12. Bewijs

'Ik weet het niet, hoor,' zei Mara een uur later, toen ze voor het belachelijk grote huis, midden in de stad, van Lilian Gabriël stonden. Het was wit, met veel ramen en een zwart dak. In eerste instantie had Mara gedacht dat het een twee-onder-een-kap was, maar de elegante woning bleek een vrijstaand huis te zijn. 'Denk je echt dat dit gaat lukken?'

'Geen idee,' zei Sem. 'Maar we moeten toch iets. We hebben niet veel tijd meer. Ik weet niet hoeveel Christiaan zich herinnert van gister, maar hij zal niet lang wachten om het manuscript te verplaatsen. Of vernietigen, als we pech hebben. We moeten nu iets doen, anders glippen ze allebei door onze vingers.'

'Maar kunnen we niet beter in zijn telefoon zoeken naar bewijs?'

'Hij heeft sinds een paar dagen een nieuwe telefoon. Zat erover op te scheppen gister. De oude had zijn zoontje in de plee laten vallen, of zoiets idioots.'

Mara snoof voor ze er erg in had, maar verstomde toen er opeens beweging in het huis te zien was. Ze glipten achter de heg en gluurden langs de groene bladeren. Lilian liep door de woonkamer, haar ogen op de telefoon in haar hand en haar lippen om de sigaret in de andere hand. Met haar vingers nog om de telefoon geklemd greep ze een papier van de tafel en verliet de woonkamer weer.

'Ze is thuis.' Haar stem klonk verrassend zacht in haar oren, alsof haar keel dichtgeknepen zat.

'Dat is goed,' zei Sem. 'Dat betekent dat haar telefoon hier ook is. Victor heeft mij eens verteld dat haar kantoor zover mogelijk bij zijn muziek ruimte vandaan is. De piano staat in de kamer naast de woonkamer, dus dan moet het kantoor daar zijn.' Hij wees naar één van de ramen achterin het huis.

Samen keken ze toe hoe Lilian diezelfde kamer binnenliep en haar telefoon op het bureau legde. Ze ging zitten, opende de laptop en ging aan het werk. De sigaret hing nog tussen haar lippen. Af en toe steeg er een wolkje rook op boven haar hoofd.

Mara slikte de zenuwen weg en liet een trillende zucht ontsnappen. 'Oké. We doen dit gewoon. Wat hebben we te verliezen?'

Sem keek haar veelbetekenend aan, maar besloot het eerlijke antwoord op die vraag te negeren. 'Ga jij naar binnen? Dan leid ik haar af.'

'Waarom moet ik naar binnen? Ze kent mij, dan kan ik haar toch beter afleiden?'

'Nee, want als ze jou voor de deur ziet staan, belt ze sowieso direct de politie.' Hij knikte bemoedigend. 'Ik verzin een verhaal en houd haar een poosje bezig. Je kunt dit, Mara.'

'Wat voor verhaal?'

'Dat... Dat weet ik nog niet,' zei hij, voordat hij met grote passen naar de deur liep.

Haar hart sprong in haar keel terwijl Sem aanbelde. Even stond ze als bevroren achter de heg, terwijl de deur openging en een nors-kijkende Lilian in de deuropening verscheen. Achter in haar hoofd zat het stemmetje van de zeer proactieve hoofdpersoon uit De Schaduwtuin, Eldor, die haar aandrong om in actie te komen. Ga dan, bleef hij maar zeggen, ga dan, verdomme!

Toch bleef ze staan kijken, terwijl haar longen brandden van een zuurstoftekort. Het was alsof ze erboven hing, toekeek terwijl het allemaal gebeurde, maar zelf niet kon interfereren. Ze zag hoe Lilian haar wenkbrauwen optrok, hoe ze rook in Sems gezicht blies, hoe haar gezicht betrok van geamuseerd naar geïrriteerd toen Sem L.J. Mooij's naam liet vallen.

Lisanne. Met een schok kwam ze terug tot de werkelijkheid. Lisanne, waar ze zo lang nauw mee samengewerkt had, die zo naar de publicatiedatum van De Schaduwtuin had uitgekeken, en die zo teleurgesteld was toen het verpest werd met het lek. Verdiende zij het niet om de waarheid te weten? Mara was de enige die haar dat kon geven. Zij en Sem waren de enigen die wisten hoe het echt zat.

Aangemoedigd door Eldor sprintte ze langs de heg, tot ze bij de achterkant van het huis uit kwam. Daar! In de kamer die Sem had aangewezen als haar kantoor, stond Lilians laptop open op het bureau. Ernaast lag de telefoon.

Ze moest alleen nog binnen zien te komen.

Haar blik schoot heen en weer langs de muur, op zoek naar een openstaand raam. Ze rende de hoek om tot ze er eindelijk één op een kier zag staan. Met een blik door het raam zag ze dat het de keuken was, maar ze verspilde er verder geen tijd aan. Haar hand wurmde onder de rand door en greep de hendel vast. Met veel moeite drukte ze de hendel los en omhoog, waarna ze het raam verder opentrok.

