03| Deel Drie

Geschreven op 8 december 2018

Hoofdstuk 3

De uren die volgde zijn als een waas voor Katherine voorbijgegaan. Haar maag maakt om de zoveel minuten een beschamend geluid, wat roze blosjes doet verschijnen op Katherine's wangen. Door haar handen om haar buik te slaan hoopt ze het geluid wat te dempen en te voorkomen dat Heer Thompson er lucht van krijgt.

Dat moet voor verder niet een heel groot probleem zijn: Katherine zit vast in een kooi, achteraan in de stoet terwijl de zogenaamde Ridder zich als leider vooraan bevindt. De enige die het hongerige geknor kunnen opvangen is de man die naast de kooi rijdt, ter beveiliging van Katherine.

Boze blikken zijn al vele keren zijn kant opgegaan, maar tot nu toe trekt de jongeman zich er niets van aan. Zijn warrige maar felle rode haren dansen in het rond in de wind, terwijl de sproeten op zijn gezicht hem een onschuldige uitstraling geeft. Maar Katherine weet wel beter. Dit zijn de mannen verantwoordelijk voor het verwoesten van alles wat zij in het leven had en kende.

'Een lach zou je beter staan,' mompelt de jongen. Meteen knijpt Katherine haar ogen samen en ontstaan diepe rimpels op haar voorhoofd. Haar lippen vormen zich tot een dunne lijn. 'Wat zei je daar?' snauwt ze. Verbaasd kijkt de jongen op en laat zijn ogen kruisen met die van Katherine. 'Dat een lach je beter zou staan,' herhaalt de Ridder zich. Echter, in zijn toon zit geen enkele spot of neerbuigende emotie.

Een sarcastische lach verlaat Katherine haar lippen. 'Lachen in een situatie zoals deze?' zegt ze tegen hem en verplaatst haar lijf in de kooi zo dat nu aan de rechterkant zit. Met haar handen houdt ze de tralies vast en haar gezicht laat ze ertegen aanleunen. De woorden van de dame laat de man zich bezinken. Als antwoordt haalt hij zijn schouders op.

'Het is beter dan te blijven hangen in het verleden en daar boos, verdrietig of welke emotie dan ook over te voelen. Het is nu eenmaal gebeurd en niets kan je daar aandoen.' Katherine rolt met haar ogen terwijl ze luistert naar wat de jongen tegen haar zegt. Hij heeft makkelijk praten, gaat er door haar gedachtes heen. Hij heeft net niet zijn familie afgeslacht zien worden en vervolgens door diezelfde barbaren gevangen genomen geworden.

Hoewel Katherine het graag zou willen doen, houdt ze haar mond. De beledigingen die ze naar het hoofd van de jongen, die niet veel ouder dan haar is, zou willen roepen houdt ze voor haarzelf. Wat met enige moeite gedaan moet worden.

'Ik weet dat je wat wil zeggen, dus spreek vrij uit,' verbreekt de rossige jongen de gevallen stilte. 'Geen zorgen; ik zal je niets aandoen door te vertellen wat je nu écht denkt. Je hebt mijn woord.' Een oprechte vriendelijke glimlach wordt eraan toegevoegd. De ogen van de jongen moedigen Katherine aan om nu ook haar mening te uiten en zich verder in het gesprek te mengen.

'Jouw woord betekent helemaal niets,' is het eerste wat Katherine bits uitbrengt. 'Hoe kan dat ook? Hoe kan het woord van een man ietsbetekenen wanneer hij nog geen dag geleden onschuldigenboeren heeft beroofd van het leven. Vrouwen en kinderen heeft afgeslachtdie geen kans op eigen verdediging of bescherming hadden?'

De jongen blijft stil en slikt hoorbaar. 'Hoe kan ik erop vertrouwen dat jij mij niet zal martelen, op welke manier dan ook, als ik vertel wat ik denk? Wat ik ervan vind?' gaat Katherine verder. 'Hoewel het mij wel érg duidelijk lijkt hoe ik erin sta en wat ik ervan denk.'

Zelfvertrouwen lijkt terug te komen in de jongen en hij recht zijn rug. 'Ik begrijp je beter dan dat je zou denken,' onderbreekt hij de vrouw. Hij heft dan meteen zijn hand om te voorkomen dat Katherine hem in de reden zal vallen voordat hij zijn zegje gedaan heeft. 'Dit lijkt misschien niet zo, en kan afgezaagd klinken, maar niet alles is wat het lijkt. Bij velen hier zit er een verhaal achter voor wat ze doen. Dat wil niet zeggen dat het altijd gerechtvaardigd is, dat weet ik. Om eerlijk te zijn begrijp ik vaak ook niet waarom we dorpen zoals de jouwe binnen vallen. De mensen hebben ons niets misdaan en maken, zoals jij al zei, geen schijn van kans.'

