2- troost
She much preferred the days. In rays of sunShe'd wrap herself as if they were a shawl.for Night closed in - a grim and awful pall.But quiet horror crept when day was done,That memory more easily suppressedas shadows loomed, and then a blackness pressedwhen sunlight drenched her soul came flooding ininto her consciousness the guilt of sin.Though it was not a sin deliberate,the time she drove her car, then nodded off. . . the Pain of Night arrived as if to scoffat her for thinking that she might forgetHow horrible that sight she can't erase -her victim's young and bloodied stricken face.
----
Met een droge keel en een leeg gevoel in mijn maag word ik wakker. Mijn hoofd draait wat wanneer ik probeer op te staan. Is er al een dag voorbij? Ik ben de tel kwijt geraakt. De natuurlijke tijdklok van mijn lichaam is lang geleden de weg al van het pad geraakt. Was het maandag vandaag? Of vrijdag?
Voorzichtig pak ik met mijn hand de punt van mijn bed vast, maar ik verlies al gouw mijn grip. Mijn zweterige hand glijd van het koele hout af waardoor mijn lichaam hard tegen de vlakte slaat. Die dreunen van gisteravond lieten gelijk al van zich horen.
Precies op de plek waar mijn blauwe plekken van gisteren zitten, raken mijn knie en mijn gezicht de vloer. Een steek van ondenkbare pijn trekt mijn lichaam dieper naar beneden.
Deze keer wilde ik echt huilen, schreeuwen en wegduiken. Maar, dat kan ik niet. Want dat mag ik niet.
Zo snel als ik kon maakte ik me klaar voor school. Mijn vader gunde ik vanmorgen niet een blik waardig. Ik durfde hem niet onder ogen te komen, bang voor meer. Meer pijn en woede. En ook angst. De angst dat ik hem weer moest vertellen dat zijn vrouw al dood was, maar hij te bezopen was om zich dat te herinneren.
Mijn blauwe plekken waren alleen nog maar groter geworden sinds vannacht. En dat was een van mijn grootste angsten. Ik had gym vandaag.
Ik weet dat ik 19 ben, en eigenlijk helemaal niets meer te zoeken heb op de middelbare school, maar vanwege mijn thuissituaties ben ik vaak blijven zitten.
Op de basisschoool, in groep 6, toen het niet goed ging met mijn moeder. En in de 3e klas, toen mijn vader begon met het drinken van sterke drank. Waarom doe ik eigenlijk nog havo? Ik kan net zo goed wegvluchten van school, thuis en mijn oude leven. Het heeft toch geen nut meer allemaal. het lijkt net of alles alleen nog maar slechter kan worden.
De enige die ik nog vertrouw, ben ik zelf. En Thomas, die me nog altijd niet begrijpt. Maar zelfs aan mezelf begin ik steeds meer te twijfelen. En ik ben bang dat ik de fout in ga. Bang dat de angst me van achteren bekruipt en toeslaat. Dat deed het al eerder. Het lichaam bewijst ieders zwakte.
Nog steeds vind ik mezelf niet depressief.
Ik ben niet trots op mezelf. Ik weet dat ik ooit te diep ga, dat ik wegzink van hier en van de wereld afgetrokken word. Zo zie ik dat. Maar de fysieke pijn die ik voel laat me even anders voelen. Vrij van mijn omgeving.
Eenmaal op de fiets vind ik altijd eindelijk even mijn rust. Dan kan ik beter nadenken. Of ja, even niet nadenken. Het lijkt net of ik door de troosteloze melodieën even kan wegzinken van de wereld. Ik had altijd al een voorliefde gehad voor de piano aangezien mijn moeder het me had geleerd. Maar nu raakte ik geen toets meer aan. Het deed me te veel verdriet aan. Ik kon de snaren net zo goed afsnijden. Niet denken aan gisteren Sky.
Op school word er niet veel aandacht aan me besteed. En dat is maar goed ook. De enige die ik spreek is Thomas. Mijn beste vriend. Dan nog. Ik weet wat hij van me wil. En ik wil het niet. Hij weet niet wat ik meegemaakt heb op dat gebied, ondanks dat hij en ik zo close waren met elkaar. Ooit. Elke aanraking van een ander met mijn lichaam voelt koud en angstig aan. Mijn handen verstijven, ruggengraat verrekt en benen verzwaren. Niemand kent mijn geschiedenis, en niemand kent mijn littekens. Ik ben bereid dat zo te houden. Daarom negeer ik hem vaak, of wijs hem af. Toch is hij mijn enige kameraadje. Al vanaf het jaar dat ik hier op school kwam. Thomas..
