9. Zoon
Mara vertraagde haar pas toen ze zag waar Sem op af stapte. Hij draaide zich naar haar om, zijn wenkbrauwen vragend opgetild. De sassy beste vriendin van de hoofdpersoon in De Schaduwtuin fluisterde haar toe dat dit een heel slecht idee was.
Met een knik van haar hoofd in de richting van het café zei ze, 'Zeg alsjeblieft dat dit niet één of andere domme truc was om me mee uit te krijgen.'
Een zweem van verbazing zweefde over Sems gezicht, voor hij hartelijk begon te lachen. 'Nee,' grinnikte hij. 'Nee, sorry, geen date. Dit is waar we mijn partner kunnen vinden.'
Aarzelend keek Mara op naar het houten frame van het gebouw. Een bewegingsloze bizon keek terug. Onder het lichaam-loze hoofd van het beest stond in blokletters De Bittere Bizon. Ze was hier nog nooit geweest, maar ze had er goede verhalen over gehoord. Femke had eens gezegd dat dit het beste café in de stad was, vooral omdat er de meeste avonden live muziek werd gespeeld. Hele goede live muziek, blijkbaar.
'Kom je nog?' Sem grijnsde geamuseerd de kuiltjes in zijn wangen tevoorschijn.
Zonder te antwoorden volgde ze hem naar binnen. Het duurde even voor haar ogen aan het gedempte licht gewend waren, maar het interieur stelde niet teleur. Alles was van donker hout, de stoelen en tafels, maar ook de bar zelf. Achter de bar stond een muur vol met gekleurde flessen. Aan de andere kant van het café stond een klein podium gevuld met een prachtige, zwarte vleugel. De pianist was nergens te bekennen, maar het was ook nog vroeg. Een zacht maar vrolijk, bijna dansbaar muziekje klonk over de speakers.
Sem leidde haar langs enkele ingenomen tafels naar een tafeltje verstopt achter de bar. Met een achterdochtige blik ging Mara toch maar zitten. 'Dus... Die partner van je?'
Hij grijnsde. 'Jij bent wel heel ongeduldig, hè? Ik haal hem wel even.' Hij stond op en liep naar de bar, waar hij enkele woorden wisselde met het barmeisje. Ze glimlachte vriendelijk en knikte. 'Hij komt eraan,' zei Sem toen hij weer tegenover haar plaatsnam.
Ze negeerde de veelbetekenende ondertoon in zijn stem en keek om zich heen. 'Waarom spreken we eigenlijk hier af? Het is hier niet bepaald rustig of discreet.'
'Hij moet straks werken,' was zijn simpele antwoord.
Voor ze kon vragen wat hij daar in vredesnaam mee bedoelde, kwam er een jongen op hen af lopen. Hij was niet veel ouder dan zij, schatte ze, met zijn zwarte haar in een strakke knot achterop zijn hoofd en stoppels op zijn kin die allang afgeschoren hadden moeten worden. De diepe frons op zijn gezicht tekende scherpe randen aan zijn anders zo knappe gelaat.
'Wie is dit?' vroeg hij, bij wijze van groet.
Sem gebaarde van Mara naar de jongen tegenover hem. 'Mara Ossevoort, Victor Gabriël.'
'Wat?' Mara's mond viel open. Haar baas had het niet vaak over haar familie, maar die naam was haar zeker niet onbekend. 'Is dit een grap? De zoon van Lilian Gabriël?' Ze kon de woede, de walging niet uit haar stem verbannen.
Victors kaak verstrakte. 'Heb je daar problemen mee?'
'Ja!' Het woord rolde over haar lippen voor ze er erg in had. 'Ja, eigenlijk wel ja. Jouw moeder weigert mij te geloven. Ze is blind voor de waarheid, zelfs als –'
'Ik ben mijn moeder niet,' gromde hij.
Mara snoof. 'Dus ik moet je gewoon maar op je woord vertrouwen?'
