13. Spijt

'Het is oké, Mara.'

Het was de vijfde keer dat Sem dit zei. Minstens. Toch wilde het niet tot haar doordringen. Had ze maar beter haar best gedaan. Had ze maar eerder in de laptop gekeken. Misschien hadden ze dan nu genoeg bewijs voor echte gerechtigheid.

'We hebben Christiaan in elk geval. Dat is iets. Wie weet hebben we geluk en lapt hij zelf Lilian erbij.'

Mara snoof. 'Ja, vast,' mompelde ze. 'Lilian heeft er heus wel voor gezorgd dat dat niet gaat gebeuren.'

Toen ze eindelijk het rode gebouw bereikten met de bekende blauwe letters POLITIE boven de ingang, zuchtte ze diep. Ze hadden in elk geval Christiaan. Haar naam zou worden gezuiverd.

Sem klopte bemoedigend op haar rug, voor hij naar de ingang toe liep. Ze volgde hem naar binnen. De vrouw achter de balie fronste naar hen en vroeg, 'Waarmee kan ik jullie helpen?'

'Wij hebben informatie over de diefstal van het manuscript van L.J. Mooij. Zouden we een rechercheur van die zaak kunnen spreken?'

De vrouw keek twijfelend van Sem naar Mara en terug, voordat ze knikte. 'Neemt u alstublieft plaats. Ik zal iemand roepen.'

De uren die volgden kropen tergend langzaam voorbij. Toen een rechercheur hen eindelijk op kwam halen, werden ze naar aparte verhoorkamers geleid, waarna Mara haar verhaal moest doen. Drie keer.

En daarna was het wachten geblazen. Mara werd naar een wachtkamer geleid waar Sem al zat en ze werden gevraagd te wachten terwijl de politie de situatie ging uitzoeken. Urenlang zaten ze daar. Op een gegeven moment kwam de vrouw van de balie hen een paar witte bolletjes met kaas en ham brengen. Mara's maag begon direct te knorren toen ze de ham rook en ze nam dankbaar een broodje aan. Sem vroeg de vrouw of er al iets bekend was, maar ze kon – of wilde – er niets over zeggen.

Het begon buiten al te schemeren toen er eindelijk weer iemand binnenkwam.

'Victor!'

Haar hart maakte een sprongetje terwijl Sem opstond.

Victor keek op toen hij binnen kwam lopen. Zijn ogen waren bloeddoorlopen, alsof hij er lang en hard in gewreven had. Zijn schouders zakten iets toen hij hen zag. 'Hey.'

Zelfs zijn stem klonk verkeerd, vond Mara. Krakend. Ze wilde vragen wat er gebeurd was, maar Sem was haar voor.

'Wat doe jij hier?'

Zonder te antwoorden liet Victor zich zakken in één van de stoelen. Hij liet zijn hoofd in zijn handen vallen.

'Wat is er gebeurd?' vroeg Mara met geknepen stem. Is dit onze schuld? Hebben wij hem dit aangedaan?

Victor zuchtte en sloot zijn ogen voor een paar seconden. 'Veel,' zei hij. 'Jullie hadden gelijk. Mijn moeder... Ik heb de politie alles verteld.'

Mara wisselde een geschokte blik uit met Sem. Hij had hen niet willen geloven. En toch was hij achter de waarheid aan blijven gaan.

'Christiaan hebben ze al opgepakt. Het manuscript lag inderdaad achter zijn kast. Nu zijn ze naar mijn huis toe. Om haar te... ondervragen, of...' Nog een zucht. 'Diefstal wordt gezien als misdrijf. Het is strafbaar. Met een gevangenisstraf, als ze het erg genoeg vinden. M'n moeder heeft het natuurlijk niet zelf gedaan, maar ze heeft wel de opdracht gegeven. Ik weet niet of ze dat net zo erg vinden.'

Terwijl hij opnieuw door zijn ogen wreef zag hij er zo verslagen uit dat Mara in de stoel naast hem neer zakte en een hand op zijn rug legde. Zijn woorden deden hun best om tot haar door te dringen. Hij deinsde niet terug van haar aanraking.

'Ze geloofden je?' vroeg ze terwijl Sem tegenover hen ging zitten. 'Hoe heb je dat gedaan?'

'Bewijs,' mompelde hij tegen zijn handen. 'Ze was kwaad toen ik thuiskwam. Door jullie, geloof ik. Daardoor was ze minder op haar hoede. Ik ben met haar gaan praten en heb het voor elkaar gekregen dat ze het toe gaf. Het gesprek heb ik opgenomen.'

