Hoofdstuk 15
Luna (Luna 8 jaar)
Bij de waternimfen is het zo verschillend vergeleken met alle andere soorten. De waternimfen zorgen allemaal voor mij. De waternimfen zijn een stuk minder onbezorgd dan hun bosneven en nichten, maar ze zijn verre van ongelukkig. Ik leer van hun het plezier van het zwemmen, zowel in het lichaam van vissen als in de vorm van een nimf. De ervaring zelf is erg emotieloos, maar het voelt wel goed. Ik merk alleen wel dat ik erg anders ben dan de waternimfen. Ik pas er gewoon niet goed tussen. Ik vind het ook niet jammer als mijn tijd bij de waternimfen na zeven weken voorbij is, maar ik ben ook niet verdrietig dat ik er weg moet. Ik voel me er neutraal over.
Na het middaguur verschijnt het laatste ras. Een grote griffioen landt voor de rivier. De griffioen, een mannelijke griffioen, groet de nimf naast me. 'Zo. De stiptheid van een bosnimf. Niet slecht. Is dit hapje Luna?'
De nimf knikt. 'Probeer haar niet te hard aan te pakken. Ze heeft al genoeg meegemaakt bij de centauren. Ik heb ook begrepen dat de weerwolven en de feniksen ook dol op haar zijn geworden. Onze bosneven zijn ook al om haar gaan geven.'
De griffioen zucht. 'Maak je geen zorgen. Ik maakte een grapje. Ik weet best hoe belangrijk ze is en zal voorzichtig met haar zijn.'
De griffioen legt een klauw op mijn schouder. 'Kom, kleintje. Het is tijd om naar mijn ras te gaan. De griffioenen wachten op je. Ze willen zien wie er met ons meeloopt de komende tijd. Ze zijn nieuwsgierig naar jou.'
De nimf zwaait naar mij wanneer ik mezelf op de griffioen slinger. 'Tot over zeven weken, jonge nimf.'
De griffioen draait zijn kop naar me. 'Houd je goed vast aan mijn vacht en waag het niet om mijn veren uit mijn rug te trekken.'
Ik grijp de vacht voor me goed vast wanneer de griffioen zijn vleugels spreidt. Met een paar krachtige slagen kiest hij het luchtruim. Het voelt nu vreemd normaal om te vliegen. De wind in mijn haren, de bewegingen van de vleugelspieren van de griffioen... het voelt allemaal redelijk normaal. Misschien komt het door mijn vele vluchten met de feniksen en mijn broertjes en zusjes. Hoe dan ook: ik raak niet bepaald opgewonden van het vliegen op de griffioen. Wat mij wel iets opwindt is waar we naartoe vliegen. Een enorme bergketen verschijnt en komt steeds dichterbij. De griffioen vliegt voorbij de kleine bergen en richting de grotere bergen in het midden van de bergketen. Daar landt hij tussen de andere griffioenen. Een griffioen die iets kleiner is dan degene waar ik op reed komt dichterbij. 'Zo, baas. Hoe deed ze het?'
De grote griffioen klinkt verveeld. 'Geen teken van spanning of zorgen. Ze hield zich rustig en was relaxed. Ze leek zelfs een beetje verveeld.'
De kleinere gebaart dat ik van de grote moet afstappen. 'Kom, Luna. Ik zal voor je zorgen voor nu. Ik ben Selari. Degene die je hier bracht is onze leider, Deavin.'
Ik laat me voorzichtig van Deavin afzakken. Hij blijft fier op zijn poten staan dus heb ik geen kans om veilig af te stappen. Als ik met beide benen op de grond sta gebaart Selari dat ik haar moet volgen. We lopen een stuk de vallei in, waar Selari een grot lager in de bergen opzoekt. Selari loopt die grot in en gaat in een van de bredere ruimtes binnen liggen. 'Zo, kleintje. Wat denk je nu? Vraag jij je af waar je bent? Waarom je hier bent?'
Ik blijf staan. 'Niet echt. Ik weet dat ik hier ben om de griffioenen te leren kennen en dat ik bij jullie huizen ben. Ik vraag me meer af hoe ik hier als griffioen rond ga lopen.'
Selari lijkt te lachen. 'Meteen ter zake. Goed zo. Maar ik moet eerst het een en ander uitleggen. Je had het misschien al door, maar de griffioen die jou hier bracht is de baas. Ik ben, anders dan je zou verwachten, ook een soort leider. Ik bescherm de magie van mijn ras. Officieel is mijn titel de Hoofdpriesteres. Omdat Deavin het druk heeft momenteel zal ik over je waken. Zolang als je hier bent zal je moeten luisteren naar hem en mij, maar buiten ons ben je vrij om te doen wat je wil. Ben ik duidelijk?'
Ik knik alleen maar. Selari lijkt het genoeg te vinden. Ze staat weer op en stekt een van haar vleugels naar mij. Als ik niks doe zucht ze. 'Waar wacht je nou nog op? Trek een veer uit mijn vleugel. Je wil toch ervaren hoe het is om een griffioen te zijn?'
Een beetje onzeker pak ik een van de grote veren van haar vleugel en trek die eruit. Ze klakt met haar bek wanneer ik dat doe, maar laat geen pijnkreet horen. Dan pakt ze de veer van mij over en legt ze die op mijn rug terwijl ze begint te zingen. Ik voel meteen hoe mijn lichaam begint te veranderen...
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top