22 - Woede
Madness grasping brainFlowing, erupting, insaneFeelings, paper pen
-Lizzie Treetop
-------
''Sky?'', Thomas keek me met grote ogen aan. In de hal van de saaie grijze school weerspiegelde zijn donkergekleurde bril, blauwe trui en groene ogen in de vlakke witte betegeling van de vloer. Het deed me denken aan onze eerste ontmoeting. Ook deze keer zette hij zijn bril af en maakte deze schoon met de onderkant van zijn blauwe trui. Hij had al drie jaar dezelfde bril gehad, en ik was toch wel blij dat hij niet veranderd was.
''Waar was je het hele weekend!? Sinds vorige week heb ik je niet meer gezien. Ik heb je ge-sms't, gebeld en zelfs je huis opgezocht!'', mijn huis, dacht ik. Het eerste jaar hier was mama nog niet zo ziek geweest. Toen kon Thomas af en toe nog wel eens langskomen, en keek hij voetbal met mijn vader. Ik kan me niet meer herinneren wanneer hij voor het laatst bij mij thuis is geweest in twee jaar.
''Ik ken je nu drie jaar Sky, en nog steeds weet ik niet waarom je me nooit meer uitnodigt! Twee jaar Sky, twee fucking jaar heb je me laten zitten.'', zijn woorden raken me diep. Het is alsof hij een vastgelijmd stukje van mijn hart weer in stukken breekt. Hij wist van mijn moeder, en hij had het verschrikkelijk voor me gevonden. Één van de redenen dat ik de laatste tijd zo veranderd was. Stil en antisociaal. Ik had niet verwacht dat hij zo met de deur in huis zou vallen.
Hij leek spijt te hebben van zijn harde botte woorden en zette een stap dichter naar me toe. Zijn bruine haren staken alle kanten op, en onder zijn ogen zaten grote wallen. Hij had er geen gras over laten groeien dit weekend. Hij was tenslotte mijn enige echte vriend geweest, ondanks dat hij een irritante stuiterbal was, een groot deel van de tijd, was hij er wel voor me. De gemiste berichte, dacht ik. Oeps.
'' Ik maakte me super ongerust begrijp je dat? En toen hoorde ik later dat je ook nog met die rare emo-punk gast mee bent gegaan. Waar wás je Sky?'', vroeg hij. Hij keek me aan met een strenge blik. Eentje die hij me gaf als hij wist dat ik niet tegen hem mocht liegen. Hij verdient een eerlijk antwoord. ''Aiken, ik was.. hij...'', begon ik. Ik voelde een warme hand met lange vingers zich vestigen tussen mijn schouderbladen. Thomas ogen stonden woedend. ''...ik ben Aiken'', zei hij. Hij stak zijn hand uit naar Thomas. Was dit een grap? Probeerde hij met hem te sollen?
Thomas sloeg zijn hand weg. Hij zette een stap dichter naar Aiken toe. Ik wist dat hij geïntimideerd was door Aiken's uiterlijk. Maar wanneer hij boos was, vergat hij altijd even na te denken, en zei hij wat hij moest zeggen om dingen duidelijk te krijgen. ''Als je haar ook maar met één vinger hebt aangeraakt maak ik je kapot jongen, echt. Ik ken jouw soort, je bent niet te vertrouwen. Zoek iemand anders op om je op af te reageren, depressieve junk'', zei hij. Hij had de woorden uitgespuugd. Alsof het hem niets kon schelen dat Aiken bijna een kop groter dan hem was.
Aiken's ogen werden groot. Het maakte hem niets uit wat andere mensen van hem vonden, of achter zijn rug om over hem zeiden. Maar dat laatste woord: junk. Luke was een junk geweest. Aiken in zekere opzichten ook, zover ik wist. Wat hij zei over Aiken was niet waar. Ja, hij reageerde zijn woede vaak op mij af, en ja, misschien zag hij er niet echt betrouwbaar uit. Maar een junk? Hij was hier wel degene die probeerde mij te helpen. Thomas kon alleen maar een vriend zijn. Aiken is veel meer dan dat.
Zijn spieren spande zich aan en zijn grip op mijn schouder versterkte. Hij was woedend. Hij balde een van zijn vuisten. Ik zag de manier waarop de sfeer in één klap van bezorgdheid naar woede was overgeslagen. Thomas' ogen trokken gifzwart weg. Ze leken haast niet meer groen. ''Praat me niet over vertrouwen! Rot lekker op met je vooroordelen, asshole, of moet ik je een klap in je gezicht verkopen?'', vroeg hij. Oh god. Hun gesprek trok veel bekijks. Ik hield hier helemaal niet van. Dit ging uit de hand lopen.
Ik trok met mijn hand in een snelle beweging Aiken's vuist naar achteren. ''Nee Aiken, ga naar je les'', siste ik. ''En je met die slijmbal achterlaten? Mooi niet! Je gaat met mij mee'', zei hij. Hij pakte me vast bij mijn pols en dwong me hem in zijn grijze ogen aan te kijken. IJzig en grauw. Zo hoorden ze niet te staan. Ik hield niet van deze Aiken.