'Mag ik het horen?' vroeg Sem gretig.

Victor schudde zijn hoofd. 'De politie heeft het. Ze hebben het nodig als –'

Zijn gezicht trok wit weg toen zijn ogen op een beweging buiten vielen. Mara leunde langs hem heen en zag een politie auto op de parkeerplaats staan. Ze keken toe hoe één van de agenten de passagiersdeur achterin opende en iemand naar buiten liet.

Lilian.

Het was Lilian die uit de auto werd geholpen. De agenten positioneerden zich zo dat ze geen kant op kon, behalve vooruit. Naar het politiebureau.

Woede straalde van haar gezicht af. Ze keek de twee agenten met een vuile blik aan voordat ze met grote stappen naar de ingang beende. Ze was een paar meter van de ingang verwijderd toen haar blik opzij schoot. Door het raam. Heel even bleef ze stokstijf staan, voordat haar gezicht verhardde en ze verder liep.

Victor liet een trillende zucht ontsnappen. 'Laten we gaan,' kraste hij. 'Ik wil hier niet zijn.' Hij stond op en Mara en Sem volgden snel zijn voorbeeld.

Maar ze waren net halverwege de wachtruimte toen Lilian voor de glazen deur verscheen. Ze rukte de deur open en stampte naar binnen. 'Jij!' brulde ze.

Victor deinsde achteruit.

'Jij... Verrader!'

'Mam...'

De twee agenten die haar naar het bureau in geëscorteerd hadden, kwamen de ruimte binnen gesneld.

'Rotjoch! Hoe durf je?'

Eén van de agenten pakte Lilians arm vast, maar die rukte ze direct weer los.

'Mam!' riep Victor uit, maar hij kwam nauwelijks boven het getier van zijn moeder uit.

'Nee!' schreeuwde ze. 'Je bent altijd al een mislukkeling geweest, maar nu ben je ook nog een verrader. Jij bent mijn zoon niet meer!'

Victor deinsde nog een stap achteruit, terwijl de agenten haar tegelijk bij haar armen beetgrepen. Met een laatste teleurgestelde blik op haar zoon, liet ze zich mee loodsen uit de wachtkamer. Wat ze achterliet was een snerpende stilte. Haar scherpe woorden leken nog steeds door de lucht te snijden, terwijl Victor met trillende handen naar de glazen deur staarde.

'Kom,' zei Mara uiteindelijk, met een hand op zijn schouder. 'Laten we gaan.'

🎶

'Denk je dat hij oké is?' Mara leunde naar voren op de bank en keek Victor na, die door de deur van de woonkamer verdween.

Na het voorval bij het politie bureau hadden Sem en Mara hem thuisgebracht. Het was gek om terug in dit huis te zijn. Uren eerder was ze hier nog halsoverkop weggerend, nageschreeuwd door Lilian. Nu had haar zoon haar uitgenodigd om binnen te komen.

Pas nu kreeg Mara de kans om het huis te bewonderen en ze was flink onder de indruk. Alleen al de woonkamer, met een hoekbank waar een heel elftal op zou passen en een boekenkast die de hele muur besloeg van de grond tot aan het plafond, was bijna net zo groot als haar hele appartement.

Terwijl Sem en Mara op de bank hadden plaatsgenomen, was Victor aarzelend blijven staan. Hij had hen bedankt dat ze meegelopen waren en was vervolgens zonder op antwoord te wachten uit de woonkamer verdwenen.

'Op dit moment niet echt, maar dat komt wel weer.' Sem haalde zijn schouders op. 'Hij heeft zijn moeders woede-uitbarstingen wel vaker meegemaakt.'

'Oh.' Dat maakte het alleen nog maar erger, vond Mara, maar ze hield haar mond dicht.

Sem stond op. 'Hij komt er wel weer bovenop. Nou, ik ga maar eens. Nu het allemaal over is, moet ik dat artikel maar eens schrijven. Voordat iemand me weer te snel af is,' voegde hij mopperend toe, al half op weg naar de voordeur.

Mara bleef alleen in de woonkamer achter. Ze beet op haar onderlip terwijl ze naar de deur staarde. Wat nu? Moest ze weggaan, net als Sem? Victor had er niet goed uit gezien; hij hoorde niet alleen te zijn op een moment als dit.

Maar misschien wilde hij wel alleen zijn. Anders was hij toch ook niet de woonkamer uit gelopen?

