11. Waarheid

Het was ondertussen vroeg in de ochtend en ondanks het feit dat ze het bewijs hadden verkregen waar ze zo naar hadden gesnakt, was de sfeer bedrukt. Christiaan was naar huis. Sem had hem aan een taxi chauffeur overgeleverd en was daarna terug het café in gesjokt, waar Mara zich al snel bij hem gevoegd had.

Sindsdien hadden ze nog geen woord gewisseld. De onbehaaglijke uitdrukking die ze beide op hun gezicht droegen, vertelde hen dat ze aan hetzelfde dachten.

Toen Victors dienst er eindelijk op zat en de prachtige pianoklanken overgingen in een vrolijk, dansbaar deuntje over de boxen die her en der verspreid hingen over het café, besloot Mara dat ze niet langer stil kon blijven.

'Wat doen we?' mompelde ze, terwijl ze keek hoe Victor achter de bar verdween. Verschillende mensen stonden bij de bar om een drankje te bestellen. Zelfs nadat de live muziek gestopt was, nam de drukte in het café niet af.

'De waarheid,' zei Sem. 'Daar hebben we altijd voor gestaan. We kunnen dit niet voor hem verbergen.'

Mara knikte ellendig, net toen Victor weer achter de bar vandaan kwam met een colaatje in zijn hand. Hij baande zich een weg tussen de feestende en kletsende mensen door en ging bij hen aan het tafeltje zitten. Langzaam keek hij van Sem naar Mara en terug.

'Fuck... Niet gelukt?'

'Uhm...' Twijfelend keek Mara op naar Sem, die snel een slok van zijn drinken nam.

'Jawel,' zei hij uiteindelijk. 'Christiaan zei dat het manuscript achter een kast in zijn kantoor verstopt is. Hij kon het niet over zijn hart verkrijgen om het te vernietigen.'

Victors ogen lichtten op. 'Serieus? Dat is geweldig! Precies wat we nodig hadden; bewijs dat hij het gestolen heeft.'

Sem en Mara knikten en een nieuwe, bedrukte stilte viel, alleen gevuld door de veel te vrolijke muziek uit de boxen en de feestende mensen om hen heen.

'En toch zijn jullie niet blij,' merkte Victor op. 'Wat mis ik nog?'

Sem staarde in zijn drinken en reageerde niet.

'Nou?'

'Hij zei nog iets anders,' zei Mara uiteindelijk. Ze wisselde een blik met Sem en wist dat ze hetzelfde dachten; hij moest het vertellen. De jongens waren immers al jaren vrienden. Het nieuws zou beter aankomen als het van Sem kwam.

'Oké... Wat zei hij dan?' Toen het weer stil bleef, voegde hij toe, 'Kom op, man, doe nou niet zo moeilijk. Zeg het gewoon. Jullie doen alsof er iemand dood is ofzo.'

'Christiaan heeft het gedaan, maar in opdracht van iemand anders. In opdracht van... Van je moeder.' Sem slikte moeizaam en voegde toe, 'Sorry, man.'

Victor staarde hem aan. Mara's spieren verstarden in afwachting van zijn reactie. Ongeloof schoot over zijn gezicht.

'Hij lult,' gromde Victor uiteindelijk. 'Hij zat je voor te liegen.'

'Hij was veel te dronken om nog te kunnen liegen,' zei Sem. 'Ik denk dat het de waarheid is.'

'Je gelooft het ook nog?' riep Victor. Zijn vingers klemden zich zo strak om het glas dat Mara bang was dat het uit elkaar zou spatten. Toch leek hij het niet door te hebben, met zijn woedende blik op Sem gericht.

Sem hield zijn handen verzoenend omhoog en leunde achterover in zijn stoel. 'Ik weet het niet, man, maar ik vind dat we het in elk geval uit moeten zoeken.'

'Niet te geloven.'

Victors ogen schoten naar Mara. Nog nooit had ze zoveel minachting in zijn ogen zien staan. Haar maag draaide zich om, terwijl de prachtige pianoklanken van eerder die avond opnieuw in haar oren klonken. Haar zielenlied. Hij had haar zielenlied gespeeld. Het koste haar veel moeite om niet ineen te krimpen onder zijn ziedende blik.

