54 - Ik vertrek

The time soon comes for parting,
And our time is at an end,
The rest of your life is starting,
And we have no time at all to spend.

You knew one day you'd have to go,
But thought you'd have more time.
We can't reverse time's one-way flow,
But at least you'll have this rhyme.

You had your shining moments,
Upon this life's darkened stage,
And in my book of wonderments,
You'll never be just another page.

Like the exploding of a star,
You've changed me in and out,
Your light will travel with me far,
Past when all other lights go out.

-Megan R. Bokowski

-


Aiken's pov:

Wanneer ik mijn ogen open en mijn zicht scherp stel merk ik dat de zon buiten al schijnt. Het is al licht buiten. Naast de fluitende vogels hoor ik ook nog iemand rustig ademen. Zonder erover na te denken verschijnt er een glimlach op mijn gezicht. Sky.

Mijn benen voelen zwaar en heet. Als ik probeer te bewegen lukt dat niet. Mijn benen liggen verstrengeld met die van Sky. Haar bovenlichaam ligt tegen dat van mij aangedrukt. We liggen opgerold in de lakens, die het ondanks de sneeuw buiten ontzettend heet maken. Een van mijn armen ligt over haar buik heen, de ander ergens verdwaald op het matras.

Ik trek haar iets dichter tegen me aan en laat mijn verdwaalde hand door haar haren heen gaan. Ze is zo mooi en rustig wanneer ze slaapt. Geen woorden kunnen omschrijven wat ik vannacht had gevoeld. Niets kan het van met af nemen. Niemand kan Sky van me af nemen. We zouden zo nog uren kunnen blijven liggen. Helaas word de prachtige stilte onderbroken door een vaag zoemend geluid dat rechts van mij te horen is.

Met mijn ogen tast ik de boomhut af en vind al snel het verlichte beeldscherm van mij telefoon. Shit, straks is het Jaymie of Phill. Zo voorzichtig mogelijk probeer ik mijn arm zo ver mogelijk uit te strekken om het ding te bereiken. Als het echt niet lukt besluit ik mezelf los te wurmen uit Sky haar omhelzing en rol van het matras af. Ik haal mijn telefoon uit mijn broekzak en druk op het groene telefoontje.

''Met Aiken'', zeg ik gehaast. Mijn ademhaling verhoogd gelijk in tempo wanneer ik merk dat ik aan de andere kant van de lijn nog geen geluid hoor. ''Halo? Is daar...'', ''Aiken! Oh god het is goed! Het gaat goed! Alles gaat goed!'', zegt Jaymie. Ik laat de telefoon bijna uit mijn handen vallen wanneer ik hoor dat ze huilt.

''Jaim? Oh mijn god, shhhh stop met huilen wat is er goed? De baby!?'', fluister ik. Ik hoor haar zuchten.

''Rustig aan jaymie rustig'', zeg ik. Ik hoor een jongens stem op de achtergrond, waarschijnlijk Phill, haar gerust stellen.

''Aiken, ze leeft. Het was niets ernstigs! De gynaecoloog zei dat het bloedverlies kwam door mijn zwangerschapshormonen! Ik ben zo opgelucht. Ik dacht heel even dat we haar allemaal verloren hadden'', zegt ze. Wanneer ze zegt dat de baby helemaal in orde is wil ik haar zo graag knuffelen.

Ik wissel de telefoon van mijn linker naar mijn rechter oor en trek met het ding tussen mijn schouder tegelijkertijd mijn onderbroek van de grond.

''Jaim, ik zou je willen knuffelen, maar dat gaat zo een beetje lastig'', fluister ik, mijn blik gevestigd op Sky, die nog altijd op het matras ligt te slapen. Haar wangen zijn lichtjes roze gekleurd en haar haar zit iets wat warrig.

''Huh wat bedoel je? Aik, waar zit je?'', vraagt ze. Oh, shitzooi. ''Uhmmm, de boomhut. Je weet wel, waar we altijd met Noah zaten'', zeg ik zacht. Ik wil Sky niet wakker maken. Ik hoor Jaymie nu lachen. Ik zie haar gezicht al zo voor me. Haar ogen die oplichten, haar gezicht ontspannen en haar wangen opgebold.

''Aha, en wat doe je in dit weer nou weer daar? Oh! Misschien moet ik Sky even bellen om me alles uit te leggen. Jullie weten toch alles van elkaar?'', daagt ze me uit. Ze weet dondersgoed wat er gebeurt is.

''Er is helemaal niets aan de hand Jayjay'', lieg ik. Nu lacht ze nog harder, net sarcastisch. Waarschijnlijk rolt ze op dit moment met haar ogen.

''Aiken, ik ken je toch. Daar hoef je je echt niet voor te schamen hoor. Nou, in ieder geval veel plezier. Ik hoor het allemaal nog wel. Kus'', zegt ze waarna ze ophangt en een pieptoon haar stem vervangt.

Ik druk mijn scherm uit en stop mijn telefoon weg. Als ik me wil omdraaien voel ik twee handen me van achteren beetpakken bij mijn schouders en word ik in een ruk meegetrokken. Voordat ik het weet lig ik met mijn gezicht in een kussen gedrukt. Ik draai mijn hoofd naar de houten muur van de kamer en grinnik. ''Haha Sky'', zeg ik sarcastisch. Ik duw mezelf in een zittende positie tegenover haar. Mijn opmerking ontwijkende gaat ze vrolijk verder met praten.

