga overleven. Liam en ik zijn net wakker geworden en we zijn nu aan het ontbijten. Liam kijkt steeds bezorgd naar mij maar ik doe alsof ik het niet zie. "Nova ik zou graag willen weten hoe je je nu voelt." Zegt Liam. Ik zucht even en kijk hem aan. "Wil je een eerlijk antwoord?" Vraag ik. Hij knikt. "Oke dan, ik ben doodsbang niet om dood te gaan maar om jullie achter te laten. Ik wil jullie niet achterlaten." Zeg ik. "Ik snap het Nova echt. Maar je moet winnen, niet voor mij of je broertje maar voor iedereen. We hebben een leider nodig die sterk is en goed kan vechten. En die leider moet jij zijn." Zegt Liam. Ik knik maar weet niet hoe ik mij daarbij moet voelen.

Dan komt iemand onze hut binnen. "Het is tijd Natblida." Zegt de man. Natblida zijn de mensen die zich hebben ingeschreven om de nieuwe leider te worden. "Ik kom eraan." Zeg ik. De man knikt en gaat naar buiten om daar te wachten.

Eerst loop ik naar Thijs toe. "Hey kleintje, zul je goed luisteren naar Liam?" Vraag ik aan Thijs. Hij knikt en gaat snel weer verder met het spelen. Ik zucht maar begrijp dat hij niet zoveel hier van snapt dus draai ik mij om naar Liam toe. "Liam zorg goed voor hem. Ik zal je missen. Ste yuj." Zeg ik tegen Liam dat betekend dat hij sterk moet blijven en hij knikt weer. "Nova je overleeft dit wel en zo niet ik weet dat jij altijd van mij houdt. Mebi oso na hit choda op nodotaim." Zegt Liam. "mogen we elkaar weer ontmoeten." Herhaal ik Liams woorden. "Ai hod yu in. Leidon." Zeg ik daarna wat betekend ik hou van je, tot ziens. Ik geef hem een knuffel en loop daarna zonder om te kijken.

Als we aankomen bij de arena waar we moeten gaan vechten kijk ik rond. We lopen de trappen af tot onder de arena en daar zie ik mijn tegenstanders. Ik zucht als ik eraan denk dat er maar een van ons levend uit deze arena komt en dat er na vandaag 13 mensen overleden zijn in dit gevecht. Misschien zie ik Thijs en Liam wel nooit meer na vandaag. Liam komt waarschijnlijk kijken naar het gevecht, ik heb wel tegen hem gezegd dat hij Thijs niet moet meenemen.  Ik kijk nogmaals omhoog naar het dak van de arena en hoor al mensen de arena in komen, voor die mensen is dit een soort uitje. De mensen vinden het leuk dat er 13 mensen overlijden vandaag.

Dan loop ik naar de wapens en daar zie ik iemand staan waarvan ik niet had verwacht dat ik haar ooit nog zou zien, mijn oude trainingsmaatje Raven. Ik loop naar haar toe. "Hey Raven ik had niet verwacht jou weer eens te zien." Zeg ik. Raven is een aantal jaar jonger dan ik ben. Ze is namelijk 15 en is eigenlijk nog te jong om mee te doen. Raven draait zich om en ziet mij staan. "Nova?" Zegt ze vragend. Ik knik en ze geeft me een knuffel. "Wat doe je hier Raven?" Vraag ik aan haar. "Vechten, net als jij denk ik." Zegt ze. "Maar je bent nog te jong." Zeg ik verbaasd. Raven knikt. "Doe je dit vrijwillig Raven?" Vraag ik. Ze schud haar hoofd en ik weet genoeg. Haar oudere broer heeft haar gedwongen. Ze zijn heel arm en hij wil dat ze dood gaat zodat hij en haar broertje en zusje meer eten hebben. Hij kan haar alleen niet zelf vermoorden dus hoopt hij dat iemand het in de arena doet. "Oso thou daun ogeda." Zeg ik tegen haar, wat betekend dat we samen zullen vechten. Nadat ik dat heb gezegd knikt ze en knuffelt ze mij weer.

