12. Een verhelderend gesprek met P en P.

Als ik helemaal leeg ben van het huilen en mevrouw Plijster mijn schrammen en blauwe plekken heeft verzorgd knielt Perkamentus voor me neer.
Ik lag nog steeds tegen Jay's borst aan, wat aan de ene kant fijn was, maar me aan de andere kant een beetje verlegen maakte. Ik heb nog nooit tegen de borst van een jongen aan gelegen, dus Jay is de eerste.
En dan is het ook nog eens zo dat ik hem misschien als meer dan een vriend begin te beschouwen.
Ja, mijn leven is niet gemakkelijk.
"Audrey, ik wil je graag even spreken in mijn kantoor. Kan dat?" vraagt Perkamentus.
Nee. Dat kan niet- denken mijn hersens.
"Ja hoor," mompelt mijn mond.
Perkamentus knikt. "Erica, wil je ene meneer Potter even vanuit de bibliotheek naar mijn kantoor sturen? Zeg hem maar dat ik weet dat we in de bibliotheek hadden afgesproken, maar er helaas iets is wat ik dringend met hem moet bespreken op een plek waar niemand ons horen kan. Het wachtwoord is 'blauwe suikerspin'."
Erica knikt en rent weg, op weg naar de bibliotheek en 'ene meneer Potter'.
"Is Harry op school?" vraagt professor Anderling.
Iedereen richt zijn blik op Perkamentus, hoopvol en bewonderend. Iedereen, behalve ik.
Kijk, dat was niet waar ik mee bezig was. Waar ik mee bezig was op dat moment was: Welke idioot verzint nou weer een wachtwoord dat 'blauwe suikerspin' luidt? Perkamentus blijkbaar.
"Ja, Harry Potter is op school, maar ik verzoek jullie vriendelijk het daar met niemand over te hebben. Keer allemaal maar terug naar de Gryffindor-toren en wacht daar tot Audrey weer terug komt. Mevrouw Plijster? Kijk even in de ziekenzaal of er nog meer mensen zijn die geholpen moeten worden. Professor Anderling, u komt met mij mee." Perkamentus gaat weer overeind staan en steekt zijn hand naar me uit.
Ik nam hem niet aan, maar ga zelf overeind staan.
"Tot zo Audrey," zegt Jay, waarna de rest ook 'tot zo' zei.
Samen lopen ze naar de Gryffindor-toren. Ik wou dat ik mee kon.
Mevrouw Plijster was ondertussen naar de ziekenzaal gegaan denk ik, om de andere gewonden te helpen.
Ik, een verbaasde professor Anderling en Perkamentus bleven achter.
"Zullen we? We hebben nog veel te bespreken." Perkamentus draait zich om en beent naar zijn kantoor toe.
Professor Anderling ging vlug achter hem aan, dus had ik geen enkele reden om stil te blijven staan.
"Albus, ik snap het niet. Waar heb je Harry voor nodig? En mij? En wat heeft dat met Audrey te maken?" vraagt professor Anderling.
Arme professor Anderling. Ze weet niks van de voorspelling en alles, ook al heeft ze gehoord dat ik hem uitsprak en daarna keihard wegrende. Was ik dat maar, degene die van niks wist. Dan was ik nog onwetend van alle woede die ik nu voel.
Terwijl ik achter Perkamentus aan loop probeer ik mijn woede onder controle te houden, maar het was nogal lastig. Ik was al een emotioneel wrak geworden na de huilbui op Jay's borst, dus was het lastig mijn woede te verbergen.
Ik zette het om in harder lopen en kwam zo voor Perkamentus en professor Anderling terecht.
Ik had de touwtjes in handen wat betreft de weg naar Perkamentus' kantoor lopen - ik kon hem zo langer maken, Perkamentus en professor Anderling waren te druk in gesprek om dat te merken - maar toch liep ik de kortst mogelijke route naar Perkamentus' kantoor.
Als het moet gebeuren het liefst zo snel mogelijk.
Voor de stenen adelaar - waarvan ik nu eigenlijk betwijfel of het een adelaar is, na alle lessen en in het boek van Topaz te mogen hebben gekeken over fabeldieren - stond een man van ongeveer dertig, iets jonger misschien.
