I

Soms gebeurden de dingen omdat ze gebeurden. Soms was er geen reden, geen diepere betekenis achter de dingen die zich afspeelden in je leven. Soms. . . Soms moest je wakker worden in een vreemd bed om in staat te zijn tot de realisatie te komen dat sommige dingen alleen aan jezelf te verwijten waren.

Omstandigheden konden je aanzetten tot bepaalde acties, maar als je hoofd bonkte als een gek en je blote lichaam schuil ging onder onbekende lakens, dan was het toch echt jij die die whiskeyfles had geopend de avond ervoor, en jij alleen die stomdronken met een vreemde in de taxi was geklommen.

Soms kon je je niet goed genoeg voorbereiden op gebeurtenissen die je leven voor goed zouden veranderen. Soms leek het beste wat je kon doen naar dat schimmige figuur op straat toestappen en wat van zijn handeltje opkopen. Dan combineerde je een lijntje met wat shots die je pijlsnel achterover drukte in een stinkende bar en hoopte je dat dit ofwel je beste avond ooit werd, of je je einde vond en vredig kon wegdommelen in een aangename roes.

Je hoopte in ieder geval niet dat je de gevolgen van die stomme besluiten onder ogen moest zien. Toch?

Maar natuurlijk was dat wel het geval. Je kon hopen dat de nacht nooit zou eindigen, maar ooit moest je je ogen openen, wakker worden. Ooit moest je hoe dan ook inzien dat je zelfs het laatste beetje van je leven had verkloot.

Maar je realiseren dat je zelfs je laatste beetje geluk had weggeworpen, was iets heel anders dan dat feit accepteren en verder gaan met je leven. Tony Stark was niet iemand om bij de pakken neer te zitten, maar hij was al helemaal niet iemand die zijn problemen graag recht in de ogen aankeek en probeerde er nog het beste van te maken.

'Peter gaat me hiervoor haten,' gromde de miljardair in het naar rozen ruikende kussen. Uitgespreid bleef hij stilliggen, probeerde ergens toch wel met iets van een oplossing te komen, een manier om verder te leven in dit verklote leven waarin hij was wakker geworden.

Vreemd hoe alles gisteren nog een droom had geleken. Hij had Pepper aan zijn zijde gehad, was een gelukkig man geweest die het recht had te mogen staren naar een vrouw zo mooi als Pepper Potts, en nu was zij met een ander en lag hij hier kotsmisselijk te vergaan van de pijn in een bevuild bed.

Tony, ik moet iets bekennen.

Nog kon hij haar stem horen, haar gezicht voor zich zien tot op de peinzende rimpeltjes in haar ooghoeken toe. Ze had gevraagd of hij even wilde gaan zitten, of hij kon beloven kalm te blijven en haar te laten uitspreken.

Ze waren alleen geweest, alleen in Avengers Tower omdat iedereen onderhand was verkast naar de Compound die vlak buiten de stad was gelegen, de Compound die ruimte bood voor ontwikkeling en innovatie.

Ik heb iemand ontmoet.

Soms was het leven niet eerlijk. Soms kon je nog zo hard je best doen: het was nog steeds niet goed genoeg.

Ik kan je dit niet langer aandoen, Tony.

Ze had verteld dat ze hem al maanden aan het lijntje hield, dat ze afspraakjes had met deze andere man en hem opzocht als Tony zijn leven riskeerde op het slagveld, zijn nek uitstak voor de gewone burger.

Ik denk dat het beter is voor ons om nu een punt te zetten achter onze relatie.

Twee jaar. Twee jaar hadden ze elkaar bemind alsof er niemand anders was buiten de ander. Voor decennia hadden ze liefde en leed gedeeld. Ze had voor hem ingestaan toen niemand anders nog in hem had geloofd. Ze had hem gered van de ondergang toen hij vijfentwintig was geweest, en daarna opnieuw toen hij Iron Man werd, en daarna opnieuw en opnieuw en opnieuw. Nooit had ze hem in de steek gelaten, en nu - nu hij de ring al had uitgezocht en alleen nog wachtte op het juiste moment om naar haar hand te vragen - nu zei ze dat ze het niet meer kon aanzien en niet alleen hun liefde de rug toedraaide, maar zelfs haar gehele baan, hun leven dat ze gedeeld hadden vanaf het moment dat hij tot CEO van Stark Industries was benoemd. Ze had haar tas gepakt en was weggegaan. Voor de laatste keer liep ze zijn penthouse uit. Op de koffietafel bleef een brief achter, netjes verzegeld.

