17 - veilig
Yearning to feel safe, deep inside,
Emotions you should never hide.
Sometimes it's hard to feel secure,
When so many things, you're not very sure.
Afraid of failure, afraid of loss,
Trying to always please your boss.
What's in your mind, what do think?
Find the reasons, find the link.
It's not easy to simply change,
You are normal, you're not strange.
This feeling is a human emotion,
We all live in this deep lonely ocean.
-------
Gefrustreerd kijk ik uit het half beslagen raam van de zwarte oldtimer. Buiten zie ik nog net het witte hoekhuis in de verte verdwijnen. Ik weet niet wat ik ervan moet vinden. Van alles. Luke was me gewoon vergeten! Hij heeft me niet een keer recht in de ogen aangekeken! De lul die hij is. Ik had beter moeten weten. Aiken heeft hem nog vergeven ook! En ik had hem er tot aangezet!
''Sky?'', onderbrak Aiken's zware stem mijn frustrerende gedachten. ''je lijkt gefrustreerd'', zei hij zacht, nauwlettende op de rijweg voor hem. Hij zette de muziek wat zachter en draaide zijn hoofd kort even mijn kant op om me een bedenkelijke blik toe te schenken. Joh..
''Komt het door mij?'', vroeg hij ineens. Hoe kan hij dat nou denken? ''Nee'', antwoordde ik simpel, maar hij leek niet overtuigd. Hij draaide de auto een vluchtstrook op en zette hem toen in een ruk stil. ''Het komt door mij'', zei hij nu. ''Nee natuurlijk niet Aiken!'', zei ik nu terwijl ik me richting hem draaide. Hij schrok van mijn felheid, maar liet zich niet kennen. ''Wát is er dan Sky? Wát?'', vroeg hij. Zijn blik sneed dwars door mijn dekmantel heen.
''Het is gewoon.. ik wilde Luke vergeven maar..'', ''Maar nu niet meer'', onderbrak hij mij. Ik knikte eenvoudig. Hij zuchtte lichtelijk. Niet van irritatie, alleen van vermoeidheid. ''Zullen we het hier anders morgen over hebben?'', vroeg hij. Hij sprak morgen uit alsof het niets interessants was.
Ik had in ieder geval geen zin om naar school te gaan overmorgen, maar nu met Aiken erbij was het misschien iets minder pijnlijk om iedereen onder ogen te komen na vorige week. Daarbij had ik wel zin om het gezicht van Thomas te zien wanneer hij erachter zou komen dat Aiken en ik.. ja wat hébben we eigenlijk? Hij heeft nog nooit hardop uitgesproken wat hij van me wil, en zo andersom. Behalve dan die ene keer dat hij me geholpen had weer piano te spelen. Misschien moesten we het daar ook maar over hebben.
''Aiken?'', vroeg ik. Hij wilde net de muziek weer harder zetten, maar trok zijn hand terug. ''Ja?'', vroeg hij met serieuze blik. Zijn grijze ogen waren veranderd in grijze poeltjes van angst. wat verwachtte hij van me? ''Waarom, waarom beantwoordde je die kus niet net?'', vroeg ik. Ik voelde dat mijn wangen gloeide, maar het maakte me niet uit. Hij keek me aan. Ik voelde eenzaamheid opborrelen in mijn borstkas. ''Ik dacht.. ik dacht dat je me zou laten vallen'', zei ik oprecht. Ik meende het.
''Sky, geloof je me als ik je zeg dat ik het mezelf gewoon niet kon vergeven? Het is gewoon, jij bent veel te goed voor mij. Je verdient beter dan een boze agressieve jongen. Je verdient beter dan ik. Jij verdient iemand die niet de hele tijd ruzie maakt, iemand die schoon is van littekens, en jou helpt de jouwe te helen. Maar weet je wat Sky? Ik ben bang dat jij me verlaat. En ik weet dat je daar meer dan genoeg redenen voor hebt.'', zei hij. Zijn woorden verbijsterden me. Ze raakte me op plekken waarvan ik niet wist dat ze bestonden. Waarvan ik dacht dat het daar allang niet meer werkte, en de schroeven allemaal verroest waren. Mijn hart.