Hij droeg een zwarte broek, een witte blouse met daarover een zwarte mantel. Op zijn neus stond een rond brilletje en op zijn voorhoofd zat een litteken in de vorm van een bliksemflits.
Toen hij Perkamentus en professor Anderling zag glimlachte hij. "Perkamentus! Professor Anderling! Het is lang geleden dat wij elkaar hebben gesproken."
Hij en Perkamentus gaven elkaar een omhelzing, waarna professor Anderling ook aan de beurt was. Na het geknuffel nam de man me aandachtig in zich op.
"Wie is zij?" vraagt hij aan Perkamentus.
Hmpf, alsof ik niet kan praten.
"Mijn naam is Audrey Harper," zeg ik voor Perkamentus zijn mond open kon doen.
Ik stap langs de groep volwassenen heen en ga voor de stenen griffioen - want dat is het volgens mij - staan. "Blauwe suikerspin."
De griffioen komt tot leven en stapt opzij. Achter hem - of haar, whatever - komt een ronddraaiende trap tevoorschijn.
Ik aarzel niet en begin met de klim omhoog, met na een korte aarzeling de volwassen mensen achter me aan.
Boven opende ik de deur naar Perkamentus' kantoor en nam de eerste beste leunstoel die in mijn zicht kwam.
Daar ging ik met over elkaar geslagen armen zitten en wachtte af.
De man, Perkamentus en professor Anderling kwamen achter elkaar aan het kantoor in. Perkamentus ging achter zijn bureau zitten, de man - ik vermoed eerlijk gezegd dat hij 'ene meneer Potter' is - ging ervoor staan, mij nog steeds bestuderend - zo van: wat doet dat kind hier? - en professor Anderling nam de stoel tegenover Perkamentus.
"Dus," zegt Perkamentus. "Audrey, dit is schouwer Potter. Ik vermoed dat jij hem net als iedereen hier eerder kent als Harry Potter, degene die heer Voldemort een aantal jaren geleden versloeg."
Potter leek te verwachten dat ik helemaal verbijsterd zou zijn, net als Topaz en de rest toen ze hoorden wie Erica op moest halen, maar ik glimlachte enkel even naar hem.
"Aangenaam kennis te maken," zeg ik.
"Insgelijks Audrey," zegt Harry glimlachend.
"Albus, ik wil wel even weten wat ons hier brengt," zegt professor Anderling.
Harry knikt. "Heeft het te maken met de aanval van de Dooddoeners? De schouwers hebben alle Dooddoeners die nog in het kasteel waren gevangen genomen. Als het goed is worden ze op dit moment ondervraagd."
"Het heeft te maken met de aanval van de Dooddoeners ja," zegt Perkamentus. "Maar vooral met Audrey."
Onze ogen ontmoeten, mijne kwaad en die van hem eerder bezorgd en gespannen. Perkamentus gespannen? Dat is nieuw.
"Albus, je gaat toch niet zeggen-" begint professor Anderling geschokt, maar Perkamentus onderbrak haar.
"Minerva, het is tijd. Ze heeft de voorspelling gehoord, ze is bijna ontvoerd geweest en is emotioneel in elkaar gestort in de armen van haar beste vriend. Ze heeft er recht op."
Professor Anderling gaat een beetje bedrukt tegen de leuning aan zitten. "Maar Perkamentus, ze is pas veertien. We weten niet eens of de voorspelling wel op haar slaat."
"Gaat dit over de voorspelling van de Wik-en-weeg-schaar?" vraagt Potter.
"Ja Harry, het gaat over die voorspelling. En ja Minerva, de voorspelling slaat op haar."
Geweldig. Nu weet ik al helemaal dat mijn leven gedoemd is.
Uch, waarom kan ik niet gewoon nog bij oma zitten? Als die Dementor nooit was gekomen...
Dan was echt alles anders geweest. Dan zat ik nu te zwoegen op school om een voldoende voor wiskunde te halen in plaats van in een kantoor te zitten en te horen krijgen dat de voorspelling die je mogelijke dood voorspelt op jou slaat.