Zijn ogen spuwden vuur en hij sloeg zijn armen over elkaar. 'Zegt de vrouw die het manuscript van L.J. Mooij onder haar neus vandaan heeft laten stelen.'
Mara hapte naar adem en sprong op van haar stoel. De beschuldigende stemmen van Lilian en Lisanne schoten door haar hoofd. De pijn van haar ontslag stak als een dolk in haar hart. 'Je hebt geen idee waar je het over hebt,' siste ze.
Victor trok zijn mond open om te reageren, maar Sem was hem voor.
'Genoeg.' Hij stond op en legde zijn arm op Victors schouder. 'Genoeg van dat kinderachtige gedoe. Jullie willen allebei hetzelfde, dus laat je niet afleiden door details over wat iemand wel of niet verkeerd heeft gedaan. Dat doet er niet meer toe. Het enige wat ertoe doet is de waarheid.'
Victor snoof. 'Zij is degene die meteen een oordeel klaar heeft.'
Voordat Mara kon protesteren, stootte Sem een lach uit. 'Ja, en jij deed precies hetzelfde, dus volgens mij staan jullie quitte. Kappen nou met deze onzin en ga zitten. We hebben al veel teveel tijd verspild.'
Victor wierp een blik op de klok achter de bar en zuchtte. Met een laatste vurige blik op Mara nam hij plaats aan de tafel. Sem deed hetzelfde.
Mara staarde de twee jongens aan. Haar hand greep de rugleuning van haar stoel beet tot haar knokkels wit werden. Hoewel ze dankbaar was dat Sem het voor haar opgenomen had, was haar boosheid nog niet gezakt. Hij kon toch niet werkelijk van haar verwachten dat ze ging samenwerken met de zoon van de vrouw die haar beschuldigde van iets wat ze niet had gedaan en haar leven van haar afgenomen had?
Iedere keer dat ze naar deze jongen keek zag ze de ongelovige en teleurgestelde blik van haar ex-baas in zijn ogen.
'Mara,' zei Sem, terwijl hij over de tafel heen naar haar toe boog. 'Je wil de waarheid, toch?'
Ze aarzelde. Ja, ze wilde de waarheid, maar hoeveel had ze ervoor over?
Veel, wist ze. Als ik mijn naam kan zuiveren, heb ik daar heel veel voor over.
Met een knik van haar hoofd ging ze zitten. Sem grijnsde vrolijk naar haar.
'Mijn dienst begint over een kwartier,' zei Victor, zonder haar een blik waardig te keuren.
'Juist,' antwoordde Sem. 'Laten we maar beginnen dan. Eerst het goede nieuws: we zaten op de goede weg met Christiaan Hilhorst. Mara, wil je ons vertellen wat jij weet?'
Mara wierp een blik op Victor die, nog steeds met dezelfde frons op zijn gezicht, afwachtend naar haar terugkeek. Hij had zijn moeders priemende, donkere ogen. Ze besloot hem te negeren en wendde zich tot Sem.
'In de nacht van maandag op dinsdag heeft Christiaan bij mij ingebroken en De Schaduwtuin uit mijn la gestolen. Hij wist dat ik het voor mijn vakantie mee naar huis had genomen en hij dacht dat ik in Italië zou zitten. Vervolgens heeft hij het manuscript gelekt, zodat ik ontslagen werd en hij L.J. Mooij als cliënt over kon nemen – iets wat hij al heel lang wilde.'
'Heb je de politie gebeld?' vroeg Sem.
'Ja, maar ze geloofden me niet. Er was geen bewijs van inbraak en op dat moment wist ik nog niet wat er gestolen was.'
'Geen bewijs van inbraak?' Sem beet op de nagel van zijn duim. 'Helemaal niets?'
Mara schudde haar hoofd. 'Ik heb een sleutel in het slot gehoord. Niemand heeft mijn huissleutel behalve ikzelf. Als ik op mijn werk ben, zit mijn sleutelbos altijd in mijn tas. Christiaan kan hem eruit hebben gehaald en gekopieerd hebben terwijl ik ergens anders bezig was.'
