Chapter 4

"Marble, Katie." ik schrok op uit mijn gedachtes en deed het bijna in mijn broek door de spanning. Ik liep met trillende benen en kippenvel naar de sorteerhoed. Hoe dichterbij ik kwam, hoe nerveuzer ik werd. Ik ging langzaam op het krukje zitten. De sorteerhoed werd op mijn hoofd geplaatst en hij begon te praten. "Hmm... Sluw, slim, vertrouwbaar en dapper. Je hebt iets van elk huis... Je zou het goed kunnen doen in Griffoendor." mompelde hij. Ik hield de kruk stevig vast. "Nee, nee, nee. Zwadderich, alsjeblieft, Zwadderich!" zei ik en klemde mijn kaken op elkaar. "Je hebt gelijk, je zou goede dingen kunnen bereiken in Zwadderich..." ik kneep mijn ogen tot spleetjes en wachtte nerveus af...

"GRIFFOENDOR!" riep de sorteerhoed. Ik had nooit gedacht dat mijn hele leven in elkaar kon storten door maar één woord. De hele Griffoendor tafel juichde, maar ik was ver van blij zijn. Heel ver. Ik liet mijn blik naar Draco glijden die zijn schouders ophaalde en de woorden: "Sorry." vormde met zijn mond. Ik liep langzaam naar de, nog steeds juichende, tafel van Griffoendor en ging zitten naast... hoe heette ze nou? "Hey!" zei het meisje waarvan ik de naam was vergeten. "Ik ben Hermelien en jij bent zo te horen Katie, toch?" vroeg ze en ik knikte bedroefd. "Ik had eerlijk gezegd niet gedacht dat iemand die met een Malfidus omgaat in Griffoendor terecht kon komen." vervolgde ze en ik begon boos te worden. "Wat is er mis met Draco?" snauwde ik en ze keek me angstig aan. "N-Niks, alleen, zijn ouders  zijn volgelingen van jeweetwel." ze fluisterde het laatste deel. Ik rolde met mijn ogen: "Je-weet-wel, is verdwenen, oké." ik wist natuurlijk dat dit niet zo was. Ik ben ook bij de "vergaderingen" van de dooddoeners. Ze gaan hem weer tot leven wekken ofzo iets.

Het hoofd van Zweinstein, professor Perkamentus, groette ons en begon aan een of andere speech. Ik luisterde niet echt, dat kon ik niet. Perkamentus vertelde iets over een verboden gang en bos waar we dus niet mochten komen. "Eet smakelijk." was het enige wat ik hoorde. Ik keek op de tafel en er verscheen allemaal soorten gerechten. Ik pakte wat eten en plaatste ze op mijn bord. Ik prikte er eerst wat in maar dacht dat het beter is als ik wat ga eten al is het een klein beetje. Ik keek tegenover me en zag een roodharig joch wild eten waardoor hij bijna stikte. Naast hem zat de jongen van de trein die zo op mij leek. Ik trok honderden keren mijn mond open om iets tegen hem te zeggen, maar ik kon het gewoon niet.

~In de Griffoendor leerlingenkamer~

"We hebben straks les, moet je je boeken niet pakken?" Hermelien kwam voor me staan en verpeste zo mijn uitzicht. Ik haalde mijn schouders op. "Ik dacht dat jij slim was." ze deed een hand in haar zij en vervolgde haar zin. "Je bent gewoon hetzelfde als Ron en Harry." ze schudde haar hoofd en liep weer weg terwijl ze haar boeken knuffelde. Hier begrijp ik dus ook niets van; zijn naam is Harry, hij lijkt precies op mij en hij is ook 11, al weet ik niet of hij ook op 31 juli jarig is. Mijn ogen begonnen weer te tranen en ik rende naar mijn slaapkamer die ik, helaas, met mevrouwtje ik-weet-alles-beter (Hermelien) deel.

Ik rende de trappen op en liet mijn tranen vrij. "Katie? Wat is er?" Hermelien stond voor me. Ik veegde mijn tranen weg en klemde mijn kaken op elkaar. "Niks." ik rende de badkamer in en keek in de spiegel. Mijn ogen waren weer rood en dik. Ik snikte nog een paar keer en waste mijn gezicht daarna. Ik zuchtte even en liep daarna weer terug naar de slaapkamer.