''Ha! Goede morgen Cocon. Waar ging dat nou weer over?'', vraagt Sky. Ze veegt met haar vingers langs mijn borstkas en duwt haar nek lachend in het kuiltje van mijn schouder.

''Hmmm, je ruikt lekker'', zegt ze. Ik draai mijn hoofd naar achteren en kus haar op haar wang. ''Eerste kerstochtend. Wat zullen we eens gaan doen?'', vraag ik haar. Ze grijnst ondeugend en trekt een pruillip. ''Je weet dat ik vandaag moet werken! En begin er nou niet weer over. Je weet dat ik Quinn niet zomaar kan laten zitten met al dat werk.'', zegt ze. Over de toekomst gesproken.

Ik trek Sky het matras op en laat mijn hoofd op mijn hand leunen. Zelf nestelt ze zich tegen mijn buik aan en laat haar hand rusten op mijn borst. Ik stel de vraag waar ik al langer mee rondloop.

''Sky? Wil je echt naar New York?'', vraag ik. Stilte volgt. Ze weet wat ik denk.

''Aik, ik, wil je daar nu al over nadenken?'', vraagt ze. Ik knik. Ze weet dat als ze gaat dit erg lastig zal worden. Even zegt ze niets, dan lijkt ze besloten te hebben. ''De examens beginnen volgende maand. Als ik in Amerika wil studeren moet ik me daar goed op voorbereiden.'', zegt ze. Ik trek me iets terug en draai volledig op mijn rug. Boven me kan ik de vogels in de boomtoppen zien zitten.

Wat moet ik nou? Mijn cijfers zijn zeker niet hoog genoeg, en ik wil haar ook niet achter laten. Og ja, eerder andersom. Het frustreert me zo dat ik niet weet wat ik met mijn toekomst moet. Ik wil niet studeren. Ik ben gewoon niet slim genoeg. Sky doet havo en kan straks alsnog studeren in Amerika! Wat moet ik nou?

''Aik? Maak je nou maar geen zorgen. In ieder geval, ik vroeg me af of je zin had in een diner vanavond?'', vraagt ze.

''Een diner? We zijn gisteren toch al uit eten geweest?'', vraag ik verward. Ze trekt de lakens strak en mompelt.

''Weetje, het is kerst en we hebben genoeg eten in huis. Misschien kunnen we Jaymie uitnodigen? Phill, Noah, Lisette, Thomas en je vader?'', vraagt ze. Iedereen behalve mijn vader.

Ik schud mijn hoofd en  lach. ''Je laat het klinken alsof je een afscheidsdiner gaat geven in plaats van een 'gezellig kerstdiner', zeg ik boos.

Ze duwt zichzelf omhoog en plaatst een zachte kus op mijn lippen. ''Aik, hée? Niet zo zuur. Kijk hoe leuk we het gisteren samen hadden. Daarbij, misschien wil Jaymie haar vader ook wel weer zien?'', dringt ze aan. Zo snel als ik kan schud ik mijn hoofd. Wanneer ze begint haar handen door mijn haar te halen verdwijnt mijn angst en woede gelijk.

''Ik weet niet Sky. Misschien is het niet zo'n goed idee.'', zeg ik. Ze frunnikt met haar hand aan het laken en zucht.

''Alsjeblieft?', vraagt ze. ''Doe het dan voor mij''. Ik zucht en trek haar dichter naar me toe.

''Goed dan. Maar ik heb wel een voorwaarde'', maak ik duidelijk. Haar ogen vliegen open.

''Oh ja? En wat mag dat dan wel niet zijn?'', vraagt ze voorzichtig. ''Je meld je vandaag af bij dat mutsengebouw en gaat me helpen dat diner voor te bereiden.'', zeg ik. Mijn voorwaardes zijn duidelijk. Haar ogen staan gelijk vrolijk waarna ze me direct omhelsd. ''Yes! Dit word geweldig! Dankje dankje dankje!'', gilt ze. Ze kust mijn hele gezicht vol kleine zoentjes en knijpt zacht haar hand vast in mijn zij.

''Hé!'', roep ik. Als wraak begin ik haar te kietelen op haar buik. Mijn vingers dalen gevaarlijk laag. Ze krijst het uit. Wanneer de tranen haar ooghoeken verlaten stort ik me volledig op haar lippen. ''Hmmm, jij hoeft volgens mij niet meer wakker te worden. Dat is wel duidelijk.'', fluister ik. Ze giechelt. ''Ja hoor! Tijd voor wat ochtendgymnastiek'', zegt ze. Ik trek mijn piercing tussen mijn tanden en lach verleidelijk.

''Ja doei pervert! Dat had je gedacht! Ik dacht eerder aan koffie, maar ach. We moeten je oldtimer ook nog laten fixen! Hoe komen we hier anders weg?'', piept ze. Ik vestig mijn handen op haar heupen en trek haar onder me.

''Wie zei wat over weg gaan. We hebben nog wel even hoor'', merk ik op. De vogels zijn gestopt met fluiten. ''Pas jij maar op, ik heb altijd mijn hakken als wapen hoor'', lacht ze. Ha, nog altijd even energiek.

Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top