6. Julius
Ik wacht op het schoolterrein op Ace. Hij komt nooit zo vroeg. Ik kijk om me heen en ik zie Sara staan. Ik loop naar haar toe.
'Hallo,' zeg ik. 'Hallo,' zegt ze verrast. 'Leuk je te zien. Je was er gisteren niet?' Ik denk terug aan gisteren. Het was leuk. Ik vond het té leuk. 'Ja, dat klopt!' zeg ik. 'Waar was je?' vraagt Sara. Ik glimlach mysterieus.
Ze lacht. Ik glimlach. Ze is wel erg makkelijk aan het lachen te krijgen. 'Kom, we gaan!' zegt ze. Ik kijk om me heen. Ace gaat dit niet leuk vinden. Toch loop ik met haar mee. Ik moet niet te vaak bij Ace zijn, anders gaat het niet goed.
Ik ga in het klaslokaal naast Sara zitten. Het zal wel helpen om veel met haar om te gaan. Zo kan ik tenminste normaal doen tegen Ace.
Zodra Ace het lokaal instormt, weet ik dat het mis is. Hij loopt op me af. Ik slik. 'Wat denk je wel dat je aan het doen bent?' roept hij boos. Ik ga een beetje naar achteren. 'Ik ging naast Sara zitten.' Het klinkt heel zwak. 'Weet je, bekijk het ook maar!' roept Ace en hij loopt weg.
'Waar denk je dat je heen gaat, jongeman?' vraagt de docent. Ace steekt zijn middelvinger op en begint te rennen.
De docent kijk een beetje verbouwereerd om zich heen. 'Wat was dat?' mompelt hij in zichzelf.
Ik voel me ontzettend schuldig. Ik krijg geen hap door mijn keel. Dat is dan weer goed meegenomen. Ik kijk naast me. Sara eet een appel. Ze is wel knap, maar ik voel niks voor haar. Ik krijg ineens een idee. Als ik met haar een relatie krijg, gaan mijn echte gevoelens misschien weg. Ik buig me naar haar toe.
'Je ziet er goed uit vandaag,' fluister ik in haar oor. Ze bloost. Ik grijns. Sommige meisjes zijn ook zo makkelijk te krijgen. Als ik haar nu zou kussen, zou ze verkocht zijn. Ik durf het niet. De enige keer dat ik heb gekust, was met Ace. Dat was speciaal.
De rest van de dag ga ik met Sara om. Ace heb ik niet meer gezien. Het is beter voor mij. Ruzie is niet fijn, maar gevoelens zijn helemaal niet fijn.
Na school ga ik naar huis toe. Ik durf niet weer naar Ace toe te gaan. Sinds die kus is alles verandert. Ik hoor mijn woorden door mijn hoofd gonzen: Één kus verandert toch niks?
Agressief schop ik tegen mijn bed aan. Ik haat mezelf. Ik ben dik en misschien ook homoseksueel. Aan dat eerste kan ik wat doen, maar dat kost wat tijd. Aan dat tweede kan ik ook wat doen, maar dat kost veel moeite. Ik weet het trouwens niet eens zeker. Wat bazel ik nou!
Ik ga onder de douche staan. Ik hou er van om onder de douche te zingen, maar ik schaam me er voor. Ik ben geen zangtalent, maar ik zing niet vals. Ik begin te zingen. Langzaam vergeet ik de wereld om me heen en ben even helemaal alleen, zonder problemen.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top