PROLOOG

"Sorry, gaat het? Ik zat niet op te letten." hoor ik een vrouwenstem zeggen. Ik weet niet waarom.

"Wat is er gebeurd?" vraag ik zwak.

"Ik heb je per ongeluk aangereden."

Ik denk na, maar mijn hoofd doet pijn. Ik wil met mijn hand naar mijn voorhoofd toe gaan, maar als ik mijn arm probeer te bewegen, verga ik van de pijn.

Op hetzelfde moment hoor ik de sirene van een ambulance. Het geluid wordt steeds harder en als ik denk dat het niet harder kan, stopt het. Ik wil kijken waar de ambulance is, maar ik kan me niet bewegen. Door de pijn wordt alles zwart voor mijn ogen.

Als ik mijn ogen weer open doe, zie ik twee ambulance broeders, waarvan een met een baard en een zonder baard, gebukt over me heen staan. Twee mannen. Ze zijn met iemand bezig. Ik wil kijken met wie ze bezig zijn en wat ze aan het doen zijn, maar dan zegt een van de twee, degene met de baard: "Blijf maar liggen, als je je gaat bewegen, doe je jezelf alleen maar pijn."

Ik word op een brancard gelegd die de andere broeder intussen heeft klaargezet. Ik verga van de pijn omdat ik wil kijken waarom ik op een brancard word gelegd. De broeder met de baard ziet het en zegt: "Ik zei toch dat je je niet moest bewegen, omdat je jezelf dan alleen maar pijn doet." En tegen zijn collega: "Vraag jij aan die drie die daar staan wie er mee wil?"

"Ja dat doe ik wel." is zijn antwoord.

Hij loopt naar drie kinderen toe, waarvan twee heel mooie meisjes en een goed uitziende jongen, en vraagt wie er mee wil. "Ik!" roept de mooiste van de twee meisjes. Ze loopt naar de ambulance toe waar ik in lig en gaat achterin zitten. Een van de twee broeders, degene zonder baard, komt er ook bij. Hij begint vragen te stellen.

"Weet je hoe je heet?"

"Nee."

"Weet je welke dag het vandaag is en wat de datum van vandaag is?"

"Nee."

En aan het beeldschone meisje dat mee is gegaan in de ambulance, vraagt hij ook een wat.

"Weet je hoe hij heet?"

"Hij heet Jeroen. En voordat je gaat vragen hoe oud hij is, hij is zeventien."

"Dank je. Heeft Jeroen al eerder iets gebroken?"

"Niet dat ik weet. Waarom vraagt u dit allemaal?"

"Dat moet voor zijn dossier. Hoe heet jij eigenlijk?"

"Tessa."

"Oké Tessa, wat is er gebeurd? Beschrijf het zo goed mogelijk."

"Nou kijk. We fietsten naast elkaar en we wilden oversteken. Maar er reed een auto. Ik zag de auto, net zoals Carolina en Robbin. Wij stopten dus. Maar Jeroen zag de auto niet en reed dus door. Toen probeerde die vrouw nog te remmen, maar het was al te laat. Jeroen was al aangereden. Toen belde ze naar 112 en toen kwamen jullie eraan. Nu zijn we in de ambulance."

"Oké, dus als ik het goed begrijp keek Jeroen niet uit en werd toen aangereden?"

"Ja. Maar wat..."

Ik zie dat ze begint te huilen. Dat is het laatste dat ik meekrijg. Alles word weer zwart voor mijn ogen.

Ik word pas weer wakker in het ziekenhuis. Ik lig aan allemaal infusen. Tessa is er, de kinderen die ik zag toen Tessa zei dat ze mee wilde zijn er ook. Waarschijnlijk zijn dat Carolina en Robbin. Er zijn ook twee oudere mensen die ik niet ken. Tessa zegt tegen iedereen dat zij met mij moet praten van de doktoren. Dus de mensen laten Tessa met mij praten.


HEEYY MENSJESS,

een kort stukje sorry, maar ik weet niet echt wat een goede lengte is voor een proloog. de hoofdstukken kunnen wel langer worden aangezien ik dit op mijn computer schrijf. het kan dus ook een tijdje duren voordat ik upload. laat me in ieder geval weten wat jullie ervan vinden en hoe jullie vinden dat ik schrijf enzo. tips zijn ook welkom!
dan zeg ik maar





Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top