Haar hart bonkte luid, terwijl ze zich aan het kozijn omhoog trok. Ze liet zich zakken op de grijze stenen vloer. Het gepiep van haar sneakers op de vloer echode door de keuken. Even stond ze stil, haar blik over het kookeiland op de deur.

Toen er niets gebeurde, sloop ze door de keuken en glipte door de deur. Ze sprintte op haar tenen door de gang. Ze had bijna de juiste deur bereikt, toen Lilians zware stem door de hal galmde. Met haar hand op de deurklink bleef ze staan, maar opnieuw bleef het verder stil. Geen voetstappen die haar kant op kwamen. Nog niet.

Mara stapte het kantoor binnen. Haar blik viel direct op het bureau, waar ze ook door het raam de telefoon al had zien liggen. Met twee grote stappen stond ze ernaast. Met haar vinger boven het scherm twijfelde ze. Ze had genoeg detective verhalen gelezen om te weten dat vingerafdrukken één van de meest doorslaggevende bewijzen is in een politieonderzoek.

Snel wikkelde ze haar dunne zomersjaal om haar hand. Ze drukte op het scherm, die om een code vroeg.

1998. Het jaar dat uitgeverij Gabriël opgericht was. Hoe vaak had ze haar baas die code wel niet zien intikken op het werk?

Met een half oog op de openstaande deur van het kantoor, vulde ze de code in. De zwarte letters sprongen naar voren op het scherm. Onjuiste code. U heeft nog twee pogingen.

Fuck. Onjuiste code? Hoe kon dat nou? 1998, dat was de code die ze Lilian zo vaak in had zien tikken, dat wist ze zeker. Het kon niet fout zijn. Misschien had ze gewoon een verkeerde toets geraakt. Ze probeerde het opnieuw, langzamer deze keer.

Onjuiste code. U heeft nog één poging.

Het was fout. 1998 was fout. Lilian had de code veranderd, dat kon niet anders. Maar waarin? Gejaagd keek Mara om zich heen. Wat vond Lilian nog meer belangrijk? Haar oog viel op de trofee, in de vorm van een opengeslagen boek, die hoog op de boekenkast stond. Beste Opkomende Uitgeverij, 2016. Het jaar dat ze L.J. Mooij hadden gecontracteerd.

In een hopeloze poging tikte Mara de vier cijfers in en hield haar adem in.

Onjuiste code. Apparaat geblokkeerd. Vul uw pukcode in.

'Shit, shit, shit,' mompelde ze. Ze had het verpest. Geen telefoon betekende geen bewijs. En zonder bewijs zou de politie haar nooit onderzoeken. Wat nu?

Haar oog viel op de laptop, die opengeklapt maar met een zwart scherm op het bureau stond. Zou ze daar bewijs in kunnen vinden? Met de sjaal nog steeds om haar hand gebonden, haalde ze haar vinger over de touchpad. Haar hart schoot in haar keel toen het scherm direct oplichtte. Het was niet vergrendeld.

Met een snelle blik op de deur wist ze dat ze nog tijd had. Ze klikte op het e-mail icoontje en direct werd de inbox van Lilian geopend. Mara kon bijna niet geloven hoeveel geluk ze had, terwijl ze snel door de e-mails heen scrolde.

Het meeste was werk gerelateerd; berichten heen en weer tussen Lilian en cliënten, verkopers of collega's. Enkele manuscripten kwam ze ook tegen. In haar broekzak trilde haar telefoon twee keer, maar de e-mails van en naar Christiaan leidden haar af. Mara opende ze en las ze aandachtig door, maar ze gingen alleen over zijn cliënten en opdrachten. Er was niets vreemds aan.

Haar ogen schoten over het scherm. Waar kon ze nog meer kijken? Waar zou Lilian bewijs kunnen hebben, behalve in haar e-mail en telefoon?

Wacht eens...

Met ingehouden adem opende ze de webbrowser. Opnieuw trilde de telefoon in haar broekzak. Terwijl het ding bleef trillen, tikte ze de webpagina in. WhatsApp Web opende direct en ze stootte een triomfantelijk geluidje uit toen ze zag dat het ingelogd stond.

Net toen ze Christiaans naam zag staan, hoorde ze het getik. Lilian. Haar hakken op de koude stenen vloer. Ze komt hierheen.

Mara sprong achteruit en keek om zich heen. Ze moest weg zien te komen, maar hoe? Ze kon de deur niet door, want Lilian stond in de gang.

Het raam.

Met een enkele grote stap stond Mara bij het raam. Ze schoof het zover mogelijk open. Zonder om te kijken trok ze zich aan het raamkozijn omhoog en klom erdoorheen naar buiten. Haar voeten landden op het zachte gras. Ze stak haar handen uit om niet plat op haar gezicht te vallen.

'Hey! Wat – '

Mara kromp ineen bij de stem van haar ex-baas. Toch draaide ze zich niet om. Ze sprong op van het gras en zette het op een lopen.

'Hey! Kom terug!'

Het woedende geschreeuw van haar baas moedigde haar alleen maar aan om harder weg te rennen.

'Ik zal je krijgen!' tierde ze. 'Hier zul je voor boeten, Mara Ossevoort!'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top