'Je bent er wel heel zeker van dat hij het was. Wat is je bewijs?' vroeg Victor.
Met een geïrriteerde blik in zijn richting, gaf ze toe, 'Ik heb geen bewijs. Ik heb die nacht zijn schoenen gezien – bruin leer, hetzelfde als wat Christiaan draagt – maar meer zag ik niet.'
'Waarom ging je niet kijken?'
Zijn woorden brachten haar terug naar die nacht. De angst die ze gevoeld had toen ze zich verstopte onder het bed. Hoe haar hart bonsde in haar keel terwijl ze naar zijn voetstappen luisterde.
Toen ze niet antwoordde, drong hij aan, 'Je wist dat er iemand in je huis was, maar je deed helemaal niets.'
De schaduwen achter de deur. De telefoon die aan de lader lag, net buiten haar bereik. Ze kon niets doen. Hij was teruggekomen voor haar. Hij zou haar vermoorden, net zoals hij dat bij haar familie had gedaan al die jaren geleden. Hij zou haar vermoorden en ze kon er niets tegen doen.
'Victor...' Sem wierp hem een waarschuwende blik, die hij negeerde.
'Waarom stopte je hem niet?'
'Omdat ik dacht dat ik dood ging!' Ze ademde zwaar, terwijl ze haar best deed om de golf van angst te onderdrukken. 'Ik dacht dat hij voor mij kwam.'
Victors wenkbrauwen schoten omhoog. 'Is dat niet een beetje –'
'Nee, dat is het niet,' onderbrak Sem hem met een donkere blik. 'Leg ik je later wel uit. Ze overdrijft niet, Victor, geloof me nou maar.'
De twee mannen wisselden een blik uit, voordat Victor zijn schouders ophaalde. Sem richtte zich weer tot Mara. 'Wij denken dat er nog iemand bij betrokken was. Ik volg Christiaan al enkele dagen en ik hoorde hem met iemand bellen. Hij zei dat zij – dat ging waarschijnlijk over jou – geen bewijs kon hebben. Dat je verdenkingen nergens op gebaseerd waren en dat degene waar hij mee sprak zich geen zorgen hoefde te maken.'
Mara rechtte haar rug. 'Iemand heeft hem geholpen?' Haar hoofd begon direct te tollen. Wie zou dat kunnen zijn? Nog iemand van de uitgeverij? Of een buitenstaander?
'Dat denken we, ja,' knikte Sem. 'Als we erachter kunnen komen wie dat was, kunnen we misschien enig bewijs achterhalen.'
'Oké,' knikte ze. 'Oké, ja. Hoe gaan we dat doen?'
Victor stond op en schoof zijn stoel naar achteren. 'Daar hebben we het een andere keer wel over. Ik moet aan het werk.'
Met opgetrokken wenkbrauwen keek ze toe hoe hij zijn rug naar hen toe draaide. Wat is nou belangrijker dan? Wil hij de waarheid eigenlijk wel achterhalen?
Maar Sem stond ook al op. 'Oké, man. We denken er wel even over na. Ik heb wel een paar ideetjes, maar nog niets concreets. Spreken we elkaar morgen?'
Victor knikte, stak zijn hand op en liep weg. Terwijl hij verdween achter de bar, sloeg Mara teleurgesteld haar armen over elkaar. Wat een verspilde tijd, dacht ze. We hebben nog helemaal niets.
'Wat doet hij eigenlijk voor werk?' vroeg ze terwijl ze achter Sem aan liep door het café.
Sem stopte bij de deur en gebaarde met zijn hoofd naar de andere kant van het café. 'Hij zorgt voor de muziek.'
Verbaasd draaide Mara zich om, net op het moment dat de noten zich verspreidden over het café, onder enthousiast applaus van de gasten. Victor zat achter de piano. Zijn ogen waren gericht op de toetsen, terwijl hij de zaal vulde met een prachtige melodie.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top