'Wat, heeft zij je soms overtuigd dat mijn moeder de slechterik is? Ben je nog steeds bitter dat je ontslagen bent? Is dat het?'

Haar ogen sperden zich wijd open van de schok, maar voor ze de kans had om te reageren, kwam Sem tussenbeide. 'Zo zit het niet. We hebben het er niet eens over gehad voordat je erbij kwam zitten. Christiaan zei dat Lilian hem de opdracht had gegeven om het manuscript te verbranden.'

Victor snoof. 'Dat zegt nog helemaal niets!'

'Klopt,' zei Sem, die nu voorover leunde en zijn handen gespreid op tafel legde. 'Dat kan nog van alles betekenen. Juist daarom moeten we het uitzoeken, Victor. We zijn nog steeds op zoek naar de waarheid, toch?'

Hij sprong op. Het glas cola wiebelde gevaarlijk heen en weer, maar besloot toch te blijven staan. 'Dan doen jullie dat maar zonder mij. Ik ga jullie echt niet helpen achter m'n moeder aan te gaan.' Met een laatste woedende blik op Mara draaide hij zich om en beende weg, het café uit.

Een duister gat nestelde zich in haar binnenste. Ze deed haar best om het diep weg te stoppen. Van het begin af aan had hij al lomp tegen haar gedaan. Ze verloor er niets aan dat hij nu weggelopen was. Helemaal niets.

Diep in haar achterhoofd klonk het deuntje van haar zielenlied nog steeds, alleen waar het vroeger simpelweg een melodie was geweest, klonk het nu onmiskenbaar als de klanken van een piano.

'Nou,' mompelde Sem, nauwelijks hoorbaar over de muziek die onverstoord uit de boxen dreunde. 'Dat ging lekker. Dan zijn we nog maar met z'n tweeën, denk ik.'

'Het maakt niet uit,' zei Mara, net zoveel tegen zichzelf als tegen hem. 'We hebben hem niet nodig. Hij heeft toch nog helemaal niets gedaan. Hij zit er steeds alleen maar een beetje bij.'

Sem wierp haar een vermoeide blik toe. 'Dat is niet waar, Mara. Hij was degene die er stellig van overtuigd was dat jij het manuscript niet gelekt had. Hij was degene die mij ervan overtuigde om achter de waarheid aan te gaan.'

Terwijl haar mond opnieuw open zakte, groeide de duistere leegte in haar maag.

🎶

Met een kreun van frustratie propte Sem de volgende ochtend zijn mobiel terug in zijn broekzak en wreef met zijn handen door zijn ogen. Mara onderdrukte het gevoel van teleurstelling.

'Laat hem nou,' zei ze met alle onverschilligheid die ze kon opbrengen. 'Als hij niet meer wil helpen, dan is dat zijn keuze.'

'Ik maak me gewoon zorgen,' mompelde Sem, terwijl ze de hoek om liepen. 'Zijn moeder... Hij heeft nooit een goede relatie gehad met haar, maar ze is de enige familie die hij heeft. Al zijn hele leven probeert hij zich te bewijzen, maar ze schiet hem altijd weer naar beneden. Als zijn moeder al haar normen en waarden opzij heeft gezet voor een beetje winst... Ik denk niet dat de relatie dan nog te repareren is.'

Mara aarzelde. In stilte liepen ze verder door de zaterdagse drukte van de stad. Slechte relatie of niet, Victor had het zo slecht nog niet. Hij had tenminste een moeder.

Toch kon ze zich wel voorstellen dat het moeilijk voor hem was. Lilian Gabriël was nooit tevreden. Ze wilde altijd meer, haar werknemers moesten altijd harder werken. Mara vond het al zwaar om haar als baas te hebben, laat staan als moeder. Ze snapte het wel dat hij haar liever te vriend hield.

En trouwens, dacht ze. Als ik nog familie had gehad, had ik er ook alles aan gedaan om ze te houden.

