13. Ace

Op een één of andere manier heb ik vandaag zin om naar school te gaan. Gisteren met Julius was het erg leuk. Ik glimlach.

Ik loop meteen naar Julius toe. Hij glimlacht. Dan komt Sara er bij staan. Ik kijk haar aan. Wat denkt zij wel? Alsof ik Julius ga inpikken. Ze is net een waakhond. Ik begin te lachen. De combinatie van een hond en Sara is gewoon te grappig. Julius kijkt me met een onbegrijpende grijns aan. Sara kijkt me minachtend aan.

'Wat is er?' vraagt ze. Ik maak een handgebaar. 'Niks,' zeg ik. 'Natuurlijk!' Ze snuift en trekt aan de arm van Julius. 'Zullen we gaan?'

Met open mond kijk ik naar haar. Dit kan ze niet maken. Ik vind haar niet aardig, maar ik had niet gedacht dat ze zo'n bitch was. Julius denkt duidelijk hetzelfde. 'Eigenlijk was ik met Ace aan het praten,' zegt hij. 'Fijn.' En ze loopt weg.

Julius weet niet wat hij moet zeggen. 'Dan niet!' zegt hij uiteindelijk. 'Die is met het verkeerde been uit bed gestapt,' lach ik. 'Zeg dat wel,' mompelt hij.

De rest van de dag is Julius afwezig. Als de laatste les klaar is, springt hij op en loopt hij weg. Ik blijf verbaasd achter.

Ik loop de school uit. Ik zie Sara op Julius aflopen. Ze praten wat en ze omhelzen elkaar. Ik slik. Waarom? Dan fietsten ze weg. Samen. Helaas, het zal wel weer goed zijn.

Ik fiets snel naar huis. Dan knal ik tegen iets aan. Ik val en er belandt iemand boven op me. Mijn hoofd schaaft over de grond en ik hap naar adem. Ik open mijn ogen en kijk recht in twee donkergroene ogen.

Mijn ogen bekijken de persoon die boven op mij ligt. Het is een jongen. Hij heeft bruin haar en niet te vergeten: twee donkergroene ogen. Hij grijnst. 'Zullen we nog een tijd zo blijven liggen?' vraagt hij. 'Ik vind het wel gezellig.'

'Ik zou het best willen, maar mijn hoofd doet een beetje pijn.' Ik snap niet waar ik de brutaliteit vandaan haal. De woorden glijden als vanzelf over mijn lippen. De jongen springt meteen op. Hij trekt me overeind.

Hij bekijkt mijn hoofd. 'Dat ziet er niet goed uit.' Hij bijt nadenkend op zijn lip. 'Ga maar even mee naar mijn huis.'

Ik bekijk de woonkamer. Het is een klein huis. De jongen komt binnenlopen met de verbanddoos. Hij pakt er wat spullen en gaat aan het werk. Af en toe raakt zijn hand mijn huid aan.

'Klaar!' Ik voel aan mijn hoofd. Hij heeft er verband om gedaan. 'Dank je,' zeg ik. 'Geen probleem, ik ben Bas.' Hij steekt zijn hand uit. Ik neem hem aan. 'Ace.' 'Zou ik misschien je telefoonnummer mogen?' vraagt Bas. 'Dan kunnen we contact houden.' Hij knipoogt.

Nadat we telefoonnummers hebben uitgewisseld, loopt Bas mee naar de deur. Ik stap naar buiten. 'Nog één ding.' Bas buigt zich naar me toe zodat zijn lippen bijna de mijne raken. 'Ik val op jongens, dus mocht je niks met me te maken willen hebben, kan je dat nu beslissen.' Hij grijnst en doet de deur dicht. Ik voel aan mijn wangen. Ze gloeien.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top