Met een zucht volgde ze Sems voetstappen, de gang in. Maar voordat ze bij de voordeur aan was gekomen, schrok ze op van een hard geluid.

Het kwam uit een kamer rechts van haar. Eerst dacht ze dat er iets gevallen was, totdat de tonen uitstrekten en langzaam zachter werden. Het waren de klanken van een piano. Iemand had heel hard op de toetsen geslagen.

Victor.

Met twee grote stappen stond ze voor de deur, het gouden handvat in haar hand. Het lied dat hij gespeeld had, die avond in het café, echode nog steeds door haar hoofd. Haar zielenlied. Hun zielenlied. Haar hart bonkte onregelmatig tegen haar borstkas terwijl ze de deur langzaam open duwde.

Victor zat op het piano krukje met zijn rug naar haar toe. Hij hing voorovergebogen over een prachtige zwarte vleugel heen, zijn schouders omlaag en zijn rug krom. De zwarte knot hing futloos op zijn achterhoofd. Zijn handen liet hij achter zich bungelen, zover mogelijk van de piano vandaan.

Zachtjes sloot ze de deur achter zich. Hij verroerde zich niet terwijl ze naar hem toe liep en zich naast hem op het krukje liet zakken. Bemoedigingen schoten door haar hoofd, maar niets klonk goed genoeg.

Uiteindelijk was Victor degene die de stilte verbrak en zei, 'Het spijt me.' Zijn stem klonk gebroken. Moe.

Verbaasd keek Mara naar hem op. Hij ontmoette haar blik niet. 'Waarvoor?'

'Voor mijn moeder. Voor alles wat ze je aangedaan heeft.'

Haar hart zwol. Ze kon een kleine glimlach niet onderdrukken. Ze haalde haar schouders op en zei, 'Ik kom er wel weer overheen.' Na een korte aarzeling voegde ze toe, 'En jij ook.'

Victor snoof. 'Mijn hele leven heb ik aan moeten horen wat een mislukkeling ik ben. Haar favoriete woorden zijn Op jouw leeftijd had ik al... Muziek was mijn escape. Maar muziek als carrière, dat was natuurlijk al helemaal niet best in haar ogen.'

Zonder dat ze er erg in had, legde ze haar hand op zijn schouder. Ze moest iets doen om hem te troosten en woorden leken simpelweg niet goed genoeg.

'Al die jaren heb ik mijn best gedaan om haar tevreden te stellen. Maar zij is degene die mij heeft teleurgesteld. Al dat liegen, bedriegen en stelen...' Zijn stem sloeg over en hij schudde zijn hoofd. 'Ik doe het niet meer. Ik ben beter af zonder haar.'

'Ja,' zei Mara. 'Dat denk ik ook.'

Terwijl de stilte opnieuw viel, trokken haar ogen naar de piano toetsen. De harmonische klanken zongen door haar hoofd. Daagden haar uit. Voor ze er erg in had, lagen haar vingers op de toetsen.

'Eén van mijn pleeggezinnen had ook een piano in huis,' zei ze. Haar longen vergaten te ademen, terwijl één hand langzaam het melodietje dat ze zo goed kende begon te spelen. Het was niet perfect. Verre van. Maar het was herkenbaar.

'Ik hoorde je het spelen,' mompelde ze zonder op te kijken. 'In het café. Het... Het is mooi.'

Toen ze eindelijk het einde bereikte, had hij nog steeds niet gereageerd. Ze slikte de brok in haar keel weg en keek op. Victor staarde haar aan, een onleesbare blik in zijn ogen.

Plotseling kwam het allemaal terug. Hun eerste ontmoeting. De blik in zijn ogen toen ze geschokt en verafschuwd was geweest dat hij Lilians zoon was. De honende opmerking dat zij dan degene was die het manuscript onder haar neus vandaan had laten stelen, alsof het haar eigen schuld was geweest. De koude toon die ze sindsdien tegen elkaar hadden aangenomen.

Haar maag draaide zich om. Wat probeerde ze hier nou eigenlijk mee te bereiken? Ze mochten elkaar niet. Het zielenlied was niet meer dan een deuntje. Het kon daar geen verandering in brengen.

Ze schraapte haar keel en stootte een lach uit. 'Ik kan het niet zo goed meer. Maar goed, ik kan maar beter naar huis gaan. Ik eh... Ik zie je wel weer.'

Zonder op antwoord te wachten stond ze op en beende ze naar de deur. Victor liet haar gaan. 

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top