'Nou, dan is het alleen nog maar belangrijker dat we de waarheid achterhalen.'

Ze keek hem met een veelbetekenende blik aan, die hij met een knik beantwoordde. Ze stopten voor een flatgebouw, waar Mara één keer eerder geweest was. Vorig jaar, met Femkes verjaardag. Ze keek omhoog langs het kaarsrechte, bakstenen gebouw.

'Dit is onze laatste kans,' zei ze. 'Ben je er klaar voor?'

Zonder te antwoorden drukte Sem op de bel voor nummer 35. De luidspreker kraakte even, voor er een stem doorheen klonk. 'Hallo?'

'Femke, hey! Mara hier. Heb je even?'

Met ingehouden adem wachtte ze op antwoord, haar blik op het apparaat. Zou de receptioniste haar wel willen zien? Misschien geloofde zij ondertussen ook wel dat Mara het manuscript gelekt had...

'Mara? Wat doe jij hier? Kom gauw naar boven!'

Ze liet een trillende adem ontsnappen terwijl de deur zoemde. Sem trok hem open en liet haar voorgaan naar binnen. Haar blik gleed over de lift, maar ze liep door. De zenuwen lieten haar niet stilstaan; ze liep liever een paar trappen omhoog.

Toen ze eenmaal bij nummer 35 aankwamen, stond Femke al in de deuropening. Ze lachte breed naar hen.

'Hey! Ik heb een vriend meegenomen. Ik hoop dat je dat niet erg vindt?'

'Tuurlijk niet!' Femkes nieuwsgierige blik gleed over Sem voor ze opzij stapte. 'Kom binnen. Willen jullie iets drinken? Ik drink zelf altijd thee, maar ik denk dat ik nog wel ergens een pak sinaasappelsap ofzo heb liggen...'

'Nee, dank je,' zei Mara. Ze stapte de gang in, terwijl ze haar best deed om een vriendelijke glimlach in plooi te houden. 'We kunnen niet lang blijven. Ik wilde eigenlijk iets met je bespreken.'

'Oké, tuurlijk,' zei Femke. 'Wie is je vriend?'

Mara draaide zich snel om. 'Oh, juist. Femke, dit is Sem. Sem is... Nou ja, hij is de enige die me gelooft.'

Femkes ogen lichtten op en ze schudde zijn uitgestoken hand, terwijl hij de kuiltjes in zijn wangen tevoorschijn toverde. 'In dat geval ben je hier welkom. Ga zitten.'

Ze stapten de kleine, L-vormige woonkamer binnen en namen plaats op de zachte, donkerblauwe bank. Deze kleur was het thema in Femkes woning. Ook haar eettafel en stoelen, de boekenkast in de hoek en zelfs de grote klok aan de muur waren donkerblauw. De vele planten in de vensterbank waren een welkome afwisseling.

Femke ging in een stoel tegenover hen zitten en sloeg haar benen over elkaar, voordat ze de lange rok weer glad streek. 'Dus, ben je nog steeds op zoek naar wie er bij je ingebroken heeft en dat manuscript gelekt heeft?'

Mara knikte. 'We zijn een heel eind, eigenlijk. Maar...' Ze zuchtte. 'Femke, luister. Ik vertrouw je, oké? Beloof me alsjeblieft dat wat ik je ga vertellen deze kamer niet zal verlaten.'

Femke knikte, een serieuze frons op haar gezicht. Een blonde lok haar viel voor haar gezicht toen ze voorover leunde. 'Ik zeg niets. Beloofd.'

'Oké.' Ze wierp een blik naar Sem, die naast haar zat. 'Sem helpt mij de waarheid te vinden. We weten wie erachter zat, maar...' De woorden stokten in haar keel. Wist ze wel zeker dat ze dit wilde vertellen? Wat als Femke het maar onzin vond? Wat als zelfs zij haar eindelijk niet meer wilde geloven? Ze haalde diep adem en zei, 'We denken dat er nog iemand achter zat. Iemand die de inbreker de opdracht heeft gegeven.'