Ik heb er echt bijna alles voor over om wiskunde te maken.
"Hoe weet je dat zo zeker?" vraagt Potter - zo ga ik hem noemen, dan druk ik nog iets van beleefdheid uit - nieuwsgierig.
"Ik heb zo mijn manieren. Deze manier heet 'stamboom'." Perkamentus haalt een vel papier uit een van de lades van zijn bureau en spreidt hem uit.
Professor Andersling en Potter bekijken het aandachtig, terwijl ik een beetje mismoedig uit het raam staar.
Het regent buiten. De regendruppels vallen zachtjes tikkend op het raam waar ik naast zit, alsof de regen me gerust wilde stellen.
Het komt goed- zegt het dan. Uiteindelijk dan.
"Hoe is het mogelijk," mompelt professor Anderling. "Ik dacht dat het niet mogelijk was."
"Toch is het zo. Ik dacht eerst ook dat het een beetje vreemd zou zijn als ze van een van de vier af zou stammen, maar toch kan het zo zijn. Van Ravenclaw stamt niemand af, die lijn eindigde bij Helena. Van Hufflepuff zijn het er meer, maar de voorspelling slaat geen acht op hen, want Hufflepuff haatte niemand. Slytherin kon wel een mogelijkheid zijn, gezien de relatie met Gryffindor, maar zijn lijn eindigde bij Voldemort, die jij eigenhandig gedood hebt Harry," zegt Perkamentus.
Ik verstijf. Wacht, als ik afstam van een van de vier oprichters van Hogwarts... Zou dat mijn vreemde gave kunnen verklaren?
Dan komt er nog een grotere schok naar binnen. Perkamentus zat af te strepen. Ravenclaw kan niet, Hufflepuff kan niet, Slytherin is niet meer mogelijk...
Je hebt wel een interessante bloedlijn zeg- zei de Sorteerhoed tegen me, op de dag dat ik gesorteerd werd. Waarom laat Perkamentus jou mij eigenlijk opzetten? Dat was helemaal nergens voor nodig geweest. Jij hoort namelijk bij...
"Gryffindor!" roep ik, waarna ik een hand voor mijn mond sla.
Het drietal volwassenen kijkt me aan, alsof ik opeens vanuit het niets tevoorschijn was gekomen.
"Klopt Audrey," zegt Perkamentus langzaam. "Jij bent een afstammeling van Gryffindor, een lijn die vanuit je vader bij jou terecht is gekomen. Je bent overigens ook de eerste vrouw in die lijn, wat erg interessant is. Eerste vrouw in een lange lijn afstammelingen... Zoiets is zeldzaam, dat er alleen mannen zijn en er dan opeens een vrouw komt. Erg bijzonder."
"Maar de voorspelling zegt: De dienaar en de erfgename zijn verbonden door een eeuwenoude lijn van vriendschap en haat. Betekent dat niet dat er nog een erfgename van Slytherin rondloopt? Anders kan die eeuwenoude lijn niet kloppen en graaien we alsnog in de mist," merkt Potter op.
"Dat klopt ook Harry, maar dan komt er een tweede ding in het spel. Voldemort had een broer," zegt Perkamentus.
Professor Anderling hapt naar adem. "Een broer?"
"Had?" vraagt Harry op dezelfde tijd.
"Tweelingbroer zelfs. Hij heeft hem vermoord, zodat hij de enige erfgenaam zou zijn. Dat gebeurde in de tijd dat hij nog op Hogwarts zat, op zeventienjarige leeftijd." Perkamentus schraapt zijn keel. "Maar wat hij niet wist was dat zijn broer euh... een kind verwekt had. Lang verhaal, meisje, smoorverliefd, bloemetjes en bijtjes... Waar het om gaat, dat meisje vond ongeveer een maand nadat haar vriendje op een vreemde wijze was vermoord dat ze zwanger was. Ze liet geen abortus doen en liet het kindje gewoon geboren worden. Wat er precies gebeurd is daarna weet ik ook niet, maar de lijn van de Slytherins bestaat nog wel. En het is meer dan logisch dat het neefje of nichtje van Voldemort zich bij hem aansluit. Het is meer dan logisch dat 'de dienaar' zijn 'meesters' voetstappen gaat volgen. Maar waar het om gaat: de lijn bestaat nog, net als de lijn van Hufflepuff en Gryffindor nog bestaan."
