4| Een Compagnon
Ik kan me niet herinneren dat ik me ooit zo opgejaagd heb gevoeld als nu. Het idee van een ontvoerder bij ons op school ligt me toch echt niet lekker. Bij Heidi evenmin. Voor zover ik weet heeft ze de hele middag boven de pleepot gestaan, omdat ze telkens over moest geven.
Op het moment ben ik weer in de bibliotheek. Pip heb ik weer gedropt bij het Speeleiland, omdat mam weg moet voor een vergadering. Als pap alleen thuis is kan ik Pip niet thuis laten. Dan wordt ze behandelt als een soort slaaf, en hoewel ik soms wel kan genieten als Pip's mond wordt gesnoerd, wens ik het haar niet toe.
Ik staar recht in de twee knopen van de voodoo pop en bekijk het ding nog eens aandachtig. Ik heb helaas niks waarmee ik vingerafdrukken op kan sporen. Dat maakt ook niet uit aangezien ik nogal het gevoel heb dat ik niet eens vingerafdrukken nodig zal gaan hebben. Ik heb echter nog steeds geen idee wat ik ermee moet.
Daarom besluit ik om de vragen voor het interview met Nancy O'Connor op te gaan stellen. Nu ik de pop heb ontdekt kan ik al wel wat meer vragen bedenken die ik wil gaan stellen. Het zijn vooral de wie, wat, waar, wanneer en waarom vragen die in mijn document staan. Het boek 10 beïnvloedings vaardigheden komt met verrassend weinig suggesties. Daarom besluit ik het maar weer terug te zetten.
Ik loop naar de letter C toe om hem weer op de plank neer te zetten. Een moment later bedenk ik me opeens dat ik de vorige keer ook al "te klein" was om het boek terug te zetten. Ik zucht vermoeid en sla mijn armen over elkaar.
'Nou, het ziet ernaar uit dat ik dat boek ook maar weer even voor je terug moet zetten.' Hoor ik een stem grijnzend achter mij zeggen. Ik houd mijn armen over elkaar gevouwen en draai me om.
Natuurlijk staat daar Jaimy, met dezelfde vrolijke ogen als gisteren. Hij bekijkt geamuseerd de ongeïnteresseerde blik op mijn gezicht.
'Graag' zucht ik en ik druk het boek in zijn handen. Met een simpele armbeweging staat hij weer precies op dezelfde plek als gisteren. Ik zucht diep. 'Op sommige momenten is het niet eerlijk dat ik ergens niet bij kan en anderen wel.'
'Tja, ik heb lengtes ook niet bedacht.' Zegt hij simpel.
'Kom je hier trouwens altijd alleen ofzo?' Vraag ik opeens. Het is geen relevante vraag, maar alsnog wil ik weten wat hij hier telkens alleen uitspookt. 'Gisteren was je hier ook al alleen.'
'Niet alle jongens zijn studienerds.' Legt hij uit met een schouderophaal. Hij is een studienerd? Wat moet ik dan wel niet zijn? Hij vervolgt zijn verhaal. 'En hetzelfde kan ik trouwens ook aan jou vragen.'
'Heb niet zoveel vrienden.' Zeg ik eerlijk. Ik heb eigenlijk alleen Heidi en haar zus Evania. Daar ben ik dan wel meteen een soort familie van.
'O, het socialiseren gaat je anders vrij goed af hoor.' Glimlacht hij. Ik leg mijn armen weer over elkaar en knijp mijn ogen lichtjes tot spleetjes.
'Ik heb niet gezegd dat ik nooit vrienden heb gehad.' Merk ik op. Hij doet zijn handen in de lucht als teken van overgave.
'Oké oké, jij wint.' Grapt hij. Mijn mondhoeken krullen langzaam omhoog en ik haal mijn armen weer van elkaar af. 'Caro is het toch?'
'Klopt als een trein.' Grap ik, maar toch niet helemaal. Mijn humor is echt vreselijk. Ik ga nooit meer een grap maken.
'Waarom kom je niet bij mij zitten?' Stelt hij uiteindelijk voor. 'Dat is veel gezelliger en het bespaard ruimte.'
'Van stoel verwisselen bespaard geen ruimte, maar ik snap je punt.' Zeg ik met een schouderophaal.
