Hoofdstuk 19
Luna (Luna 9 jaar)
Ik spendeer wekenlang bij de pack. Saciera gedraagt zich als een moeder voor mij, waardoor ik me toch wel thuis voel. Doordat Alfa B mij al snel uitroept als Alfa krijg ik mijn eigen pack, bestaande uit de weerwolfjongen die al toegang hebben tot de wolvenvormen. Ik jaag met ze, ik slaap met ze en ik speel met ze, dag in, dag uit. Saciera blijft altijd in mijn buurt om mij te beschermen tegen gevaar, mij aan te moedigen als ik iets goeds doe en mij uit te foeteren als ik iets verkeerds doe. En ik merk ook al snel dat het leiderschap bij mij in het bloed zit. Ik ben echt een geboren leider.
Pas weken later heb ik weer zin om ergens anders heen te gaan. Als ik erover nadenk dan springt er een ding naar voren. De feniksen. Sanel en haar moeder. Pas op de dag dat ik vertrek zeg ik het tegen de Alfa's en mijn roedel. Alfa B glimlacht als ik de vacht aan hem terug wil geven. 'Hou het maar. Diep van binnen ben jij echt een weerwolf. Je bent altijd welkom om terug te komen.'
Saciera, nu rondlopend als mens, pakt mijn hand. 'Jouw pack zal altijd van jouw blijven. Ik zal voor ze zorgen in jouw afwezigheid, Luna. Hopelijk tot snel.'
Ik vlieg eerst naar mams grot, waar ik de halsketting ophaal. Zodra ik de hanger van de feniks in volle vlucht zie voel ik me goed. Ik blijf nog even om te eten met de rest voor ik naar de vulkaan ga. In het vulkanenland kom ik al snel erachter dat ik beter kan ademen als ik onder de donkere, grijze wolken vlieg. Het kost me alleen wat langer om de juiste vulkaan te vinden. Alle vulkanen lijken op elkaar. Ik doe mijn halsband af, wacht tot ik weer volledig mens ben en doe dan de ketting om. De halsband verstop ik waar de eerste keer de halsketting verstopt lag.
Wanneer ik als feniks voor de vulkaan sta oefen ik weer kort met vliegen als een feniks, voor ik de vulkaan induik. Daar kom ik er weer achter hoe moeilijk het was om het doolhof van vulkanische buizen te navigeren. Uiteindelijk kom ik alsnog in de grote lavakamer terecht. Ik vlieg een tijdje rond, zoekend naar de juiste patronen, voor ik Solari en Sanel weer teruggevonden heb. Sanel vliegt direct naar me toe. Ze kijkt kort naar mijn patronen voor ze mij bijna omver vliegt. 'Luna! Je bent er weer! Zo geweldig om je weer te zien!'
Ik draai me weer om, net als de eerste keer dat ik Sanel ontmoette, om haar aan te kijken. 'Ook geweldig om jou weer te zien, Sanel. Het was veel te lang geleden.'
Solari komt bij ons "vliegen". 'Hoe was het bij de weerwolven, Luna?'
Ik open mijn bek om het zoveel mogelijk op een lach te laten lijken. 'Het was heerlijk. Ik ben een echte Alfa nu! De grote Alfa heeft mij uitgeroepen tot een Alfa en ik heb mijn eigen roedel!'
Solari lijkt blij voor me. 'Dat is goed om te horen, Luna. Ik denk dat je daar nu veel tijd zal besteden?'
Ik schud mijn kop. 'Niet meer dan normaal, denk ik. Ik wil ook graag bij de bosnimfen zijn, net als mijn ouders en jullie. Plus dat Saciera voor mijn roedel zorgt terwijl ik er niet ben.'
Solari knikt. 'Ik maakte me al zorgen erover. Ik was bang dat de weerwolven jou aan zich proberen te binden. Misschien was het enkel mijn angsten die spraken.'
Sanel drukt dan haar kop tegen mij aan. 'Kom! Ik wil je iets laten zien!'
Sanel "vliegt" weg, terwijl ze mijn nieuwsgierigheid heeft aangestoken. Ik ga haar achterna uit pure nieuwsgierigheid. Ze neemt mij mee door een aantal tunnels tot we in een grote kamer terecht komen. Deze kamer is veel kleiner dan de andere waar de feniksen leven. Het is ook iets koeler. Maar waar de andere kamer glad gesleten is, is deze kamer nog ruw en zitten er overal rotsformaties. Sanel gaat verder. Ik vraag me af wat ze mij wil laten zien als dit het niet is. Het duurt even voor we boven de lava vliegen van deze vulkaan. Sanel gaat nog hoger vliegen tot ze landt op een uitsteeksel. Daar gebaart ze naar mij om te landen. Ik ben voorzichtig dat ik haar er niet vanaf stoot terwijl ik ook land. Dan duwt Sanel een steen opzij. 'Moet je dit zien. Dit heb ik een paar weken geleden gevonden.'
Ik kijk waar zij de steen vandaan rolde. In het steen zitten allemaal strepen gekleurd steen. Verbaasd vraag ik: 'Wat is dit?'
Sanel duwt mij zachtjes. 'Ik dacht dat jij 'Ik dacht dat jij wel meer wist over kostbaarheden met drakenouders. Dit zijn diamant, robijn en amethist aderen. Edelstenen die de draken begeren met heel hun hart. Vaak verwerken de draken ze in goud.'
Ik hoor ineens achter ons een stem. 'Sanel, foei. Dit soort dingen hoor je niet rond te verspreiden.'
Ik kijk om, waar Solari vliegt. Solari lijkt te twijfelen. Dan spreekt ze streng. 'Luna, vertel niemand over deze aderen. Deze edelstenen zijn een deel van de vulkaan. Wij handelen soms erin, maar zeer weinig. Niemand van de andere rassen mag weten dat wij het hier zo kunnen verzamelen.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top