Het was haar ontslagbrief.

Tony had het nog niet geopend.

'Bwel Rhobey.' Stark kon zich niet verroeren. Zijn hoofd gonsde gewelddadig als een kibbelende menigte. Zijn lichaam deed overal zeer, overtuigde hem ervan dat er zelfs spierpijn bestond voor de spieren tussen je ribben.

'Tones?'

'Honey,' wispelde de billionaire zachtjes, 'ik heb een klein probleempje.'

'Hoe groot is klein?'

'Ik heb geen flauw benul waar ik ben en er kan ieder moment iemand binnen komen die ik liever niet meer onder ogen kom voor de rest van mijn leven.'

'Shit. Oké. . . Eh. . . Ik kom eraan.'

Stark sloot zijn ogen. Hij wist dat het nooit lang kon duren voordat zijn vriend hem had gelokaliseerd. Nog even en hij zou weer veilig thuis zitten.

Alleen, realiseerde hij zich te laat. Zonder ledematen te bewegen, drukte hij zijn gezicht terug in het kussen. Zijn ogen brandden. Hij kneep ze dicht, probeerde de emoties binnen te houden, weggestopt, precies waar hij ze altijd al had gelaten voordat hij zich samen met Pepper in een innige liefdesaffaire had gewaad.

Er waren momenten dat je niet kon bepalen of je lachte of huilde. Er waren momenten dat zelfs een man als Stark - een vent wie niets anders had gedaan dan tranen verborgen houden voor anderen - waterige ogen kreeg en moest toegeven dat hij huilde.

De deur van de slaapkamer ging open, onhoorbaar. 'Tones?' De vloer kraakte.

Een hand op zijn schouder. Tony kreunde toen hij voorzichtig werd omgedraaid. Hij slingerde zijn arm over zijn ogen, wilde nog heel even blijven hangen in de stilte die zich tussen zijn droomwereld van gisteren en de hel van nu bevond.

'Tones, biecht op. Ik moet weten hoe erg het is.'

Zijn bezwete huid kwam in contact met de koude lucht die de kamer binnen kwam via het openstaande raam. New York klonk buiten, terwijl Tony probeerde terug te halen wat hij had uitgespookt.

'Eén lijntje, wat shots. Ik kreeg drinken aangeboden van. . . dingetje.' Hij kon niet meer op de naam komen van de man met wie hij mee naar huis was gegaan. Zijn hoofd rolde uitgeput opzij.

'Thomas, bedoel je?'

'Wa- Hoe?'

Rhodey hielp hem voorzichtig rechtop. 'Hij liet me binnen.' De kolonel haalde een sweater uit de plastic tas die hij op bed had geworpen. Geduldig hielp hij Stark in het kledingstuk. 'Sommige mensen deugen. Niet iedereen laat zijn onenightstand alleen achter.'

'Ik ben niemands onenightstand,' protesteerde de Avenger zwak. Hij wist dat het tegendeel waar was.

'Komop.' Rhodey hielp hem te gaan staan. Tony leunde zwaar tegen de man terwijl deze hem in boxers en een broek hielp. 'Kan je lopen?'

De playboy schudde zijn hoofd. Voor hij het wist voelde hij geen grond meer onder zijn voeten. Rhodes tilde hem zwijgend de lichte slaapkamer uit, een brede hal in.

'Bedankt, hè.' James schuifelde met de miljardair in zijn armen de voordeur van het appartement door. 'Ik houd je op de hoogte!' riep hij Thomas over zijn schouder na.

Thomas leunde zwaar tegen zijn deurframe. Onzeker zwaaide hij het merkwaardige tweetal na.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top