3. Vloedgolf

Zachtjes blies Mara over haar thee mok heen. De hete damp steeg loom op, alleen om af te koelen en te verdwijnen in de koele lucht van haar appartement. Zelfs nu, drie dagen na de inbraak, voelde ze de hete mok nog steeds lichtjes trillen tussen haar vingers.

Sinds het incident had ze zichzelf meerdere keren per nacht wakker geschreeuwd. De beelden van vroeger, die ze zo diep weggestopt had, waren als een vloedgolf opnieuw over haar heen gespoeld. De angst die ze had gevoeld, zowel vroeger als een paar dagen geleden, liet de grip op haar hart niet los.

Haar huis was de enige plek geweest waar Mara zich echt veilig had gevoeld. En toch was hij zo naar binnen gestapt, met zijn belachelijke leren schoenen.

Maar wat misschien nog wel erger was, nog beangstigender dan de ergste herinneringen van haar leven en de wetenschap dat er iemand in haar huis was geweest, was het gevoel dat er iets niet klopte.

Waarom, was de vraag die steeds maar door haar hoofd bleef spoken. Waarom had hij haar alweer laten leven? Vroeger had hij geen keus gehad; hij was ervandoor gegaan toen de politie met loeiende sirenes hun kant op was gekomen.

Maar nu, nu waren ze compleet alleen geweest. Er kwam geen politie om haar te redden deze keer. Hij was uit zichzelf weggegaan. En Mara had pas uren later de moed verzameld om onder het bed vandaan te komen en luid snikkend het alarmnummer te bellen.

Toen de politie er eindelijk was, hadden ze haar naar de bank toe geloodst in een poging haar tot bedaren te brengen. De vrouw was bij haar blijven zitten, terwijl haar partner het huis rond ging op zoek naar bewijs. Aan het begin hadden ze haar nog geloofd. Een uur later niet meer.

De agent was alles bijlangs geweest; de deuren, de ramen, de meubels. Nergens was ook maar enige aanwijzing dat er iemand anders in haar huis was geweest dan zijzelf. Ze had hen verteld dat ze hoorde hoe hij kasten en lades open en dicht had gegooid, waarna ze vroegen wat hij dan gestolen had. Met een frons had ze zelf haar kasten doorgespit, maar ze had niet kunnen achterhalen wat er miste.

Alles was er gewoon nog. Alles van de papieren met haar bankgegevens tot haar portemonnee, die op tafel had gelegen, tot de dure laptop op haar bureau. Waarom had hij dan ingebroken? Alleen om haar de stuipen op het lijf te jagen?

Ook hoe hij binnengekomen was, was een raadsel. De agent had geen bewijs gevonden van inbraak; geen gebroken raam, geen kapot slot, niets. Zijn sceptische blik toen ze vertelde dat ze dacht een sleutel in het slot te hebben gehoord, zou ze nooit vergeten. Vooral toen ze zei dat ze aan niemand een extra sleutel had gegeven; al haar sleutels lagen nog in het bakje in de kast waar de televisie op stond – een kast die ze zeker weten dicht had horen slaan, trouwens.

Nee, er klopte helemaal niets van.

En dan had ze het nog niet eens over het melodietje dat hij had gefloten. Toen ze de agenten dit had verteld, hadden ze elkaar een veelbetekenend blik gegeven. Niet veel later waren ze weggegaan.

Ze geloofden haar niet. En waarom zouden ze ook? Wie brak er nou ergens in zonder iets mee te nemen? Tenzij...

De gedachte deed haar bloed stollen. Ze staarde door de damp van de thee naar het zwarte scherm van de televisie. Tenzij hij iets had gezocht, maar het niet had kunnen vinden. In dat geval zou hij nog wel eens terug kunnen komen.

Maar waar kon hij in vredesnaam naar op zoek zijn? Ze had niets interessants in huis, niets duurs. Alleen haar laptop, waar ook al haar werk documenten op stonden. En die had hij laten staan.

Een gefrustreerde zucht verliet haar lippen, net op het moment dat haar telefoon in haar broekzak begon te trillen. Mara zette de thee mok neer op de koffietafel en plukte de telefoon uit haar zak.

LILIAN GABRIËL, stond op het scherm, boven het groene icoontje. Haar ogen schoten naar de rechterbovenhoek van het scherm, waar de datum stond. Het was nog maar donderdag. Maandag moest ze pas weer aan het werk. Wat moest haar baas nu weer van haar?

Toch maar opnemen, dacht ze bitter. Anders zit ik maandag direct in de problemen.

'Met Mara.'

'Mara!' klonk Lilians zware, krakende rokersstem door de speaker. 'Ben je al weer thuis?'

