Hoofdstuk 10
Luna (Luna 8 jaar oud)
De weken erna zien er allemaal hetzelfde uit. Vanaf het moment dat de zon ondergaat tot het moment dat de zon opkomt dans ik samen met de nimfen bij de oude zonnewijzer. In de ochtend leert Tor mij hoe het is om bepaalde dieren te zijn, en verzorg ik mijn eigen dier, een eekhoorn. Wanneer de zon omhoog klimt gaan we terug naar onze bomen, waar we blijven tot de zon weer onder is.
Ik heb het zo naar mijn zin dat ik de tijd vergeet. Al veel te snel wil ik weer terug gaan naar mijn boom wanneer Tor me tegen houdt. 'Niet vandaag, Luna. Vandaag is de dag dat ik gedag tegen je moet zeggen.'
Even kijk ik hem vragend aan. Dan bedenk ik me dat ik naar het volgende ras moet. Ik weet niet welk ras het gaat worden, maar ik weet wel dat na het komende ras ik weer terug kan naar pap en mam. Eigenlijk verheug ik me er op. 'Ik ga het hier wel missen. Het feesten met de nimfen was echt geweldig.'
Tor lacht zacht. 'Dan zul je ons nooit vergeten. De nimfen zullen je ook nooit meer vergeten. Veel nimfen waren verrast dat je de eerste nacht mee danste. Maar sinds die dag zijn ze gehecht aan je geraakt. We zullen elkaar nog eens zien, Luna.'
Ik omhels hem. 'Bedankt voor alles, Tor.'
Tor beantwoord mijn omhelzing. 'Weet dat jouw boom hier op je zal blijven wachten, Luna. Ik zal jouw boom verzorgen in jouw absentie.'
Dan veranderd zijn houding. In een meer serieuze toon spreek hij weer. 'Ze zijn hier. Pas op, Luna, want wat nu gaat komen zal vreemd zijn voor je.'
Het valt me op dat de vogels stil zijn. In de bosjes zie ik hier en daar een paar ogen. Het lijkt alsof we omringd zijn door een groep roofdieren. Dan komt er een wolf met zwarte vacht naar voren. De wolf, of wolvin, besef ik me, staat hoog op haar poten. Haar staart steekt fier in de lucht, wat me vertelt dat ze iets van leiderschap heeft. De wolvin gaat voor me liggen. Dan spreekt ze. 'Zo. Het is een tijd geleden dat ik je voor het laatst zag, jonge Luna. Ben je klaar om te leren hoe het is om een weerwolf te zijn?'
Even ben ik angstig. Maar dan zet ik door. De wolven zullen geen probleem zijn. Ze zullen veel lijken op draken en draken ken ik al. Plus: weerwolven zien er zo goed uit, dan kan er toch niets mis gaan? Ik kijk dan de wolf in de ogen. 'Ik ben er zo klaar voor als ik maar kan zijn.'
De wolf gebaart met haar kop. 'Klim op mijn rug, Luna. Dan kunnen we vertrekken. Hoe eerder hoe beter. Ik wil geen oorlog beginnen met de nimfen.'
Zodra ik op de rug van de wolvin zit tikt Tor de wolvin aan. 'Zorg goed voor Luna. Ik en de andere nimfen zijn uiteindelijk toch dol op haar geworden. Ze is beter dan je zou denken.'
De wolvin knikt. 'Al de eerste dag was overduidelijk dat jij geeft om haar, Tor. Iedereen zag het. Alleen daarom zou ik al goed voor haar zorgen. Ik ben blij dat jullie nimfen jullie mening hebben aangepast over mensen.'
Tor schud zijn hoofd. 'We denken nog steeds hetzelfde over mensen. Alleen denken we anders over haar. Zij is geen mens. Zij is een van ons.'
De wolvin staat dan op en loopt weg, met mij op de rug. De wolven, die tot nu toe zich bevonden in de bosjes, komen nu naar de wolvin toe. De wolvin blijft stil. We gaan weer uit het mooie bos naar het nog steeds kale bos buiten het gebied van de nimfen. Er ligt sneeuw dat tot de knieën van de wolvin komt. Terwijl de wolvin rent laat ik mijn handen over de sneeuw glijden. Het voelt ijskoud aan, maar ook goed. Het voelt als een soort zacht bed. Het voelt... goed. Ondertussen rent de wolvin door. Samen met de rest van haar wolven komen we aan bij een grote groep. De wolvin loopt rustig tussen de vele wolven door tot we voor een gigantische mannelijke wolf staan. De wolvin laat me afstappen. Dan veranderen zowel de gigantische wolf als de wolvin op wiens rug ik meeliftte in mensen. Allebei dragen ze wolvenvachten als enige kleding. De man spreekt me aan. 'Zo, kleine Luna. Welkom bij de weerwolven. Ik ben de Alfa van dit groepje ongeregeld. Je kan me Alfa B noemen. Ik zie dat je Alfa Saciera al hebt ontmoet. Zij zal voor je zorgen de komende weken.'
Saciera legt een arm over me heen. 'Mag ik haar een vacht geven of wil je ermee wachten, B?'
Alfa B lacht zacht. 'Geef haar maar een vacht, maar leer haar het nog niet gebruiken. Wacht tot morgen. Vanaf morgen heb je vrije keuze hoe je haar traint en leert wat het betekent om een weerwolf te zijn. Dan zal ze met jouw pack meelopen.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top