Ik zag Hermelien haar boeken op orde brengen en besloot om zelf ook even mijn boeken het pakken. "Gaat het wel?" Hermelien draaide zich om. Ik knikte, maar, zoals verwacht, geloofde ze me niet en trok een moeilijk gezicht. "Weet je dat zeker?" ik knikte weer. "Echt heel heel heel zeker?" vroeg ze weer. "Ja, dat heb ik een miljoen keer gezegd." siste ik. Hermelien draaide zich om en mompelde wat tegen zichzelf.

Ik liep naar mijn hutkoffer en trok hem open. Ik pakte alle boeken die ik nodig had en stopte ze in een zwarte rugzak. Ik deed mijn veer in een doosje en stopte die er ook in, samen met het inkt. Ik gooide de tas over mijn schouder en draaide me even om naar Hermelien te kijken die met een zwart, langwerpig ding iets op haar hand schreef.

"Wat is dat?" ik moet echt iets doen aan mijn nieuwgierigheid. "Een pen." pen? "Wat is een pen?" vroeg ik. "Een soort veer alleen hoef je hem niet telkens in het inkt te dopen." ik probeerde ernaar te kijken maar het lukte niet echt. "Hier, probeer maar." ze gaf me de 'pen' en ik nam hem ook aan. Ik bestuurde hem even en vroeg toen hoe het werkte. Hermelien grinnikte even en pakte het ding weer van me af. "Let op. Je drukt hierop en dan komt er zo'n puntje uit en dan kun je ermee schrijven." legde ze langzaam uit wijzend naar bepaalde stukjes. Hermelien pakte wat perkament en begon te schrijven. Ik keek er met opengesperde ogen naar. "Wow." was het enige wat ik uit kon brengen. "En het is geen magie!" Hermelien schudde haar hoofd en zei dat het van de dreuzelwereld was waarna mijn mond zich een 'O' vorm aannam. "Maar ik denk dat we naar de les moeten gaan." ik knikte en Hermelien stond op en volgde me naar onze allereerste les: Toverdranken.

~~~~

"Het was wel leuk, behalve de eerste les. Nou ja, de eerste leraar dan." ik knikte instemmend. Ik en Hermelien waren de hele tijd bij elkaar gebleven waardoor we elkaar beter konden leren kennen. We liepen nu richting onze leerlingenkamer. "Hoe heette hij nou?" vroeg ik en Hermelien antwoordde meteen. "Sneep." een 'oh ja' kwam uit mijn mond en we liepen verder. "Hey kijk! Harry en Ron!" zei ze enthousiast. Ik grinnikte zacht en Hermelien begon sneller te lopen en ik volgde haar maar gewoon. Ik hoorde Ron klagen over Hermelien en haar gezicht ging heel snel van enthousiast naar woedend. Ze liep snel langs ze terwijl ze Harry en Ron een dodelijke blik toewierp, vooral Ron. Hermelien liep gewoon weg, mij hier achterlatend.

"Geen wonder dat ze geen vrienden heeft." zei Ron nog tegen Harry waarna Harry met zijn hoofd begon te schudden. "Ze heeft wel vrienden." ik rende naar Ron toe. Ze stonden stil en keken me aan. "En wie dan wel?" vroeg hij. "Ik." Ron wierp zijn blik naar zijn schoenen en Harry bleef me maar aanstaren. "Ben je uit gekeken?" snauwde ik hem toe. Zijn ogen sperde zich open en hij keek ook naar zijn schoenen. "En nog een woord tegen Hermelien-" Ron onderbrak me. "Oké we zullen niks meer zeggen." zei hij bang, wat een lafaard. Ik liep weg om Hermelien te zoeken en hoorde Ron nog "Waarom lijkt ze zo op je?" zeggen tegen, waarschijnlijk, Harry.

"Hermelien?" riep ik luid. Ze verscheen van achter een muur. "Bedankt." ze glimlachte. "Hey, we zijn vrienden. En vrienden helpen elkaar." ze glimlachte nog steeds en trok me in een korte knuffel. "Kom we gaan." zei ik en we liepen weer verder. "Katie, Ron had wel gelijk." zei Hermelien. Ik trok een verward gezicht. "En wie ben ik dan? Een aardappel?" antwoordde ik en Hermelien schoot in de lach. "Niet daarover. Ik bedoelde dat jij en Harry echt op elkaar lijken." legde ze uit en ik haalde mijn schouders op.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat Harry en ik toevallig op elkaar lijken, want het kan gewoon niet: Harry. Is. Dood. We waren inmiddels voor het schilderij van de Dikke Dame gekomen. Ik mompelde het wachtwoord en we liepen naar binnen. Hermelien en ik liepen rechtstreeks naar de slaapkamers om onze boeken weg te leggen. Ik gooide mijn boeken in mijn koffer en plofte op mijn bed. "Je kunt je boeken toch niet zomaar in je koffer gooien!" Hermelien schudde haar hoofd terwijl ze haar eigen boeken netjes in haar kast legde. "Ik heb er anders geen last van hoor." antwoordde ik en deed mijn schoenen uit. "Mijn voeten doen pijn." klaagde ik en masseerde mijn voeten. "Je hebt letterlijk de hele dag op een stoel gezeten." Hermelien keek me serieus aan, maar dit hield ze niet lang vol. We schoten beide in de lach. "Doe je boeken netjes in je kast dan gaan we naar Grote Zaal voor het avondeten." ik zuchtte even maar stond snel weer op toen ik merkte hoeveel honger ik heb.

