Hoofdstuk 8
Luna (8 jaar oud)
Ik ben bek-af wanneer ik eindelijk klaar ben bij de centauren. Mijn volgende begeleider staat al te wachten op me. Een mannelijke bosnimf leunt ongeduldig tegen een boom aan. Zodra hij Sanneh ziet kijkt hij haar boos aan. 'Ik wist dat jullie centauren niet slim waren, maar dat jij als haar begeleider bent gekozen is toch wel het toppunt van jullie domheid.'
Sanneh kijkt boos terug. 'Ik ben hier enkel voor de overdracht, Tor. Laat er nu geen bosoorlog ontstaan door jouw edelheid.'
Ik loop snel naar de nimf toe. De nimf, die er uit ziet zoals ik eruit zie op de groene kleur van de huid na, slaat een arm om me heen. 'Kom, dan neem ik je mee naar het territorium van de nimfen.'
De nimf neemt me met een zachte maar ferme grip mee. Even denk ik dat hij het stuk wil lopen naar zijn territorium, terwijl we nog diep in het centauren territorium zijn. Ik weet precies wat allemaal tot de centauren toebehoort, sinds Sanneh me op meerdere patrouilles heeft gestuurd. Vanmorgen nog, voor ik afstand moest doen van de pony, heb ik nog met een patrouille moeten meegaan. Als ik een keuze heb, ga ik niet meer terug naar de centauren.
Na een korte wandeling komen we een hert tegen. Het hert heeft enorme geweien, waardoor ik vol ontzag naar het hert staar. De nimf ziet het. 'Dat is een van mijn compagnons. Ik waak al over hem sinds zijn geboorte. Hij brengt ons naar mijn territorium.'
Voorzichtig tilt de nimf me op en plaatst hij me op de rug van het hert. Hij bestijgt het hert met redelijk gemak. Zonder aansporing loopt het hert weg, zonder haast en zo soepel als het maar kan. Ondertussen praat de nimf tegen me. 'Ik ben dus Tor, jouw begeleider voor de komende weken. De meeste nimfen zijn nog een beetje terughoudend over... jou, sinds we nog niet eerder betrouwbare mensen hebben gezien. Nu zijn enkele nimfen wel bereid om hun mening aan te passen, maar ze willen eerst bewijs zien. Daarom zal ik de komende tijd jou vertellen wat je wel en niet mag doen. Luister er goed naar en doe ook wat ik zeg, anders krijgen we alleen maar problemen.'
Ik zucht zacht. Van de ene gevangenis naar de andere gevangenis. Ik pak de ketting vast, het enige bezit dat ik heb. Als ik het teken van de feniks in volle vlucht zie krijg ik heimwee naar Solane en Sanel. Daar voelde ik me vrij. Niemand die me vertelde wat ik wel mocht en wat niet. Ik krijg nu ook heimwee naar thuis. Pap, mam, mijn zusjes en broertjes... zelfs al hoorde ik er niet echt bij door mijn gebrek aan schubben, vleugels en staart. Ze gaven om me. Ze gaven om me door wie ik ben. Tor merkt dat ik ergens mee zit. 'Is er iets mis?'
Ik zucht weer. 'Ik voel me niet goed. Ik verlang weer naar huis. Naar een beetje vrijheid. Thuis kon ik eigenlijk doen wat ik wilde, zolang als ik maar niet mee ging vechten als mijn broertjes en zusjes weer bezig waren. Bij Sanel en Solane kon ik eigenlijk doen wat ik wilde. Ik kon hele dagen en nachten spelen met andere feniksen zonder dat ik in de problemen kwam. Maar bij Sanneh kreeg ik al op mijn kop toen ik een keer met twee andere jonge centauren mee ging. Alles ging over trainen en patrouilleren. En nu ga ik naar mijn volgende gevangenis, als ik het goed begrepen heb.'
Tor pakt zacht mijn schouder beet. 'Zo erg zijn wij nimfen niet. Wij staan ook bekend om ons zorgeloze bestaan. Alleen leven wij vooral in de nacht. Nu heb je geluk, want het is nu winter. De nachten zijn langer en we hebben meer tijd om te feesten. Je zult alleen wat minder kunnen feesten in het begin.'
De omgeving begint weer te veranderen. Van de grotendeels kale bossen van de centauren, die ook ondergesneeuwd zijn, gaan we naar de veel rijker begroeide bossen van de nimfen. Hier en daar zie ik vluchtig een silhouet van een nimf, voor die weer verdwijnt. Na een tijdje stopt het hert met lopen en stapt Tor af. Vervolgens tilt hij mij van de rug van het hert af en aait het hert over de nek. Het hert buigt zijn nek voor Tor, voor het rustig wegloopt. Dan richt Tor zich naar mij. 'Welkom bij jouw woonplek voor de komende zeven weken, Luna. Om bij de nimfen mee te kunnen lopen moet je eerst een boom hebben om in te wonen. Kies er een uit.'
Ik kijk even rond, voor ik naar een redelijk stevig eruitziende boom toeloop. De boom is kleiner dan de meeste, maar heeft een goed gevoel. Tor komt erbij staan. 'Nee. Dat is geen goede boom voor een nimf. Veel te klein. De boom waar een nimf in woont bevat de essentie van die nimf. Deze boom zou amper de helft van jouw essentie kunnen bevatten. Zoek een grotere uit'
Uiteindelijk vindt ik een boom die Tor ook goed keurt. Dan drukt Tor mij met mijn rug tegen de boom aan. Sneller dan ik bij kan houden verdwijnt het gevoel uit mijn lichaam. Mijn zicht verdwijnt. Het wordt allemaal vervangen voor een geweldige rust en het gevoel van duizenden en duizenden bladeren die ritselen in de wind.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top