"Is dat de reden dat ik ook in Gryffindor ben gezet?" vraag ik.
De drie volwassenen kijken me weer aan alsof ik opeens uit het niets ben opgedoken. Alsof ze vergeten waren dat ik ook nog bestond zeg maar.
En bedankt.
"Dat moet je de Sorteerhoed vragen," zegt professor Anderling. "Die beslist dat soort dingen."
Ik haal mijn schouders op. "De Sorteerhoed zei dat als ik bij Slytherin gezet zou worden dat mijn kracht zou onderdrukken, terwijl ik bij Ravenclaw en Hufflepuff alleen maar benadeeld zou worden. Hij vroeg zich zelfs af waarom Perkamentus hem nog liet kiezen, want de keuze was 'zo overduidelijk'."
Ik trek mijn knieën op naar mijn kin en blijf zo op de leunstoel zitten.
Afstammeling van een van de vier oprichters, de 'erfgename' van de voorspelling en als klap op de vuurpijl ook nog eens een zeer krachtige heks. Wat heb ik toch een leuk leven.
"Audrey." Professor Anderling gaat op ooghoogte zitten en legt een hand op mijn knie.
Ik had niet eens door gehad dat ze naar me toe was gelopen.
"We snappen dat je in de war bent. Ik denk dat Harry het nog beter snapt dan ik en Perkamentus dat doen, maar we snappen je verwarring. Vanavond was ook erg uitputtend en verwarrend geweest. Toch vragen we je of je je rug recht wil rechten en je hoofd op wil heffen." Ze valt even stil.
"Toen ik van mijn voorspelling hoorde was ik daar eerlijk gezegd niet mee bezig professor, maar ik snap wat je bedoelt," zegt Potter met een kleine glimlach rond zijn lippen. "Voorspellingen zijn nooit leuk."
"Weet je wat ik altijd denk?" gaat professor Anderling verder.
Ik schud mijn hoofd. Ik kan geen gedachten lezen.
"Er is een quote die ik jaren geleden een keer tegen ben gekomen. Fear has two meanings- Forget Everything And Run, or Face Everything And Rise." Professor Anderling klopt een paar keer op mijn knie. "The choice is yours."

Een paar weken later zat ik in de Uilentoren - weet ik veel hoe het heet, de toren waar alle uilen zitten - aan een brief voor mam te werken.
Hoi mam, begin ik mijn brief.
Ik weet dat ik een hele tijd niet meer geschreven heb, maar eerlijk gezegd had ik niet zo heel veel tijd. Happy Halloween, al zeg ik dat misschien een beetje laat.
Hier op Hogwarts is alles na de aanval van de Dooddoeners weer een beetje normaler geworden.
Naja, alles, behalve ik.
Elke dag loop ik rond met opeengekropte gevoelens, als een of ander wrak van emoties dat elk moment kan ontploffen.
Emely is erg goed in het zorgen voor uitbarstingen. Woede of verdriet, beide gebeuren vaak met haar in de buurt.
Mijn vrienden of professor Anderling (als die in de buurt is) lappen me dan weer op, maar toch blijft het elke keer gebeuren.
Na de aanval zal ik in ieder geval nooit meer dezelfde zijn.
Perkamentus is bij je langs geweest vertelde hij me, dus je hebt alles gehoord van de aanval en de voorspelling.
Ik denk dat je dan snapt dat ik een beetje 'total loss' ben.
De 'happy Audrey' is verdwenen, om het zo maar te zeggen. Er kan tegenwoordig geen glimlachje meer bij me af, tenzij er een goede reden voor is,
Jake en Drake doen hun best, maar zelfs zij kunnen heel soms een glimlach tevoorschijn toveren.
Sad en depri Audrey is nu de baas. En ja, zo ken je me niet.
Straks heb ik mijn eerste Quidditch-wedstrijd by the way. Je weet wel, dat spel dat ik je tevergeefs op papier uit probeerde te leggen met de hulp van Jay en Topaz.