Een zucht ontsnapt uit Katherine haar mond. 'Waarom zeg u dit allemaal?' vraagt ze. 'Wordt u niet gestraft voor uitspraken zoals deze?' Voor de zoveelste keer het afgelopen halfuur, haalt de jongen zijn schouders op. 'Heer Thomspon weet hoe ik er over denk en hij is niet zo slecht als dat hij tot nu toe heeft doen voorkomen.'

'Tuurlijk,' brengt Katherine met vol ongeloof uit. 'De man wiens bevel het was om mijn familie als koeien af te slachten zonder enige genade, de man wie denkt te kunnen doen met mijn lichaam wat hij wenst, is niet zo slecht als ik denk? U heeft helemaal gelijk: Hij is slechter dan dat ik ooit zou kunnen bedenken.'

* * *

De zon brandde pijnlijk op de huid van Katherine. Haar mond raakt uitgedroogd en haar verlangen naar water wordt met de seconde meer – heftiger. In combinatie met de honger wordt het zitten in de kooi onverdraaglijk. De boeien om haar polsen creëren gemene wonden en de hobbels veroorzaakt worden door de onverharde weg, laten zo zijn sporen achter op de ruggenwervel van de dame.

Haar ogen zijn een tijdje geleden al dicht gevallen en het kost nu te veel moeite om ze weer te openen. Het enige wat Katherine nog kan doen is bidden dat ze snel uit haar lijden verlost zal zijn. Een prachtige hereniging met haar familie in de Hemel is wat telkens opnieuw in haar gedachten wordt afgespeeld.

'Mevrouw?'

Uit de verte hoort Katherine een stem die haar bekend voorkomt, maar energie – of de wil – om te antwoorden heeft ze niet. Als er van haar kant geen teken van leven wordt getoond, klinkt er geratel van een sleutel die de deur van het slot draait. Er komt beweging in de kar en het voelt alsof er iemand bij haar in de kooi klimt.

Waarschuwingsbellen weerklinken in Katherine haar hoofd, waardoor ze haar ogen opent. Die kijken meteen in de bruine ogen van de jongen die de hele tijd naast haar heeft gereden. Haar wenkbrauwen trekt ze daarom dan ook verbaasd om, maar ze maakt verder geen aanstalten om verder de kooi terug in te kruipen.

Dit verbaasd de jongen, maar hij maakt er geen opmerking over. Om te voorkomen dat Katherine zijn bedoelingen anders opvat dan bedoelt, blijft hij zitten op de plek waar hij zich al bevindt. Zo is er voldoende ruimte tussen hen om te laten zien dat hij haar niets aan zal doen.

'We zijn gestopt,' legt hij uit. 'We gaan ons kamp hier opzetten en overnachten. Morgenochtend vroeg, voor dauw, vertrekken we weer. Ik heb Eoban zo ver gekregen dat je wat water en brood kan krijgen.' De jongen laat een leren waterfles zien en in zijn andere hand heeft hij het wittebrood dat Katherine van eerder herkent.

Wantrouwig kijkt Katherine naar hem en schudt haar hoofd. 'Ik hoef niet,' weet ze nauwelijks uit te brengen. Nu is het de beurt van de Ridder om zijn hoofd te schudden. 'Uitdroging en verhongering is een zeer pijnlijke en langzame dood. Geloof mij: Dat wil je je zelf niet aandoen. Hoe fijn de dood ook kan lijken op dit moment.'

Hij draait de dop van de fles af en neemt een kleine slok eruit. 'Hier, drink alsjeblieft iets.' Hij overhandigt het water nu aan Katherine, die het twijfelend aanneemt. Voorzichtig zet ze het aan haar lippen en laat het water langzaam in haar mond stromen. Eenmaal het water in haar mond te hebben, drinkt ze gulzig de hele fles leeg.

Tevreden kijkt de jongen naar haar. 'Nu nog wat eten.' Katherine knikt en pakt het brood van hem aan. Daar breekt ze kleine stukjes vanaf, die ze daarna in haar mond stopt. 'Dankuwel,' fluistert ze zachtjes. De man haalt zijn schouders op. 'Het is geen moeite. Bovendien ben je te mooi om weg te laten kwijnen.' Met een knipoog stapt hij de kooi weer uit en sluit netjes de deur weer.

'Wacht,' roept Katherine hem na. Nu ze weer wat voeding in haar lijf heeft, realiseert ze zich dat ze een onbekende naam voorbij heeft komen. Net zoals dat ze eigenlijk helemaal niet weet hoe de vriendelijke jongen heet die lijkt haar te willen helpen. De Ridder stopt meteen met lopen en maakt zijn weg terug naar de kooi.

'Wie is Eoban?' vraagt Katherine. 'En wie bent u?'       

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top