'Eh...' Even begreep ze niet waar haar baas het over had. Alweer thuis? Ze was al dagen haar huis niet uit geweest. Toen schoot het haar te binnen. Italië. Iedereen op haar werk dacht dat ze tien dagen naar Italië was geweest. 'Eh, ja,' loog ze, terwijl ze snel het rekensommetje in haar hoofd uitvoerde. 'Ik ben net vannacht aangekomen.' Dat kon, theoretisch gezien.

'Mooi,' zei Lilian, hoewel ze er helemaal niet blij om klonk. Sterker nog, ze klonk bijna... boos. Wat kon Mara nou verkeerd hebben gedaan terwijl ze helemaal niet aanwezig was? 'Ik wil dat je zo snel mogelijk naar mijn kantoor komt.'

Mara's mond zakte op. 'Nu? Maar ik heb nog vier dagen vakantie!'

'Nu direct,' zei Lilian scherp. 'Over een half uur sta je in mijn kantoor, is dat duidelijk?'

Zonder op antwoord te wachten verbrak haar baas de verbinding. Een paar lange momenten tikten voorbij terwijl Mara naar haar telefoon staarde. Ja, haar baas was veeleisend, maar iemand terugroepen van vakantie had ze nog nooit gedaan. Wat kon er zo belangrijk zijn?

En waarom moest dit net nu gebeuren, terwijl de angst van een paar dagen terug nog door haar aderen vloeide?

🎶

'Mara!' Femke, de jonge receptioniste van uitgeverij Gabriël, keek glimlachend op toen ze binnenkwam. 'Ik dacht dat je pas maandag weer zou beginnen?'

Mara grimaste. 'Ja, dat dacht ik ook.'

Femkes glimlach vervaagde. 'Ze was niet blij vanmorgen, maar ik heb nog niet meegekregen wat er aan de hand is. Ga maar gauw naar boven.'

Met een laatste knik in de richting van de receptioniste, liep Mara naar de trappen. Haar voetstappen galmden in het cementen trappenhuis. Toen ze eenmaal boven aankwam, stond alleen de deur van Christiaans kantoor open. Haar eigen kantoor lag er donker en stil bij. Hopelijk zou dat nog een paar dagen zo blijven. De overige deuren waren dicht; sommige van haar collega's zaten achter hun laptop te werken, andere waren in gesprek met cliënten.

Wetend dat haar baas op haar wachtte, en dat ze eigenlijk al een half uur later was dan Lilian aan de telefoon had geëist, liep Mara snel door de lange gang. Lilians kantoor was aan het einde van de gang, vlakbij het keukentje.

Het koffiezetapparaat hoorde ze al van een afstand brommen. In het keukentje stond Christiaan met de koffiemelk in zijn hand. Hij keek op toen ze langsliep. Een bezorgde blik gleed over zijn gezicht, wat Mara's maag deed omdraaien.

Christiaan, altijd strak in pak en zijn haar met een dikke laag gel achterover gekamd, was de meest competitieve persoon die ze kende. Als er iets mis ging – vooral als er bij één van zijn collega's iets mis ging – leefde hij alleen maar op. Hij zag dat als een kans om de problemen op te lossen en zelf beter uit de verf te komen. Als Christiaan zich zorgen maakte, dan was er echt iets mis.

Ze knikte naar hem, een gebaar dat hij niet beantwoordde.

Nadat ze bij Lilian aanklopte, zwaaide de deur al snel open. Woordeloos liet haar baas haar binnen. De kwade blik die ze haar gaf, deed Mara ineenkrimpen. Lilian was al wat ouder; tegen de zestig, hoewel ze er alles aan deed om dat te verhullen. Faceliften, ingespoten lippen en een dikke laag make-up zorgden ervoor dat ze bijna als veertiger door kon.

Bijna. Als ze niet zo'n papier-achtige huid, gele tanden en zware stem had van het roken.

De zware stank van luchtverfrisser en sigarettenrook in combinatie met haar zenuwen deed haar bijna kokhalzen.

Terwijl Mara ging zitten, beende Lilian terug naar haar kant van het bureau. De hoge hakken van haar schoenen tikten luid tegen de houten vloer.

Lilian drukte een paar toetsen in op haar computer en draaide het scherm naar Mara toe. 'Wat is dit?'

Mara's ogen schoten van haar baas naar het scherm. Al na een paar woorden herkende ze de tekst. Ze had dit al zo vaak gelezen. 'De Schaduwtuin. Het nieuwe boek van L.J. Mooij. Volgende maand is de publicatie datum. Hoezo, is er iets mis met het manuscript?'

Lilian haalde een wenkbrauw omhoog en tilde langzaam haar vinger op. Een lange, rode nepnagel tikte bovenin scherm, als een stuk krijt op een ouderwets schoolbord. Met haar wenkbrauwen samengetrokken keek Mara opnieuw naar het scherm.