Ik wilde niet weer huilen. Ik wilde hem niet weer zien huilen. Waarom eindige al onze gesprekken toch altijd in tranen? Ik mag niet huilen. Sky, de hemel huilt niet! Denk eens aan je vader, aan alle mensen op de wereld die het slechter hebben dan jij.
De lucht boven ons werd steeds donkerder. Niet veel later kletterde de eerste paar natte regendruppels al op de auto ramen neer. Aiken schraapte zijn keel en sprak. ''Sky?'', vroeg hij zacht. De pijn was in zijn ogen af te lezen. ''Aiken, zoals ik je al gezegd heb, ik zal je nooit laten vallen. En ik ben niet te goed voor jou. Jij bent te goed voor mij! En je mag dan misschien af en toe wat agressief zijn. Nou en! Guess What? I don't give a shit! Oh, en dan nog iets: jij bent degene die me na 3 jaar zwijgen weer een beetje aan de praat heeft gekregen, jij bent degene die mijn hart elke seconde van de dag een slag doet overslaan, jij bent degene die mijn littekens heelt en ik zou niets liever willen dan elke seconde van elke dag willen besteden aan het helen van de jouwe.'', zei ik. Ik was uitgeraasd. Ik had gezegd wat ik moest zeggen en was niet langer bang voor commentaar.
Aiken's ogen staarde me vol verbazing aan, bijna waterig. Het grijs had opnieuw een nieuwe gedaante aangenomen. Het enige wat hij deed was zijn auto starten en verder rijden. De regen tikte nog steeds tegen het glazen raam van de voorruit. Af en toe keek Aiken mijn kant uit, maar hij zei niets. We zeiden beide niets. Er was nies meer dat gezegd hoefde te worden, en daar waren we voor nu tevreden mee.
''Waar moet ik je afzetten?'', vroeg Aiken toen we de straat van zijn appartementencomplex in reden. Kut, mijn vader! Zou ik... nee hij vergeeft het me nooit als ik zeg dat ik het hem niet verteld heb. Net na ons hele hartverscheurende gesprek kon ik dit hem niet aan doen. Toch?
''Ik, ik ga liever nog niet naar huis'', zei ik. Aiken schrok, maar hij vroeg niet waarom. Ik had hem eerder al verteld dat hij dat niet aan me moest vragen. ''Als je het me maar verteld'', waarschuwde hij mijn gedachtes. Ik knikte. Hij parkeerde de auto in één keer, stapte aan zijn kant uit, en opende daarna het portier aan mijn kant. Hij nam mijn hand in de zijne en loodste me voor de 2e keer deze week mee naar zijn voordeur. Rennend door de regen doorweekte mijn kleding gelijk. Ik had gosterochtend geen open schoenen aan moeten doen.
Hij opende de deur van het appartement en stapte naar binnen. Zijn zwarte natte schoenen , nu vol modder van het regenachtige weer en de sompige grond trapte hij uit, daarna hing hij zijn jas op en nam de mijne aan. Ik gaapte. Niet beseffende dat het al bijna 8 uur 's ochtends was. Aiken had sinds gisterochtend niet geslapen, was hij niet moe? ''Ik slaap wel op de bank'', zei hij. Moest ik niet.. je weet wel minstens bij hem op dezelfde kamer slapen? De gedachte beangstigde me een beetje, maar we waren misschien 2 dagen samen, en ik was dus echt helemaal niets van plan wat dan ook maar te maken had met 2 mensen in 1 bed. Moest ik...