'Hmhm.' Femkes wenkbrauwen trokken samen terwijl ze geconcentreerd naar haar luisterde. 'Enig idee wie dat is?'

'Nou... Ja.' Sem keek haar bemoedigend aan. Ze slikte de brok in haar keel weg en zei, 'We hebben een aanwijzing dat het Lilian zelf wel eens geweest zou kunnen zijn.'

Femkes mond zakte open. 'Lilian? Onze baas Lilian?'

Ze vertrouwde haar eigen stem niet meer en knikte, haar blik op haar wringende handen. Dit was het dan. Ze had één van de laatste mensen die nog in haar geloofden weggejaagd. Nu was alleen Sem nog over, maar hoe lang zou hij het volhouden?

'Jezus, dat zou me nog niets verbazen ook.'

Mara's blik schoot terug naar de blonde vrouw tegenover haar.

'Die ouwe taart zou alles doen om dat beetje roem dat ze heeft te behouden.'

Voor ze er erg in had, proestte ze het uit. Opluchting golfde over haar heen. 'Ouwe taart?'

Femke grijnsde schouderophalend. 'Maar goed, je vertelt me dit vast niet voor de lol. Wat kan ik doen om te helpen?'

'We hoopten dat je misschien iets verdachts gezien of gehoord had,' legde Sem uit. 'Heb je haar misschien iets vreemds aan de telefoon horen zeggen? Of heeft ze zich de laatste tijd anders gedragen dan daarvoor?'

Femke beet op haar onderlip terwijl ze nadacht. 'Hmm... Niet dat ik gemerkt heb...'

'Zeker weten?' drong Sem aan. 'Helemaal niets anders dan normaal? Geen vreemde opmerkingen?'

Ze dacht nog even na, maar schudde toen langzaam haar hoofd. 'Sorry, ik kan echt niets bedenken. Als ze erachter zit, heeft ze het goed verborgen gehouden.'

Mara knikte teleurgesteld. Dit bezoekje was een laatste poging geweest. Als ze Christiaan te pakken wilden krijgen, dan moesten ze er snel bij zijn. Wie weet hoeveel hij zich zou herinneren van de vorige avond. Ze moesten iets doen voordat hij genoeg bij zinnen zou komen om het manuscript achter de kast vandaan te halen, want dan waren ze terug bij af.

Als ze niet snel iets vonden wat Lilians medeplichtigheid kon bewijzen, dan zou Christiaan er alleen voor opdraaien.

Femke zuchtte diep. 'Sorry dat ik niet kan helpen. Het enige rare dat ik de laatste tijd op het werk heb meegemaakt is dat ze Christiaan nog slechter behandelt dan anders.'

Ze rechtte haar rug. 'Oh ja?'

'Ja joh, die arme man. Van de week bracht ik wat documenten naar haar kantoor toe en toen was hij nog binnen. Ze riep iets naar hem. Ik kon niet goed horen wat. Maar toen hij naar buiten kwam, was zijn gezicht helemaal wit weggetrokken. Ik was even bang dat ze hem ook al ontslagen had.'

Ze lachte hartelijk, terwijl Mara en Sem een veelbetekenende blik uitwisselden. 'Kon je ook horen wat ze naar hem riep?'

Femkes lach verdween bij haar vraag en ze knipperde verbaasd met haar ogen. 'Oh, uh... Ik kon het niet goed verstaan. Ik dacht dat ze iets zei over branden of verbranden. Maar ik weet het echt niet zeker.'

'Oké. Dankjewel, Femke.' Sem stond op een stak zijn hand opnieuw naar haar uit. 'Wij moesten maar eens gaan. Bedankt voor alles.'

De receptioniste liep met hen mee naar de deur. 'Ik wou dat ik meer had kunnen helpen. Hou je me op de hoogte?'

'Tuurlijk,' zei Mara met een zwakke glimlach.

Tegen de tijd dat ze de trap weer af liepen, tolde haar hoofd. 'Dat was het,' zei ze tegen Sem, die achter haar liep. 'Christiaan had het ook over het verbranden van het manuscript. Het was Lilian.'