''Nee'', zei ik. Ik trok mijn hand terug, maar het lukte voor geen meter. Aiken had zijn grip strak om mijn pols heen gezet. ''Je kan me niet opleggen wat ik wel en niet kan doen'', zei ik. Hij grijnsde, en wist dat dat iets was wat hij juist wel kon. Nu niet. Thomas was mijn vriend. Hij had ruwe woorden gebruikt om Aiken te omschrijven, waar ik niet trots op was. Maar zeg nou eens zelf: je bent verliefd op iemand, al heel lang. Die persoon ontmoet een super ruig uitziend iemand waarmee die vervolgens na een burn-out het hele weekend met die persoon verdwijnt en niets van zich laat horen. Kun je die persoon dan wel vertrouwen? Natuurlijk niet, dacht ik. Mijn gedachten schoten heen en weer van Aiken naar Thomas, en wat mijn beste uitgangspositie zou zijn in deze situatie.
Thomas trok me in een keer uit Aiken's grip, waardoor ik bijna over mijn eigen voeten heen struikelde. Als blikken konden doden had Thomas al lang dood op de grond gelegen. ''Ik zei, blijf. van. haar. af.'', zei Thomas. Toen brak de hel los. Aiken sloeg als eerste. Zijn vuist bracht zichzelf omhoog recht tegen de kaak van Thomas. Ik slaakte een gilletje. De omstander begonnen nu te joelen. ''Geef hem een linkse!'', ''Is dat alles wat je kan?'' en heel veel pijngekreun.
''Aiken stop!'', schreeuwde ik. Ik trok hem aan zijn shirt naar achteren, maar het had geen zin. Hij stortte zich op Thomas, die Aiken net een harde vuist in zijn maag had gegeven. Hij sloeg in op zijn gezicht en gooide zijn bril van zijn hoofd af. De glazen braken. Nee, niet zijn bril. Zo is het genoeg! Ik pakte zijn bloederige bril op van de grond en stak mijn armen tussen de twee vechtende jongens voor me. Één, mijn beste vriend, en twéé mijn doorgedraaide Cocon.
Zo snel als het allemaal ging voelde ik een klap in mijn gezicht belanden. Niet voor mij bedoeld natuurlijk, maar wel heel gericht. Aiken keek op toen hij merkte dat hij mij geraakt had in plaats van Thomas. ''Sky'', vormde zijn lippen zijn onvergetelijke excuses. ''Sky, sorry dat was niet..'', maar hij kon zijn zin niet afmaken. De impact van zijn hand in mijn gezicht was voor nu even te veel. Het maakte me bang. Door hem had ik nu bloed van Thomas aan mijn handen. Ik huiverde.
Alsof hij van de woedende jongen die hij was ineens om was geslagen in een jongen met hart, vergat hij Thomas en reikte hij met zijn hand naar mijn gezicht. Ik schoof voorzichtig in een snelle beweging van hem weg. De pijn in zijn ogen was te zien. ''Sky, ik zou je nooit opzettelijk..', begon hij. ''Kijk nou wat je doet! Nu heb je haar pijn gedaan! Nou je zin?!'', schreeuwde Thomas naar hem. Mijn ogen vulde zich met tranen. We waren nog geen tien minuten op school, en Aiken had het nu al verpest.
Kit kwam aangehold vanuit de andere kant van de gang en hielp me omhoog. ''Kom maar meisje ssst'', zei hij. Hij trok me naar zich toe terwijl hij de twee jongens voor hem in zich op nam. ''Wat is hier aan de hand? Wie heeft haar geslagen?'', vroeg hij. Hij betrapte mijn armen en benen op blauwe plekken en wreef met zijn hand over mijn pijnlijke gezicht. Hij was woedend op de twee.
''Hij begon!'', schreeuwde Thomas, en trok zich los van Aiken, die snel opstond en met pijn in zijn ogen naar me keek. Hij zou me nooit opzettelijk pijn doen. Dat had hij me al verteld. Maar toch had hij me pijn gedaan, en hij had beloofd dat nooit te doen. ''Naar de afdelingsleider en snel een beetje!'', schreeuwde hij. Hij wees naar het uiteinde van de gang en joeg de omstanders terug naar hun lessen. Ik zag nog net een laatste blik van Aiken's grijze ogen en Thomas' bruine haar voordat Kit zich tot mij keerde.
''Gaat het meisje?'', vroeg hij. Veel mensen zouden het misschien raar gevonden hebben. Maar Kit was voor mij net een tweede vader. Eentje die ik in twee jaar niet meer herkend had in mijn biologische vader. Ik knikte slap. ''Wil je me vertellen wat er is gebeurd?'', vroeg hij. ''Die twee zullen alleen elkaar de schuld geven''. Weer knikte ik. Mijn benen beefden en mijn gezicht was doorweekt van de tranen. Aiken heeft me geslagen. Aiken heeft me geslagen. Aiken heeft me geslagen. Die twee hoefde ik voorlopig even niet te spreken.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top