4. Verslagen
Verslagen slenterde Mara door de stad terug naar huis. Om haar heen klonken vrolijke stemmen, gelach en gedempte muziek uit de winkels waar ze langs liep. Ze merkte het nauwelijks op. Met haar vochtige ogen strak op de grond gericht liet ze haar voeten de weg wijzen.
Ze kon nog nauwelijks bevatten wat er gebeurd was. Haar werk was alles voor haar. Ze had geen familie. Geen vrienden behalve haar collega's en cliënten. En dat had ze altijd prima gevonden, als de introvert die ze was. Maar nu, in één ochtend, was ze alles kwijtgeraakt. En waarom? Omdat ze zo nodig tegen Christiaan moest zeggen dat ze naar Italië ging.
Mara schrok op toen ze bijna tegen iemand aan liep. De man glimlachte, zei snel 'Sorry!' en liep toen door achter zijn vrienden aan. Ze keek hem na, terwijl de vriendengroep in lachen uitbarstte om iets wat één van hen gezegd had. Ze had nooit moeite gedaan om vrienden te vinden, om relaties te onderhouden. Zelfs het contact met haar laatste pleeggezin had ze laten verwateren. Had ze maar iets meer haar best gedaan. Dan was ze nu misschien niet zo alleen.
Ze knipperde de tranen weg en liep verder. Keer op keer werden haar gedachten naar de inbraak getrokken. Al de hele week was ze ervanuit gegaan dat de inbreker voor háár was gekomen. Maar hoe meer ze erover nadacht, hoe onwaarschijnlijker dat leek. Ze was immers gewoon in haar slaapkamer geweest en daar was hij niet eens heen gekomen.
Het was het manuscript, bedacht ze terwijl ze rechts afsloeg om het kiezelpad op te gaan, het park in, waar het wat rustiger was. Al die tijd was het om het manuscript gegaan. En ze had niet eens doorgehad wat er miste. Hoe kon ze zo stom zijn geweest?
Ze moest iets doen, wat dan ook, om het goed te maken.
In een opwelling griste ze haar telefoon uit haar broekzak en scrolde door de contacten heen. Ze klikte op de juiste naam en ging op een bankje zitten. Kom op, dacht ze terwijl de telefoon overging. Neem alsjeblieft op.
'Goedendag,' klonk de robotachtige vrouwenstem uit de speaker. 'Dit is de voicemail van... Lisanne Moermans!' Haar echte naam. 'Spreek een bericht in na de piep.'
De piep klonk schel door de telefoon en Mara's longen bevroren. Ze schraapte haar keel en zei, 'H-Hey, Lisanne, met Mara. Ik, uh... Ik wilde even met je praten over... Over wat er gebeurd is.' Ze aarzelde even en zuchtte toen. 'Luister, het spijt me echt ontzettend. Ik weet niet hoe dit gebeurd kan zijn, ik... Ik weet niet wie...' Haar stem sloeg over en ze slikte een brok weg. 'Het spijt me. Dat is... Dat is eigenlijk wat ik wilde zeggen.'
Met verse tranen in haar ogen drukte ze de oproep weg en propte ze de telefoon weer in haar zak. Ellendig liet ze haar hoofd in haar handen zakken. Zou Lisanne expres niet opgenomen hebben?
Wie, had ze gezegd. Ik weet niet wie. Dat was inderdaad de grote vraag. Wie kon dit gedaan hebben? Wie brak er nou bij haar in, alleen om het manuscript te stelen?
Nee, dat was niet de juiste vraag. Wie wist dat het manuscript af was, bij haar thuis lag én waar ze woonde? Wie wist dat ze zogenaamd op vakantie was? Dat kon toch ook geen toeval zijn geweest.
De enige mensen die Mara kon bedenken, waren haar collega's. Maar dat sloeg nergens op. Het lekken van een manuscript was slecht voor de hele uitgeverij, niet alleen voor haarzelf. Nee, een collega was het niet, dat kon gewoon niet. Maar wie het dan wel was, kon Mara niet bedenken.
De telefoon trilde in haar zak en ze sprong op en viste het ding met bonkend hart uit haar broek. Ze zakte teleurgesteld terug op het bankje. Het was maar een push melding van een of andere sociale media app die ze nooit gebruikte. Gefrustreerd veegde ze de melding weg, maar de telefoon bleef in haar hand liggen. Ze staarde naar het opgelichte scherm, terwijl mensen, meestal met honden, langs haar heen liepen.
Ze moest iets dóén. Ze wilde het gewoon aan iemand uitleggen. Maar wie? Wie zou er nu nog naar haar luisteren? Opnieuw scrolde ze door de namen in haar contactlijst heen. Toen ze bij de laatste paar namen aankwam, schudde ze eens met haar hoofd voordat ze weer omhoog scrolde.
Eindelijk stopte ze bij de C's. Ze twijfelde maar een seconde. Als er iemand was die zou luisteren, al was het alleen maar omdat hij van alles op de hoogte wilde zijn, dan was hij het wel.
Mara kneep haar ogen dicht terwijl de telefoon over ging. Even hoopte ze dat ook hij niet op zou nemen.
'Mara?'
'Hey... Hey, Christiaan, met Mara.'
'Waarom... Waarom bel je me?'
Ja, waarom belde ze hem eigenlijk? Ze haalde eens diep adem. 'Je hebt vast gehoord wat er gebeurd is, toch?'
'Ja, natuurlijk.'
'Goed, nou, ik wilde gewoon...' Dat iemand me gelooft. 'Ik wilde het gewoon even uitleggen. Ik kon er niets aan doen, Christiaan. Er heeft iemand bij me ingebroken. Iemand heeft dat manuscript uit mijn appartement gestolen.'
Aan de andere kant van de lijn bleef het stil.
'Ben je er nog?'
'Ja.' Christiaan zuchtte. 'Is dat waarom je me belde? Om je leugen vol te houden?'
'Het is geen leugen!'
'Mara, je hebt me zelf verteld dat je in Italië zou zitten. Dat heb je zelf tegen me gezegd.'
Niet weer. Haar hart bonkte pijnlijk in haar keel. 'Maar ik kan het bewijzen!' riep ze in de telefoon. 'Ik heb de politie gebeld. Ze zijn zelfs langs geweest, diezelfde nacht nog. Dat hebben ze heus wel geregistreerd. Ik zal het opvragen, dan kan ik het bewijzen.'
'Dat heeft geen zin, Mara.' Nog een zucht. Ergernis sijpelde door de telefoon heen. 'Zelfs als je echt thuis was en de politie hebt gebeld, dan nog heb je het manuscript niet als vermist opgegeven. Als je dat direct had gedaan, hadden ze het misschien op tijd teruggevonden. Je had sneller moeten handelen, Mara.'
Onzichtbare handen knepen haar keel dicht. Nietsziend staarde ze over het grasveld.
'Het was misschien niet expres, maar je had er wel wat aan kunnen doen.'
Met die woorden werd de verbinding verbroken. De snelle pieptoon klonk schel in haar oor, terwijl ze met tranen in haar ogen naar de steentjes van het kiezelpad staarde.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top