Ik zucht diep en raap mezelf bij elkaar. Chopin's eenzame riedels dwalen door mijn hoofd heen terwijl ik langzaam met Archium nader. Mijn gedachtes staan aan, en als ze aan staan willen ze niet meer uit.
Hmm, daar waren we erg goed in geweest, verhuizen.
Meestal omdat mijn moeder andere medicatie nodig had omdat ze alweer een nieuwe techniek hadden uitgevonden om de kans op een gezond leven voor mijn moeder te vergroten. Maar ach, drie jaar met Thomas was nog zo erg nog niet.
Dan had ik nog een probleem; Mevrouw Kowaert had me opgedragen een nieuwe leerling op school rond te leiden. Waarom ze dat aan mij had gevraagd? Geen idee! Zij denkt dat alles goed is voor onze ''sociale ontwikkeling''. En daar had ik de pest in. Ik ben geen sociaal persoon. Ik ben verlegen, stil, ingetogen en laat niemand, maar dan ook niemand in mijn ''personal space''.
Wanneer ik de grote gele A van het daadwerkelijke gebouw nader valt mijn oog op de grijze stoeptegels. Dat deed ik altijd als ik andere leerlingen voor me uit zag fietsen.
Ik duwde mezelf omhoog van mijn zadel af en raakte met mijn voeten de oneven gelegde stoeptegels.
Over het schoolplein liep ik met mijn fiets aan de hand richting de ingang van de fietsenstalling, langs de maar al te bekende concierge: Kit. Waarom hij Kit heet? Daar verteld hij altijd weer een ander verhaal over. Hij is een van die personen in mijn leven die ik op een dag als deze gewoon even nodig heb, hoe raar dat ook klinkt. Hij is net een tweede vader. Een bewaker.
Het is tijd om mijn masker op te zetten. School betekent mensen, en mensen mogen niets weten. Ik schraap mijn keel en spreek.
''Goedemorgen KitKat'' , zeg ik op rustige toon tegen hem. Hij lacht, waarbij zijn ogen glimmen en keert zijn aandacht af van wat hij aan het doen was. Zijn bril bungelt op zijn borst en zijn haar zit warrig terwijl hij geconcentreerd naar de absentenlijst van vandaag staart.
"Goedemorgen Sky! Ga je me nog vertellen waarom je vandaag zo vroeg uit de veren bent?'', vroeg hij. En hij had gelijk. Ik was meestal te vroeg op school. Alleen omdat ik dan weg kon zijn van thuis en mijn vader.
''De nieuweling rondleiden, dat weet u toch?", gaf ik als antwoord. Natuurlijk met een lieve glimlach op mijn gezicht. Zoals het hoort.
''Ik ben blij om te zien dat je dat wil doen! De meeste leerlingen zeggen vaak nee, maar ik weet zeker dat je het goed zal doen Sky, daar vertrouw ik op!'', zegt hij vriendelijk. Geen Archium zonder Kit.
''Bedankt Kit, ik zal het onthouden'', zeg ik, terwijl ik hem nog een laatste blik geef en vervolgens de school in loop richting de receptie. Wat was het toch een aardige man. Zou ik het hem ooit vertellen? Ja, dat weet ik zeker. En anders komt hij er vast zelf wel achter.
Snel loop ik naar mijn kluis om mijn iets wat versleten jas en wanten te dumpen, om vervolgens zo snel mogelijk klaar te zijn voor de rondleiding. Het werd binnenkort december, en volgens de weersvoorspellingen van dit jaar zou het veel gaan sneeuwen. Een witte eenzame kerst dus. Mijn voeten lijken wel van beton. Ik heb helemaal geen zin om een wild vreemde de school te laten zien! En dan miste ik gym er ook niet eens door, dus moest ik mijn blauwe plekken maar op een andere manier verborgen houden. Misschien een joggingsbroek of iets dergelijks.
''Goedenmorgen Sky'', zegt de secretaresse van onze school. Een aardige vrouw. Netjes, statig, en wijs. Een typ dat alles al weet voordat het ook maar gebeurt is. Ik laat mijn tas op de grond zakken en ontwijk brandende vragende blikken van vroege leerlingen. ''Hallo mevrouw Kenedy.'', zeg ik stilletjes terug. Beleefd bleef ik altijd.