Gryffindor tegen Hufflepuff is het, en ik hoop natuurlijk dat we winnen.
Heb ik misschien weer eens iets te vieren en om me op te vrolijken.
Ik stop met schrijven en kriebel met de punt van de veer onder mijn kin. Ik ben wel erg deprimerend bezig in deze brief. Kan dat niet anders?
Nee- zegt een stem in mijn hoofd resoluut. Dat kan niet anders, want jij bent anders. Als je nou even stopt met je zorgen maken over de voorspelling en alles kan je weer vrolijk zijn, anders niet.
Ik zucht, doop de veer in de inktpot die naast me staat en ga weer verder met schrijven.
Genoeg over mij, hoe gaat het met jou? Overleef je het zonder mij?
Ik hoop dat je een beetje kan wennen aan mijn afwezigheid, want in je laatste brief heb ik daar niks over gehoord.
Onthoud dat je je vriendinnen hebt om je op te vrolijken en oma om mee te praten, dan komt alles goed.
Ik glimlach zwakjes bij die zin. Kijk nou, ben ik zelf depri ga ik iemand anders tips geven om uit die depressiviteit te komen. Juist ja.
Ik denk nog vaak aan Het Ding, al helemaal na alles wat gebeurt is na die aanval.
Via hem stam ik af van een van de oprichters van de school, Gryffindor zelfs. Het is heel raar, onwerkelijk en ik had het liever gehoord zonder de context van de voorspelling, maar goed.
Je kan er wel doorheen komen mam, ik geloof in je.
Weet je wat professor Anderling me vertelde in Perkamentus' kantoor? Het was een quote, een die ik jou ook door wil geven nu.
Fear has two meanings- Forget Everything And Run or Face Everything And Rise. The choice is yours.
Ik weet niet waarom, maar deze quote heeft me bezig gehouden.
Weet je nog wat ik deed toen we weer terugkwamen van de overhoring door de politie over pap?
Ik zeeg ineen op de grond en begon te huilen. Daarna wilde ik weken niet meer in de keuken komen, terwijl ik beter voor jou kon zorgen als ik dat wel deed.
Ik vluchtte. Ik vluchtte weg voor wat ik gedaan had, vluchtte voor wat er gebeurd was en vluchtte voor mijn verleden.
En dat doe ik nog steeds.
Het liefst wil ik omhoog gaan, het tegemoet gaan en hard als steen blijven staan. Maar dat kan ik niet.
Ik ben te bang voor wat er gebeuren gaat om dat te kunnen.
Er lopen weer tranen in mijn ogen als ik nog eens overlees wat er staat. Zal ik het doorkrassen?
Verder gaat alles goed met me hoor. Een beetje in de war, een beetje gestresst, maar wel oké.
Ik hoop ook dat alles goed met jou gaat mam. Ik mis je heel erg.
"Audrey?" Topaz kwam de Uilentoren in gelopen.
Ze had haar Quidditch-uniform aan en haar bezem in de hand.
"Wat is er Topaz?" vraag ik.
Tegen mijn voet aan ligt mijn bezem, een Vuurflits of zoiets. Professor Anderling had hem aan me gegeven, met een gelukswensing voor mijn training als Seeker.
"We beginnen zo, ik wil niet dat onze Seeker te laat komt op haar eerste wedstrijd." Topaz kijkt even naar het papier op mijn schoot. "Voor je moeder?"
Ik knik.
"Aha, kom je dan?"
"Nog even mijn naam erop zetten en hem aan een uil geven," zeg ik, terwijl ik mijn veer weer in de inkt doop. "Dan kom ik."
Ik zet de naam van mijn moeder op de envelop en wil hem aan de uil geven, maar dan bedenk ik me dat ik mijn naam nog niet aan het einde van de brief heb gezet.
Ik hoop dat ik je snel weer zie, in betere omstandigheden dan een komende oorlog.
Is dat wel goed? Whatever.
Ik doop de veer nog een keer in de pot.
Liefs,
Audrey.

Deze dus ook NIET beoordelen, maar als extraatje zien.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top