Ik weet niet of het zo'n goed idee is als hij weet waar ik mee bezig ben. Als Heidi hier was geweest had ze me als een soort cheerleader aangespoord om het wel te doen, maar ten eerste is Heidi hier niet en ten tweede zwetst zij ook soms maar wat.
Maar wat kan het ook kwaad. Ik verwacht niet dat hij in het complot zit en zeker niet nu de ontvoerder hoogstwaarschijnlijk op onze school zit. Het kan ook iemand zijn die gerelateerd is aan Annabelle zoals haar broer of haar ouders, maar die zullen sowieso hulp nodig hebben gehad om de pop in haar kluisje te krijgen. Haar broer echter niet, want die zit ook gewoon bij ons op school en hoeft dus geen hulp van buitenaf in te schakelen.
En daar ga ik weer. Zo gedetailleerd mogelijk al mijn vermoedens bij langs. Het is voor mij als een soort ratelen in je hoofd. Daardoor krijg ik soms een mentale breakdown van mijn eigen brein.
'En dat lijkt me prima, maar ik denk dat jij beter naar mijn tafel kunt komen, want ik heb een hele vracht aan devices en papier uitgestald staan.' Zucht ik uiteindelijk. Hij steekt zijn duim op.
Ik loop terug naar mijn tafel en zit letterlijk met mijn handen in mijn haar, niet figuurlijk. Ik weet best wat ik moet doen; mijn vragen afmaken en de rest van mijn stappenplan volgen.
'Dat is een interessante verzameling aan "devices en papier".' Zegt Jaimy als hij tegenover mij plaats neemt. Hij heeft alleen een laptop, een schrift en een boek.
'Nog niet eens het interessantste.' Zucht ik en ik leg erg asociaal mijn ellebogen op de tafel. Met mijn hand wrijf ik over mijn gezicht. 'Dit wat je hier op tafel ziet zit ook vast in mijn hoofd. Overdenken, overdenken en nog eens overdenken.'
'Waarom heb je een voodoo pop op tafel liggen?' Vraagt hij opeens. Hij kijkt me met tot spleetjes geknepen ogen aan. 'Je bent toch niet één of andere geflipte freak ofzo?'
'Sorry dat ik eruit zie als jouw beeld van "één of andere geflipte freak".' Zucht ik sarcastisch. Ik spreid mijn armen en draai in de lucht cirkels om alle spullen, net zoals meeuwen boven een prooi. 'Dit wat je hier ziet, is een verzameling met spullen die ik nodig heb om een mysterie mee op te lossen.'
'Mysterie?' Herhaalt hij mijn woord nadrukkelijk. 'Klinkt interessant. Wat voor één is het?'
'Die van Annabelle Warren.'
Hij hapt ongelovig naar adem en kijkt naar de pop. Daarna kijkt hij weer terug naar mij en fronst hij diep.
'Wat heeft die pop daar dan mee te maken?' Vraagt hij.
'Deze pop zat in Annabelle's kluisje.' Leg ik simpel uit. Ik draai mijn laptop om zodat hij het scherm kan zien en kan lezen waar ik mee bezig ben. 'En dat boek wat je hebt gepakt en weer terug hebt gezet voor mij had ik nodig voor de vragen die ik aan de verdachte personen wil gaan stellen.'
'Ik geloof dat ik jou nog enger vindt dan "één of andere geflipte freak".' Grapt hij. Hij wijst naar de spullen. 'Maar dit is dus allemaal bewijsmateriaal?'
'Nee, dit zijn foto's, berichten en krantenartikelen die ik heb uitgezocht op basis van relevantie en inhoud.' Ik pak de screenshot van Annabelle op het Bloemenplein erbij en schuif het naar hem toe. 'Valt je iets opvallends op?'
'Dit is een foto van haar toch?' Zegt hij, de foto bestuderend. Hij kijkt mij weer aan. 'Of heb ik het mis.'
'Klopt' ik kijk hem neutraal aan. 'Kijk beter.'
'Ze heeft Heiniken in haar hand en ze is minderjarig.' Merkt hij op.
'Ja goed gezien maestro, maar ik doel op iets anders.' Zucht ik. Hij grijnst om mijn rare reactie en schud later zijn hoofd.
'Ik zie niks.' Zucht hij. 'Niks bijzonders althans.'