Dan hoor ik een hoorn die aankondigt dat het gevecht zo begint. "Ik zie je in de arena Raven." Zeg ik tegen haar en loop dan naar de ingang van de arena. De naam van elke Natblida word omgeroepen en ze gaan een voor een de arena in. Dan hoor ik Ravens naam en ze loopt de arena in. Ik pak snel mijn wapen en wacht mijn eigen naam af. Dan hoor ik mijn naam en loop ik met mijn zwaard de arena in en ga ik naast Raven staan. Na mij komen er nog drie deelnemers binnen en moeten we in een cirkel gaan staan. Als we zo staan word er afgeteld van 20 naar 0, dan klinkt er een hoorn en mag het gevecht beginnen. Ik knik naar Raven en we rennen beide naar de rest van de deelnemers toe en we beginnen te vechten.

Terwijl ik aan het rennen ben zie ik dat Raven het moeilijk heeft met een tegenstander. Ik besluit haar te helpen en val hem aan van achteren. Ik steek mijn zwaard in zijn rug en hij valt langzaam op de grond. Ik trek mijn zwaard uit het inmiddels levenloze lichaam. Ik kijk Raven aan en samen rennen we door naar de volgende tegenstander. Ik hoor voetstappen achter mij en weet dat ik elk moment aangevallen kan worden. Ik draai me om en ontwijk net op tijd een zwaard van mijn tegenstander, door het ontwijken raak ik uit balans en val ik op de grond. Ik zie dat het zwaard dichterbij komt en net op tijd draai ik weg. Ik pak mijn zwaard stevig vast en zwaai het richting het been van mijn tegenstander. Ik raak het been en nu raakt hij ook uit balans. Ik sta snel op en doorboor met mijn zwaard zijn lichaam.

Ik kijk even kort rond en zie dat we nog maar met z'n vijven over zijn. Weer iemand komt op mij afgerend maar ik gooi mijn zwaard in haar lichaam voordat ze in de buurt kan komen. Ik hoor een schreeuw en ik herken hem meteen, het is Ravens schreeuw. Ik draai mij snel om en zie nog net dat Ravens lichaam word doorboort door een mes. Ik begin naar de man te rennen die haar net heeft vermoord. Ik schreeuw terwijl ik mijn zwaard in zijn lichaam probeer te steken, helaas mislukt dat. Hij steekt zijn zwaard vooruit en raakt mijn zij. Ik zie voel bloed langs mijn kleding en zij stromen maar weet dat het nu geen goed moment is om het proberen te stoppen. Ik ga rechter op staan en kreun even kort van de pijn. Dan ren ik dichter naar de man toe en steek hem neer. Ook hij overlijdt.

Nu zijn we nog maar met twee over. Ik kijk naar de man voor mij en zie de grijns die op zijn gezicht staat. Ik ga in een verdedigende houding staan en wacht af tot hij aanvalt. Tot mijn verbazing doet hij dat niet. Hij kijkt alleen maar naar mij. "Zo zo het meisje denkt dat ze kan winnen. Maar ze vergeet iets, je mag van niemand houden wil je een goede Heda worden. Hodnes laik kwelnes." Zegt de man die voor mij staat. "Liefde is geen zwakte zoals jij dat zegt. Liefde maakt je sterker." Nadat ik dat heb gezegd val ik aan. Hij ontwijkt mijn aanval en valt dan ook aan. Hij raakt met zijn zwaard mijn been en ik zak er kort doorheen. Ik kreun weer maar val hem ook weer aan. Hij raakt uit balans en valt dan op de grond. Ik buig door mijn knieën. "Zie je wel liefde is geen zwakte maar kracht." Zeg ik zacht tegen hem voor ik zijn keel doorsnijd. Dan sta ik weer op en richt ik mij op het publiek. "Ai laik Nova kom trikru en ai laik Heda." Zeg ik tegen de mensen. Het betekend dat ik Nova ben en dat ik nu de leider van dit dorp ben. Iedereen begint te juichen en ik zie Liam in het publiek zitten en mij trots aankijken. Ik glimlach naar hem. "Breng iedereen die bij dit gevecht om het leven is gekomen naar de begraafplaats buiten het dorp, behalve Raven die word bij de rest van het dorp begraven." Zeg ik tegen een aantal mensen die in de arena werken. Ze kijken mij verbaasd aan maar doen wel wat ik zeg. Ik loop naar Ravens lichaam. "Yu gonplei ste odon." Zeg ik tegen haar. Het gevecht van Raven en alle andere deelnemers in dit gevecht is over, maar die van mij begint net.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top