''Denk je dat het allemaal gaat lukken met de rondleiding Sky?'', vroeg ze aan me, terwijl ze haar nagels probeerde recht te vijlen met haar glasvijl van swarovski. Haar groene ogen boorde een gat in mijn ziel. Echt waar, dit mens wist door iedereen heen te kijken. ''Ik denk het...'', zei ik maar, want ik wist dat het op niets zou uitlopen.
Ze kijkt me recht in de ogen aan en vraagt: "Gaat het echt goed met je meisje? Je ziet er slecht uit".
Als ik met open mond probeer een antwoord te vormen word ik gelukkig gered. Een groot gestalte vult de contouren van de deuropening op.
Het was een grote stevige jongen. Stevig in de vorm van spieren. Hij had donker gekleurd haar dat meer neigde tot zwart dan wel bruin, tatoeages op borst en armen en een zilveren lipring waar hij mee speelde met het puntje van zijn tong. Hij leek iets wat verveeld. Toen zijn ogen de mijne vonden zag ik dat hij diep grijze ogen had. Ze deden me denken aan de kleur grijs van mij en mijn moeders geheime speelruimte achterin de garage. Het was de rustgevende kleur grijs. Niet de kille, donkere kleur die je zou verwachten bij een jongen van zijn formaat. Je zou zijn Badboy imago zo van zijn houding kunnen aflezen. Maar volgensmij was hij gewoon een normale jongen, en niets meer dan dat. Dus liet ik me mooi niet door hem intimideren.
''Dit is Aiken Conners'', zegt mevrouw Kenedy. De jongen kijkt me onderzoekend aan waardoor ik me ongemakkelijk begin te voelen. Voorzchtig steekt hij zijn hand naar me uit.
Wat heb ik nou net gezegd, ik houd niet van aanrakingen. langzaam steek ik mijn hand uit naar de zijne en schud die vervolgens. De aanraking is simpel en toch iets wat onhandig en formeel. Zijn vingers draaien zich om mijn hand heen waarna hij mijn hand op en neer beweegt. Hij heeft een eenvoudige handdruk. Maar tot mijn verbazing zijn zijn handen helemaal niet koud of ruw, maar heel zacht, met lange vingers. Ik schrik wanneer hij met zijn wijsvinger langs mijn Pols gaat en de uitdrukking op zijn gezicht in een klap veranderd in een onbegrijpelijke stille uitdrukking.
''Welkom, ik-ikuhh ben S-sky'', zeg ik terwijl ik zo min mogelijk probeer te stotteren. ''Hoi, ...Aiken'', zegt hij simpel waarna hij mijn hand weer los laat. Gelukkig. Zijn stem is laag en heeft een doffe rand aan de toon zitten. Iets wat me gelijk doet denken aan mijn vader. Mijn lichaam trilt. ''Laten we gouw beginnen'', zeg ik maar waarna ik richting de eerste paar lokalen loop. Hij volgt me al snel.
''Nou ja, zoals je ziet is de school helemaal modern ingericht *kuch* *kuch*'', zeg ik . De sfeer die om ons heen hangt is raar, maar toch niet ongemakkelijk. Hij lijkt er niet helemaal bij te zijn met zijn hoofd en kijkt verveeld voor zich uit. Nou ja, eerder naar mijn pols. Toch blijft zijn gezicht in een emotieloze plooi hangen.
Ik blijf in de hal abrupt stil staan en keer me tot zijn saaie uitdrukkingloze gezicht. ''We kunnen ook gewoon je kluisje zoeken, je spullen dumpen en dan zeggen dat we al klaar zijn'', stel ik dan maar voor.Ik wil van deze jongen af.
''Dat lijkt me inderdaad een veel beter idee!'', zegt hij op een zuchtende toon, maar wel met interesse. Ik rol met mijn ogen waardoor hij alleen maar grinnikt. ''Ik mag jou wel Sky, je begrijpt me''. Huh, hoe weet hij dat nou. Hufter. Maar toch laat ik het hier niet bij zitten. Ik pak zijn rooster erbij en begin hem uit te leggen hoe de school in elkaar zit. Hij lijkt geïnteresseerd, maar ik kan hem ook helemaal fout ingeschat hebben. Af en toe knikt hij met zijn hoofd op en neer, of knippert hij hard met zijn ogen. Ze blijven me fascineren. Die grijze kleur is speciaal.
