31. Mara
'Het lukt niet!'
Alice staarde naar haar in de lucht geheven handen, waar nog steeds geen enkele vlam uit was verschenen. Ze hadden al een uur geoefend, en Samuel had al een uur gezeurd over emoties, en dat ze 'haar hoofd moest leegmaken'.
Het had allemaal niets geholpen.
'Geduld is een schone zaak, Alice.' antwoordde Samuel, kalm als water. Hij knikte haar toe. 'Probeer het nog eens.'
'Ik heb het al honderd keer geprobeerd!' wierp ze tegen. Toch hief ze haar handen.
'Je verliest je focus.' zei Samuel. 'Denk aan iets wat je een sterke emotie geeft. Iets wat je boos maakt, of verdrietig.'
Ze probeerde die emoties op te roepen, maar het lukte haar niet. Ze voelde zich leeg, en moe. De hele dag waren haar jurken gepast, korsetten versteld en aangesnoerd, en volgde iedereen haar, overal waar ze ging. De bruiloft naderde. De beklemmende druk, die zich de afgelopen dagen om haar schouders had gesloten, liet niet los.
Ze schudde haar hoofd en liet haar handen zakken. Ze beet op haar lip.
'Het lukt me echt niet, Samuel.' ze wreef over haar gezicht, en leunde tegen de muur. Ze verlangde naar haar kamer. Even, een moment alleen. Maar zelfs daar zou ze niet alleen zijn. Rudolf zou op haar deur kloppen, of de hofdames zouden naar haar toe komen.
Samuel zweeg. Peinzend staarde hij haar aan. 'Goed.' zei hij na een tijdje. 'Morgenvroeg, als je meer energie hebt, zie ik je hier. Nu moet je rusten.'
Ze wist er een zwak glimlachje uit te persen, knikte nauwelijks merkbaar, en haastte zich de kamer uit. Ze liep door de gangen, zo snel mogelijk, naar de enigste plek waar ze helemaal tot rust zou kunnen komen.
Ryu.
Maar ze was nog niet halverwege de gang, toen Rudolf naast haar kwam lopen. Ze moest een vermoeide zucht onderdrukken.
'Waar ga je heen, prinses?'
'Moest jij geen magiërs opsluiten, of zoiets?' snauwde ze.
Ze versnelde haar tempo, maar Rudolf hield haar makkelijk bij.
'Mijn taken zijn tijdelijk overgenomen, tot na de bruiloft. Dan zal ik-' hij stopte abrupt toen hij haar verveelde, vermoeide en bovenal chagrijnige gezicht zag. 'Het boeit je helemaal niets, of wel?'
'Rudolf, ik wil gewoon even alleen gelaten worden.' haar stem trilde. 'Is dat nou zoveel gevraagd?'
Even zweeg hij. 'Prima. Zolang je maar onthoud dat we je over een uur in de eetzaal verwachten, voor het diner.'
Ze slikte al haar woede, alle sarcastische antwoorden, in, en liep verder, zonder hem nog een blik waardig te keuren. Alle verwachtingen. En waarvoor? Een bruiloft waar ze het niet mee eens was. Een bruiloft waar ze het ja-woord met moeite zou gaan geven.
Maar ze moest. Ze had geen keus.
Ze sloot kort haar ogen en duwde de ingang naar Ryu's grot open. Met veel kabaal opende die zich, en ze keek schichtig om zich heen. Ze glipte naar binnen, en sloot de deur met enige moeite weer achter zich.
Ze daalde met een razende vaart de trap af, maar stopte abrupt toen ze verderop licht zag branden, van een flakkerende kaars. Haar hartslag schoot omhoog. Ze hoorde stemmen. Woedende, harde stemmen.
Er was iemand bij Ryu.
~*~*~*~*~*~
Nox hield het hart stevig in zijn handen geklemd toen hij aan kwam lopen. Zijn handen zaten onder het bloed, en het drupte op zijn kleding, maar hij had het niet door. Hij had alleen oog voor Mara. Voorzichtig overhandigde hij het hart aan Caelum, die luid slikte toen hij het aanpakte.
'Het is een sterk hart.' mompelde hij. 'Dit moet het overleven.' Caelum knikte bij zichzelf en keek op, naar Kat, die er stil bij zat. 'Ben je er klaar voor?'
Kat haalde diep adem en strekte haar vingers. 'Ja.'
Er was geen tijd te verliezen, en er werden ook geen woorden verspild. Ze wisten beiden wat ze moesten doen. Caelum legde het hart op Mara borstkas. Zijn trillende vingers zweefden boven het hart.
Kat boog naar voren, en hield haar handen voor het hart, alsof ze de warmte wilde voelen, net als bij een haardvuur. Ze begon te mompelen, in een vreemde, oude taal, die Nox niet kende. Hij zette een stap achteruit en keek zwijgend toe.
Behalve Kats gemompel was het stil. Zo stil dat zelfs de vogels aarzelend hun lied stopten.
Plots schoot er een straal licht uit Caelums handen, recht in het hart. Kat volgde snel. Twee oogverblindende lichtstralen richtten zich op het hart. Kat stopte met mompelen en sloot haar ogen.
Nox keek verbijsterd toe naar wat er daarna gebeurde.
Het hart zakte langzaam in Mara's borst, alsof het in drijfzand lag. Het maakte een vreselijk krakend geluid, en Nox wilde wegkijken, maar het lukte hem niet. Zijn blik was vastgekluisterd aan het tafereel dat zich voor hem afspeelde. Het hart zonk steeds dieper, tot het niet meer te zien was, en haar oude hart kwam langzaam omhoog. Het was een ruil. Een oog om een oog, een tand om een tand.
Een hart om een hart.
Het was klaar. Kat en Caelum bleven zitten, hijgend van inspanning. Hun gezichten waren lijkbleek, en zweet parelde over hun voorhoofden.
'En?' vroeg Nox. Hij zette een stap naar hen toe. 'Heeft het gewerkt?'
Caelum veegde met de rug van zijn hand langs zijn voorhoofd. Hij wierp een aarzelende blik op Mara, die er nog steeds roerloos bij lag.
'Ik weet het niet, Nox.' zei hij zacht.
'Het moet gewerkt hebben! Dat moet! Ik heb het hart gehaald, zoals je zei. Het was een sterk hart, echt. Het moet...' zijn stem stierf weg. Hij vloekte en begon te ijsberen. 'Wat is er verkeerd gegaan?' zijn stem klonk nu zachter. Gekweld.
Kat zuchtte. Ze stond op, zodat ze niet naar het lichaam hoefde te staren. 'Zulke spreuken zijn onberekenbaar. Ze werken niet altijd zoals ze horen te doen.'
'Nee.' gromde Nox. Hij weigerde Kat aan te kijken, omdat hij wist dat ze gelijk had. 'Het had moeten werken. Alles ging goed. Het hart was sterk. Het zou moeten werken.' zijn stem was nauwelijks een fluistering.
'We hebben ons best gedaan.' Kat wilde zijn arm pakken, maar hij trok zich weg. Ze zuchtte. 'Nox...'
Hij draaide zich van hen weg. 'Het heeft niet gewerkt.' zei hij zacht. 'Het heeft niet gewerkt.'
Kat boog haar hoofd. Ze staarde naar Nox' rug. Ze wist dat hij om Mara gaf. Ze had gezien hoe die twee met elkaar omgingen.
'Ik ben geen expert op dit gebied.' klonk een zachte, geamuseerde stem. 'Maar volgens mij werkt de spreuk.'
Alle drie keken ze op.
'Mara?'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top