'Deze foto.' Ik druk met mijn vinger op de afbeelding. 'is gemaakt op de avond dat Annabelle verdween, op hetzelfde tijdstip en dezelfde plaats. Ik kan alleen de afzender niet vinden of traceren.'
'Verrek.' Hij spert zijn ogen wijd open en kijkt mij aan. 'Dit stuk bewijs kunnen dus 7 miljard mensen gewoon op het internet vinden?'
'Inderdaad.' Zucht ik. Ik pak de afbeelding weer op en staar ernaar. 'Ik kan er dus alleen niks mee. Nog niks. Net zoals met deze pop.'
Ik pak het lap stof op en draai het rond zodat alle naden en alle details te zien zijn. Het is en blijft nog steeds een eng ding om naar te kijken. Ik tik een keer tegen de naald aan en leg het ding weer neer.
'Morgen ga ik mijn eerste ondervraging doen met Lotus Delisle, waarvan ik uitgevonden heb dat zij goede vriendinnen is geweest met Annabelle.' Zeg ik uiteindelijk. 'Moet wel zeggen dat ik wat nerveus ben.'
'Tuurlijk. Jij raakt er niet nerveus van als je weet dat je mij aan zit te staren en de hele bibliotheek mee kan kijken, maar wel als je een paar woorden moet wisselen met iemand.' Zegt hij sarcastisch. 'Ik ken je misschien niet langer dan een dag, maar ik weet nu al dat dat een typisch dingetje voor jou is.'
'Daar hoef je me niet eens voor te kennen. Mijn pokerface zegt genoeg.' Zucht ik. 'Voor de meeste mensen.'
'Je hebt geen pokerface hoor.' Stelt hij me 'gerust'. 'Alleen een wat intimiderend uiterlijk.'
'Is dat positief of negatief.'
'Een beetje van beide, maar ik heb een voorstel.'
Bij het woord "voorstel" weet ik niet of ik me zorgen moet gaan maken of dat het goed uitkomt. Oké goed, een Heidi-voorstel zit wat ingewikkelder in elkaar dan een voorstel van de normale mens, maar dan nog.
'Ik wil je wel helpen met je onderzoek, als je dat zou willen.' Glimlacht hij. 'Dan leer ik ook eens wat over het vak.'
'O, dus naast een te kleine boekenwurm en een puddingbroodjes verslaafde detailfreak ben ik ook opeens een leraar?' Zucht ik sarcastisch. 'Dat zijn al heel veel titels voor een tiener zoals ik.'
'En toch krijg je het voor elkaar.' Grijnst hij simpel. 'Maar mag ik nou meedoen of niet?'
'Als jij 's nachts huizen durft binnen te sneaken voor informatie, vind ik het prima.' Ik geniet ervan als zijn gezicht langzaam bleekjes wegtrekt. Mijn lippen vormen langzaam een grijns.
'Oké ten eerste, je bent echt enorm intimiderend met zo'n sinistere grijns.' Merkt hij bleekjes op. 'En ten tweede, meen je dat serieus? Dat huizen in sluipen?'
'Oké, om op je eerste punt terug te komen: dankjewel, je bent niet de eerste die dat zegt. Om op je tweede punt terug te komen: het is nu nog een grapje, maar ik weet niet of later bewijs nodig is die in bepaalde panden te vinden zijn.' Leg ik simpel uit. 'O en ik zou het wel fijn vinden on wat versterking te hebben. Heidi heb ik namelijk niet erg veel aan, de angsthaas die ze is.'
'Is prima. Ik help je graag hoor. Mijn leven zit sowieso niet erg heel interessant in elkaar.' Zucht hij. Hij legt zijn armen op tafel en legt zijn kin daar bovenop.
'Top, als je mij even je adres, e-mail, nummer of wat dan ook geeft, dan kunnen we contact houden.' Stel ik voor. Hij knikt, pakt zijn mobiel en schuift deze naar mij toe.
'Ik ken mijn nummer niet uit mijn hoofd, sorry.' Grijnst hij schaapachtig.
'Dat verbaasd me.' Grijns ik. Hij fronst.
'Hoezo?'
Dat antwoord hoeft hij denk ik niet te hebben.
Wat vinden jullie van Caro? Wil wel ff weten, want ik wil haar graag in een bepaalde manier presenteren :)
Fijne dag verder!
Liefs,
Pageotte
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top