~~~~

"Eet smakelijk!" professor Perkamentus spreidde zijn armen alsof hij iemand zou gaan knuffelen. "Eten!" riep ik luid toen er allemaal soorten eten verscheen op de tafel. Ik hoorde Hermelien zacht lachen maar negeerde het. "Hey -uhm- Hermelien?" Ron en Harry kwamen onze kant op. Harry duwde Ron Hermeliens kant op. Hermelien draaide zich om en keek achter haar, rolde met haar ogen toen ze Ron zag en draaide zich weer om. "Ga toch weg." mompelde Hermelien. Ze stond op om weg te lopen en ik volgde haar maar.

We liepen de leerlingenkamer binnen en Hermelien en ik gingen zitten op de bank. Het schilderij van de Dikke Dame ging half open en ik hoorde een bekende stem wat fluisteren. "Kom op, ga nou!" Harry duwde Ron naar binnen en ik hoorde Hermelien zuchten. "Hermelien, h-het spijt me." mompelde Ron. "Luider." fluisterde Harry van achteren. Ron kneep zijn ogen tot spleetjes en riep bijna: "Het spijt me!". Ron deed zijn ogen weer open. "Oké ik vergeef je." Hermelien en Ron glimlachten waardoor ik in de lach schoot. "Kijk hoe schattig jullie zijn!" riep ik waardoor Hermelien en Ron wegkeken van elkaar. "Aahh." jammerde ik en Harry begon ook te lachen. "Ik ship het wel." ik en Ron keken hem verward aan. "Wat." Ron keek Harry dom aan. "Laat maar." zei hij en we vroegen niet verder.

~~~~

Ik, Harry, Ron en Hermelien praatten nog een tijdje verder om elkaar beter te leren kennen. "Nou Harry hoe voelt het om beroemd te zijn?" vroeg Ron lachend. Harry haalde zijn schouders op. "Beroemd?" vroeg ik, ik weet dat mensen Harry bewonderen maar ik dacht dat hij gewoon populair was of zo iets. "Ja! Hoe kun je dat niet weten?" Hermelien keek me aan alsof ze water zag branden. Ik haalde mijn schouders op en friemelde wat aan mijn gewaad. "Ik bedoel het is DE Harry Potter!" heb ik dat nou goed gehoord? Potter? Nee, nee, het is toeval, allemaal toeval... "Harry?" stotterde ik. Hij keek me aan als teken dat hij luisterde en ik begon te praten. "Wanneer ben je jarig?" vroeg ik, bang maar nieuwsgierig. "31 juli. Jij?" ik keek even naar mijn schoenen. "31 juli." Hermelien en Ron keken ons verbaast aan. "Ben jij de zoon van James en Lily Potter." ik slikte even, als hij nu 'ja' zegt was alles een leugen en heb ik mijn broertje gevonden.

"Ja." mijn ogen begonnen te tranen en ik snelde naar buiten. Ik vond ene leeg hoekje en ging er zitten. Dikke tranen rolden over mijn wangen. Voor de eerste keer in mijn leven huilde ik tranen van blijdschap.

Ik heb gewoon mijn broertje gevonden...

A/N
Vragen:
1. Wat denken jullie dat er verder gaat gebeuren?
2. (Beetje een flauwe vraag) Hoe kan het dat ik op het 2de hoofdstuk de meeste reads heb?

BYEE

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top