22. Julius

Ik kan het niet geloven. Ik had hem nog zo gezegd om niet naar school te gaan. En dan word ik de volgende ochtend wakker gebeld door een dokter die mij vertelt dat Ace gewond is. Ace ligt in het ziekenhuis.

Ik trek mijn jas aan en stap in de auto. Ace heeft me nodig. Ik moet naar hem toe. Mijn moeder start de auto. Als verdoofd staar ik uit het raam.

Ik smijt de deur open en ren naar binnen. Deze keer ligt Ace in het ziekenhuisbed. 'Wat heb je gedaan?' snik ik. Ik val in zijn armen. 'Ik heb niks gedaan,' klinkt de schorre stem van Ace. 'Er was een jongen die besloot een mes in mijn been te stoppen. Gelukkig kon Sara de ambulance bellen.' Nu pas merk ik dat er nog iemand in de kamer is. Ik draai me langzaam om.

'Wat doe je hier?' zeg ik kil. 'Ik hield Ace gezelschap,' antwoordt Sara. Ik kijk haar jaloers aan. 'Hoelang ben je hier al?' vraag ik. 'Ik ben de hele nacht gebleven,' zegt ze zacht. Ik kan dit niet. Ik ren de kamer uit.

Ik kan niet geloven dat ik ben weggerend. Waarom moest ik me nou gedragen als een jaloerse bitch? Het is de schuld van Sara. Zij was diegene die me uitschold en nu was ze de hele nacht bij mijn vriendje. Mijn vriendje. Niet die van haar! Ik trap boos tegen een muur.

Langzaam loop ik terug naar de kamer. Ik open de deur. Ace ligt nog steeds in het bed. Als hij mij ziet, draait hij zich om zodat ik zijn rug zie. Sara is er nog steeds. 'Ga weg, ik moet met Ace praten!' zeg ik koeltjes. Ze loopt naar de deur. 'Straks wil ik met jou praten, Julius.' Ik wuif met mijn hand. Als ze gaat, vind ik alles goed.

Ik ga naast Ace liggen. 'Ace,' zeg ik zacht. Hij draait zich om. 'Moest je nou zo reageren?' zucht hij. 'Sorry,' antwoord ik. 'We moeten hier echt iets aan doen. Steeds weer is één van ons de pineut. Het kan niet langer!' 'Inderdaad!' zegt hij. Ik geef hem een kus. 'Ik ben heel even weg, ik kom zo terug!' En ik stap uit bed.

Sara wacht op me. Als ze mij ziet, staat ze meteen op. 'Wat?' zeg ik. 'Sorry dat ik zo reageerde,' zegt ze. 'Ik meende niet wat ik zei.' Ongelovig staar ik haar aan. 'Wat wil je nu dat ik doe. Dat ik op je af kom rennen en alles vergeef? Je meende wel degelijk wat je zei.'

Sara begint te huilen. 'Ja, nu kun je wel gaan huilen, maar dat lost niet veel op! Succes verder!' Ik draai me om. 'Julius!' gilt Sara. 'Luister naar me.' Ik kijk haar aan. 'Ik moest wel,' begint ze. 'Al mijn vriendinnen lachten me uit. Ik kon het niet zomaar laten gaan. Dus ik besloot er een drama van te maken. Te doen alsof ik het slachtoffer was. Dan zouden ze me niet zo'n sukkel vinden.' Ze haalt diep adem. 'Ik heb tijd nodig,' zeg ik verward. 'Tijd om na te denken.' Met die woorden loop ik weg.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top