''Wat is er?'', vraagt hij opeens als ik door heb dat ik ben gestopt met praten en hem zit aan te staren. ''Niets'', zeg ik eenvoudig en zet daarna mijn uitleg voort. Hij lacht en neemt het rooster weer van me over. ''Ik weet hoe een rooster in elkaar zit'', zegt hij. Zijn ooghoeken vormen lach rimpeltjes op de hoeken van zijn gezicht, en in zijn wangen zitten kuiltjes.
''Zoals je misschien gezien hebt hebben we zo gym, dus kun je daar de deur door, je omkleden en dan naar het lokaal toe lopen'', leg ik hem uit. Ik wijs naar een grote gele deur in de verte. Hij lijkt me te begrijpen, waarna we samen zijn kluis zoeken, zijn spullen dumpen en uiteindelijk samen achterblijven voor de deur van de gymzalen.
Hij zucht geïrriteerd en begint te zeuren wanneer ik hem onderbreek. "Bedankt Sky, maar, ik wil je wat vragen. Ik heb gemerkt dat ...'', ''Ik weet dat een eerste schooldag gewoon zwaar kut is, en dat je dan ook al met gym begint is al helemaal klote, maar zorg dan in ieder geval dat je een beetje interesse toont, ondanks dat mijn gelul super saai is, en je je er toch niet onder vandaan gaat krijgen'', onderbreek ik hem. Met grote ogen kijkt hij me aan. Ik sla een hand voor mijn mond om te voorkomen dat ik nog zoiets zeg. Waar kwam dat ineens vandaan?
''Toch een groter mondje dan dat ik dacht zeg'', was het enige wat hij zei. Ik was geschrokken van mezelf. Zoveel had ik op een dag nog nieteens gepraat. ''Wij kunnen het wel vinden denk ik'', is het laatste wat hij zegt waarna ik hem met zijn hand door zijn donkere haren zie gaan, en vervolgens zie verdwijnen in de kleedkamers voor de jongens. Ik kan hem niet aflezen, hij is net een dicht onontdekt boek op een volle boekenplank rijk aan keuzes. Maar waarom werkte hij me net dan zo op mijn zenuwen?
Nou, ik hecht niet graag waarde aan mensen. En weet je waarom niet? Mensen gaan dood, of ze doen je pijn, ze verraden je. Ik heb nog nooit iemand ontmoet waarmee ik het echt kon vinden. En Aiken was al helemaal niet een type waar ik mee kon ''handelen''. Dat zien we nog wel.
--
In de kleedkamers van de meisjes trek ik mijn haar in een elastiek, waarna ik vervolgens mijn witte gymshirt aantrek, met een lange zwarte joggingsbroek en daaronder mijn korte zwarte broekje voor het geval dat. Niemand mag mijn benen nu zien. Mijn polsen eigenlijk ook niet, maar daar had ik geen keuze voor. Die jongen had al teveel gezien.
Zo snel als ik kon draaide ik een wit verband om mijn pols heen, zodat het niet op zou vallen en liep ik half mijn gymschoenen aantrekkend de zaal in. Gelukkig had de rondleiding lang geduurd waardoor ik de stille saaie lessen had vermeden. Het was vrijdag, dat wist ik nu in ieder geval wel.
Verderop zag ik Aiken op een bruine bank zitten. Hij zag er al maar weer verveeld uit, en likte met zijn tong langs zijn bovenlip. Wanneer hij mij ziet schiet hij op uit zijn trance en loopt langzaam met zware passen mijn richting uit.
''Heej Sky!'', hoor ik een stem vlak naast mijn oor zeggen. Kutzooi, Thomas dus.
''Wat heb je gedaan met je pols en waarom heb je een lange broek aan?'', vroeg hij aan me. Ook echt alles moest hem opvallen. Wat een opdringer was het toch ook. Opzicht wel een aardige opdringer, maar oké. Thomas was Thomas.
Ik probeerde hem zo als altijd te negeren, maar bleef wel naar Aiken kijken, die er nu een beetje ongemakkelijk bij was komen staan. Thomas ogen kijken droevig naar beneden wanneer ik opnieuw niet antwoord.
''Uhuu...'', zei ik. Gelukkig kwam meneer van Booijen al aanlopen met zijn fluitje om zijn nek. De homofobe zak.
Zijn ogen vestigen zich gelijk op mijn benen.
''Mevrouw Sky, kunnen we alstublieft die lange zwarte jogging uittrekken?'', vroeg hij op een dwingende manier. Nooit van mijn leven, Dacht ik.
