50. Tot het einde
Mara staarde vol ongeloof naar de soldaten die zich bij de uitgang van de troonzaal verzameld hadden. Het was een val. Natuurlijk was het een val. De koning wist dat ze hem in de troonzaal zouden zoeken.
Hij had het allemaal voorzien.
De muur van soldaten naderde. Ze hielden hun wapen in de aanslag, en kwamen langzaam en voorzichtig dichterbij, als hoe je een wild beest zou benaderen.
Mara keek om zich heen. Zocht naar een uitgang, al vermoedde ze dat de koning niets aan toeval overliet. Hij had dit alles zorgvuldig uitgekiend, wachtend op hun ondergang.
Maar zij hadden iets wat de soldaten niet hadden.
Magie.
'Ryu.' siste Mara. 'Kun je transformeren?'
De Bewaarder had de ketting van haar enkel gehaald, maar haar magie was verzwakt. Ze aarzelde.
'Ik kan het proberen.'
Ryu sloot haar ogen.
De naderende voetstappen van de soldaten weerklonken door de troonzaal.
Ijzeren laarzen op een marmeren vloer.
Langzaam maar zeker transformeerde Ryu. Ze werd langer, en haar rug kromde zich. Zilverblauwe schubben groeiden uit haar huid. Haar kop raakte nog net niet de kristallen kroonluchter die aan het plafond bungelde.
De soldaten, hoewel vervuld van angst, leken niet verbaasd. Ze waren zorgvuldig ingelicht over wat er moest gebeuren, en waren voorbereid op elk scenario. Ze haalden dan ook meteen zware, ijzeren kettingen tevoorschijn.
Mara knielde en plaatste haar handen op de grond. Ze sloot haar ogen, het woeste gebrul en het rinkelende geluid van de kettingen negerend.
Haar magie werkte niet.
Het duurde even voor ze besefte waarom. Onder de vloer was een andere verdieping, en daaronder nog één. De aarde was te ver van haar verwijderd.
Samuel, die bedreven was in de kunst Aardmagie, leek er ook problemen mee te hebben. Krampachtig strekte hij zijn vingers, maar er gebeurde niets.
De soldaten naderden.
Ryu zwaaide met haar staart. Soldaten raakten met een harde klap de muren van de troonzaal, maar ze bleven maar komen. Steeds meer, als onkruid dat zich vermenigvuldigde binnen enkele seconden. Ze schoten pijlen en harpoenen in tussen Ryu's schubben, en een huiveringwekkende brul galmde door het paleis.
Alice hief haar handen. Ze sloot haar ogen. Ze stuurde al het vuur dat zich in ze had richting de soldaten, en het was genoeg om enkelen te doden, maar het was niet genoeg. Het besef doorkliefde hen als een bliksemschicht, fel en pijnlijk.
Het zou niet genoeg zijn.
Ze konden dit nooit winnen.
Het was dan ook een wanhoopsdaad toen Mara de dolk uit haar riem trok. Ze rende op de soldaten af, want op haar knieën zou ze nooit sterven. Ze zou vechten.
Tot het einde.
~*~*~*~*~*~
Nox rende door de gangen, gevolgd door Kat. Honderden gedachten raasden door zijn hoofd, maar hij wilde ze geen aandacht geven. Hij wilde niet denken aan het verraad van Kat. Aan het brute feit dat ze de vrouw van de koning was geweest. Een koningin. Hij vroeg zich af voor hoeveel executies ze verantwoordelijk was.
Executies van haar eigen soort.
Ze naderden de troonzaal, waar Mara, Samuel, Alice en Ryu op hen zouden wachten. Het gevoel dat er iets mis was nestelde zich in zijn borstkas, en hij vertraagde zijn pas.
'Wat is er?' vroeg Kat.
Hij aarzelde. Keek om zich heen.
Toen pas zag hij wat er mis was. Er waren geen soldaten. Niet eens bedienden. De gangen waren leeg, alsof de koning ze allemaal verzameld had op één plek. En toen pas drong het tot hem door.
'De koning weet het.' zei hij ademloos.
Kat fronste. 'Wat?'
'De koning weet dat we hier zijn. Hij weet...' de woorden stokten in zijn keel. Zijn ogen sperden zich wijd open.
'Het is een val.'
Hij maakte aanstalten om naar de troonzaal te gaan. Hij zou desnoods elke soldaat op zijn pad moeten doden, maar dat maakte hem niet uit. Hij moest Mara en de anderen te redden nu het nog kon.
Maar Kats ferme stem hield hem tegen.
'Wacht.'
Hij stond stil.
'We moeten een plan hebben. We kunnen niet als een wilde op hen af stormen.'
'Dat kunnen we wel.' Hij draaide zich om. 'Ze zijn in gevaar, Kat.'
Hij liep weg. Hij negeerde haar toen ze zijn naam riep. Hij negeerde hoe ze hem terug probeerde te roepen. Hij wist toch wel dat ze gelijk had. Maar hij kon Mara daar niet alleen laten. Hij begon te rennen, zo hard hij kon, en hij hoorde Kats voetstappen achter zich.
Honderden, zo niet duizenden soldaten hadden zich verzameld bij de ingang van de troonzaal. Hun strijdkreten galmden door het kasteel.
'Nox...'
Kat maakte een beweging alsof ze hem bij zijn arm wilde grijpen, maar stopte halverwege. Ze zuchtte.
'We kunnen ze niet aan.' zei ze zacht.
Nox knikte. 'Dat weet ik.'
Hij liep op de soldaten af.
Ze leken verbaasd. De koning had hen vast niet ingelicht dat er nog anderen in het kasteel waren. Dat niet iedereen de troonzaal bereikt had. De koning wist het zelf niet eens.
Nox fronste. Nog nooit had hij zoveel soldaten gedood. Maar hij had geen keus. Hij strekte zijn vingers, sloot zijn ogen en concentreerde zich op de bonzende harten van de soldaten. Alle andere geluiden vervaagden naar de achtergrond, en hij was alleen met het krachtige dreunen van de duizenden harten. Hij stuurde al zijn kracht, al het verderf dat zijn ziel bevatte, naar de harten. Koud zweet gleed tussen zijn schouderbladen.
Het bonzen stopte.
Stilte.
Nox opende zijn ogen.
Ze waren dood. Alle soldaten lagen op de grond. Het was haast een kleed van zwarte harnassen en zilveren raven, gedrapeerd over de witte vloer. Nox sloot kort zijn ogen. Zijn magie was uitgeput. Zijn knieën knikten, en even was hij bang dat zijn benen het zouden begeven.
Maar hij wist zijn voeten te verzetten. Stap voor stap kwam hij dichterbij de troonzaal. Het was stil. Te stil. Hij hoorde Mara's krachtige stem niet, en er klonk geen brullende draak of geraas van vlammen.
De wereld draaide om hem heen, en hij greep zich vast aan de deuren van de troonzaal, nauwelijks in staat om overeind te blijven. Hij keek de troonzaal in.
Zijn adem stokte in zijn keel bij wat hij toen zag.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top