Haar adem stokte in haar keel toen ze de webbrowser zag. 'Wat is... Hoe... Staat dit op het internet?' stamelde ze geschrokken.

'Inderdaad,' raspte Lilian. 'De Schaduwtuin is gisteravond gelekt en op meerdere websites terechtgekomen.'

'Maar hoe... Hoe kan dat?' riep Mara uit.

Haar baas trok langzaam het scherm weer terug, terwijl haar ogen die van Mara niet verlieten. 'Ik hoop dat jij me dat uit kan leggen.'

'Ik?!' Een ontzette schok joeg door haar lijf. Dacht Lilian echt dat dit haar schuld was? 'Ik heb hier niets mee te maken. Ik ben hier twee week niet geweest!'

'Inderdaad,' zei Lilian, terwijl ze achterover leunde in haar stoel. 'En heb jij de enige hardcopy van dat manuscript niet mee naar huis genomen voor je op vakantie ging?'

Met wijdopen ogen staarde Mara haar baas aan. 'Nou... Ja, maar...' sputterde ze.

'Begrijp jij wel hoe serieus dit is?' riep Lilian plotseling. 'L.J. Mooij is woedend. Ze stond voor dit debacle al op het punt om onze uitgeverij te verlaten. Ik weet werkelijk niet hoe ik haar nu nog moet tegenhouden. We hebben geluk als uitgeverij Gabriël dit overleeft!'

'M-maar ik hebt er niets mee te maken!' stamelde ze. 'Ik weet niet hoe het manuscript gelekt is! Ik heb die hardcopy inderdaad meegenomen, maar die ligt nog steeds –' Haar woorden stokten in haar keel toen de puzzelstukjes eindelijk op hun plaats vielen. 'De inbreker,' fluisterde ze.

'De wát?' vroeg Lilian scherp.

'Inbreker!' Ze leunde naar voren, haar handen zo stevig om de stoelleuning geklemd dat haar knokkels wit afstaken. 'Er is deze week bij mij ingebroken. Ik dacht dat er niets gestolen was; zelfs mijn laptop stond er nog gewoon. Maar dit is natuurlijk wat hij gestolen heeft. Het manuscript van De Schaduwtuin. Dat moet wel!'

Lilians lippen trokken samen tot een dunne streep. Haar wenkbrauwen hingen gevaarlijk laag. 'Wanneer was deze inbraak?'

'Maandag!' riep Mara direct. 'De nacht van maandag op dinsdag.'

'De nacht van maandag op dinsdag?' herhaalde haar baas. 'Zei je niet aan de telefoon dat je pas vannacht teruggekomen bent van Italië?'

Mara's hart sloeg een slag over. Shit. Shit, shit, shit. 'Dat... Dat was niet waar. Ik heb gelogen, het spijt me. Ik ben nooit naar Italië geweest. Ik was –'

'Waarom zou je in godsnaam liegen over op vakantie gaan?' onderbrak Lilian haar.

Ze kromp ineen in haar stoel, terwijl rauwe paniek door haar lichaam joeg. 'Omdat ik me schaamde dat ik twee week lang in m'n eentje thuis zou zitten! U moet me geloven. Ik was thuis en er werd ingebroken. Ik heb zelfs de politie nog gebeld!'

'De politie?' Haar baas schoot omhoog. 'Dan heb je het manuscript dus als gestolen opgegeven?'

Haar maag draaide om. Ze voelde zich ziek. 'Nee,' piepte ze. 'Ik had niet door dat het manuscript gestolen was.'

Lilians lange nepnagels tikten één voor één op het hout van het bureau, terwijl ze haar ogen samenkneep. Haar teleurgestelde blik nam Mara's adem weg. 'Dus jij wil mij wijsmaken,' zei ze, haar lage stem nog gevaarlijker dan normaal, 'dat je niet alleen gewoon thuis was, terwijl je iedereen had verteld dat je in Italië zou zitten, maar dat je ook nog niet door had dat dit manuscript, dat miljoenen waard zou kunnen zijn, na een inbraak uit je la verdwenen was? Denk je soms dat ik simpel ben?'

'Nee!' riep Mara. 'Nee, natuurlijk niet, maar...'

'Maar je probeert je er gewoon uit te liegen,' onderbrak Lilian haar kil.

'Nee!'

'Ik heb genoeg gehoord.' Ze stond op. 'Niet alleen ben je verantwoordelijk voor het lekken van het nieuwe manuscript van onze beste cliënt, je hebt vervolgens ook nog het lef om er glashard over te liegen. Je laat me geen keus, Mara. Je bent ontslagen.'

Mara hapte naar adem. 'Nee! Ik lieg niet, echt niet!'

'Ik reken erop dat je kantoor over een uur leeg is. Laat je hier nooit meer zien, Mara Ossevoort.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top