"Maar.. uhh meneer, ja dat kan wel maar'', ''maar? Geen gemaar!'', onderbrak hij me. Ik wilde dit niet doen, maar oké dan.
Voorzichtig schoof ik mijn broekspijp omhoog en liet een van de blauwe plekken zien. ''Aha! maar dat is nog geen rede, die kun je behandelen met medicatie.'', zei hij. Wat een lul. ''Uit ermee, en daarna gaan we de les beginnen!'', ging hij verder. Wat dacht hij wel niet? Hij mocht me dan wel niet mogen, nu gaat hij te ver. Dit pik ik niet!
''Nee'', zei ik stil maar opstandig. ''Sky dat is toch niet zo erg? We hebben allemaal korte broekjes aan'', laat Thomas me weten. Hij begrijpt er ook niets van. ''Je begrijpt het niet.. het is gewoon'', ''Geen korte broek betekent mijn les uit Sky!'', waarschuwde meneer Booijen. Ik stond op van het bankje. Ik kon wel in janken uitbarsten. ''En voordat je gaat mevrouw, laat me ook maar gelijk je pols even bekijken'', zei hij waarna hij steeds een stapje dichterbij kwam. Ongeloof omringt zijn donkere blik.
Mijn adem stokte in mijn keel. Waarom moest dit dan ook voor de hele klas? Waarom moest hij ineens mijn polsen zien?
''Maar'', probeerde ik in te brengen. ''Wat zij ik nou, geen gemaar!'', ging Booijen verder. Ze zouden het allemaal te weten komen. Had ik dat rot verband nou maar niet gebruikt! Langzaam begon hij te trekken aan mijn verband. Wanneer zijn koude vingers mijn huid per ongeluk raken voel ik een lichaam tussen dat van mij en meneer van Booijen in komen staan.
''Goedenmorgen meneer. Aiken Conners'', zei hij rustig. ''Fijn om je naam te weten jongeman. Dan kun je, ik bedoel Aiken, gelijk even met Sky meelopen zodat je weet hoe het werkt als je mijn les word uitgestuurd!'', schreeuwt hij haast uit. Snel trek ik mijn arm los uit zijn greep. Het verband is er al af, waardoor ik hem raar zie kijken. Nee, ze weten het. Ik hoor Aiken mompelen. "Ik wist het".
"Sky wacht!", roept hij.
Snel ren ik richting de deur. Ik kijk niet achterom. Achter me hoor ik voetstappen. Volg me niet.
''Sky wacht even!'', hoor ik de stem van Aiken roepen. "Wacht, ik kan je helpen!", weer zijn stem. Ik moet naar Kit. Ik moet hier weg. Zo snel als ik kan ren ik naar het hok van Kit, en bons op de deur. Gelijk steekt zijn hoofd op boven zijn werk.
''Sky wat is er? Je bent helemaal overstuur!'', zegt hij geschrokken, waarna zijn blik afgijd naar mijn pols. ''Kom maar even zitten meisje'', zegt hij, waarna hij de deur voor me open houd. Achter me voel ik iemand hard hijgen in mijn nek. Waarom was Aiken mij gevolgd? Geloofde hij serieus dat hij mee moest van meneer van Booijen?
Ik wist zeker dat hij het gezien had.
Op dat moment word het me even teveel. Hij was hier pas een dag, en was nu al achter mijn grootste onzekerheid gekomen. Kit werkte hier al eeuwen, en zag het nu pas. Langzaam voel ik mijn benen bibberen en zak ik in elkaar neer op de grond vlak voor de deur van Kit's kamertje. Hoe had ik me zo kunnen laten afleiden? "Sky? Rustig maar'', hoor ik Aiken achter me fluisteren, waarna ik nog twee handen op mijn schouders voel rusten. Ik schrik van zijn aanraking en trek mijn rug krom.
Waarom deed deze jongen dit? Waarom was hij zo gevoelig voor mij, als hij het tegenovergestelde uitstraalde. Waarom moest hij zich met mijn problemen opzadelen, en niemand anders? Dit wilde ik helemaal niet! Nu gaan ze me beide vragen wat er allemaal aan de hand is dat ik dit gedaan heb. En als ze dat doen, weet ik zeker dat ik moet huilen. En dat wil ik niet. Ik ben Sky, en de hemel huilt niet, alleen als het regent. en dan is de hemel verdrietig. Dan is het donker. En wanneer de avond valt kan ik mezelf niet meer tegen houden. Dan is er niemand meer om me tegen te houden.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top