'Ja,' beaamde Sem. 'Maar het helpt niet.'

'Hoezo helpt het niet?' riep Mara, terwijl ze zich naar hem toe keerde. 'Lilian heeft de opdracht gegeven, Christiaan heeft het uitgevoerd. We hebben eindelijk de waarheid.'

'Maar geen bewijs,' zei hij stellig. 'We kunnen de politie tippen dat het manuscript achter Christiaans kast ligt. Dat is misschien genoeg bewijs tegen hem. Maar tegen Lilian hebben we niets. Helemaal niets.'

Ze opende haar mond om ertegenin te gaan, maar realiseerde zich al snel dat hij gelijk had. Een wit weggetrokken Christiaan die uit haar kantoor kwam was niets. Femke die dacht iets gehoord te hebben over branden of misschien verbranden, dat was nog minder. Tegen Lilian hadden ze geen bewijs. Ze vloekte haar frustratie weg.

'Best,' zei ze, toen ze eindelijk weer op straat stonden. 'We hebben niets tegen haar. Wat doen we nu?'

'We doen wat we kunnen doen,' zei Sem. 'We improviseren. Als zij echt de opdracht heeft gegeven, wat voor bewijs zou daarvan zijn?'

Mara dacht even na. 'Niets,' verzuchtte ze uiteindelijk. 'Ze heeft de opdracht vast mondeling gegeven, zodat het niet traceerbaar zou zijn.'

Sem schudde zijn hoofd en ijsbeerde heen en weer. 'Er is altijd wel bewijs. Mensen vergeten altijd wel een spoor te wissen. Er móét iets zijn.'

Mara gooide geïrriteerd haar handen in de lucht. 'Wat dacht je, dat ze haar duivelse plannen in haar dagboek zou schrijven?'

'We hoeven alleen maar iets te vinden wat haar richting op wijst. Als de politie haar verdenkt, kunnen ze er zelf verder in duiken. Misschien kunnen ze dan druk op haar zetten, of een bevelschrift regelen om haar berichten in te kunnen zien of iets dergelijks. Volgens mij kunnen ze zelfs verwijderde berichten terug halen. Wij hoeven ze alleen maar in de juiste richting te wijzen; een goede reden te geven om haar te onderzoeken.'

'Juist...' zei Mara. 'En hoe doen we dat?'

Toen hij stopte met ijsberen, dacht ze even dat ook hij dan eindelijk de hoop had opgegeven. Tot hij haar aan keek met wijdopen ogen en zei, 'Haar telefoon.'

'Haar... telefoon?'

'Jij kent haar beter dan ik,' zei hij. 'Klopt het dat ze zo'n type is die de hele dag dingen aan het regelen is op haar telefoon?'

'Ja.' Ze had die telefoon altijd bij de hand. Mara had haar zelfs eens de wc uit zien komen met dat ding in haar hand. Ze haalde haar schouders op. 'En?'

'Dan is dat waar het bewijs op staat. Contact met Christiaan, bijvoorbeeld. Hij zei dat hij haar belde nadat hij het manuscript had gestolen. Als we kunnen aantonen dat ze midden in de nacht, op het moment van de diefstal, met elkaar gebeld hebben, dan moet dat in ieder geval genoeg zijn voor verdenking, toch?'

Mara knikte langzaam. 'Of misschien staat er iets anders op. Een berichtje tussen hen. Ze is slim, manipulatief. Misschien heeft ze wel iets bewaard om te kunnen bewijzen dat niet zij, maar Christiaan de diefstal heeft gepleegd, zodat ze zich er altijd uit kan wurmen als ze beschuldigd wordt.'

'Precies!' zei hij. 'Ook dat is in elk geval genoeg om de politie haar kant op te sturen.'

'Maar... Als wij haar telefoon stelen, zijn wij net zo schuldig aan diefstal als zij.'

Sems ogen glinsterden. 'Daarom gaan we het niet stelen. Zodra we iets belastends hebben gevonden, maken we een foto. Die brengen we naar de politie.' Hij legde zijn hand op haar schouder. 'Kom op, Mara. We kunnen dit.'

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top