''Nee het is goed, ik slaap wel bij jou..'', zei ik verlegen, ''..als dat mag natuurlijk'', voegde ik er snel aan toe. ''Daar zeg ik geen nee tegen'', zei hij met een ondeugende grijns en liet me toen alleen achter in de hal. ''Je laat het Conners!'', riep ik hem nog na, maar ik wist dat hij me alleen maar uitlachte.
Eenmaal terug in de woonkamer had hij zijn zwarte jogging al aan. Gelukkig had hij een T-shirt aangetrokken. Zo niet, had ik hem toegeschreeuwd dat ik anders meteen zou vertrekken. Hij bood me een grijze joggingsbroek en een vest aan. Gelukkig niet zijn shirt zeg. Ik had er zo vaak over gelezen, maar één: het is gewoon té cliché, en twéé: het is gewoon te onhygiënisch voor woorden.
Zo snel als ik kon liep ik naar de badkamer toe om mijn natte haren uit mijn staart te halen, de jogging aan te trekken en het vest over mijn nu iets wat natte witte topje heen te trekken. Aiken's zwarte vest gooide ik in een overige wasmand. Ik voelde me raar, ik had nog steeds mijn gymkleding aan van gisteren. Een blik in de spiegel was genoeg om me meteen om te draaien. Jezus, lelijker kan niet. Mijn natte kleding hing ik te drogen over een van de stoelen in de woonkamer waarna ik de deur naar de slaapkamer opende. Aiken zat met zijn benen over elkaar heen geslagen op bed. Waarschijnlijk zat hij op mij te wachten. Zijn gezicht stond net zo moe als die van mij, maar wel vol met interesse wanneer hij me van top tot teen bekeek.
Voorzichtig liep ik naar het bed toe. Sinds wanneer was ik in 2 dagen veranderd in een meisje dat jongens kleding droeg, een vriendje had, en samen met hem in een bed sliep? Als je me dit vorige week had voorgelegd had ik je straal uit uitgelachen. Hij stak zijn hand naar me uit en knikte goedkeurend. ''Kom je rups?'', vroeg hij. Verlegen bleef ik voor de houten rand staan. Zijn blik verstrakte iets, ''Vertrouw je me?'', vroeg hij. Ik weet het niet.. dacht ik. Langzaam knikte ik op en neer en nam zijn hand aan. Rustig trok hij me het bed op. Mijn ademhaling versnelde nu al.
Ik houd er niet van als mensen me aanraken, spookte mijn eigen gedachten van even terug door mijn hoofd heen. En nog steeds was ik bang voor alles en iedereen. Ik liet me onder de dekens glijden en keerde mijn rug naar de buitenkant van de muur zodat ik Aiken recht in zijn ogen kon aankijken. Ik was bang, en hij merkte het. ''Relax rups'', zei hij. Zijn woorden deden me huiveren. Ik lag in zijn bed, ik kon niet helder nadenken.
Ik probeerde mijn spieren wat te ontspannen en sloot mijn ogen. Waarom was dit zo zenuwbrekend? Het was maar een bed, for god's sake. Aiken schoof de lakens wat verder omhoog waardoor mijn hele lichaam bedekt was. Na nog geen 5 seconden voelde ik zijn warme handen mijn koude armen aanraken. Mijn ogen schoten open en vonden de zijne. Hij trok zich meteen terug. ''Sorry'', zei hij snel. Wilde ik dit? ''Het is niet erg'', zei ik. Ik wilde niets linken aan die avond met Luke, en al helemaal niet het gedrag van mijn vader tegenover mij. Maar ergens wist ik dat mijn angsten daar vandaan kwamen. Mijn lichaam trilde.
''Als jij het doet is het niet erg'', zei ik. En ik meende het. Ik hield niet van aanrakingen onderling, maar bij Aiken voelde ik me veilig. Hij zou me nooit opzettelijk pijn doen. Nooit. Opnieuw sloeg hij zijn armen van vooraf om mijn middel. ''Leg je hoofd maar op mijn borst hoor'', fluisterde hij zacht. Zijn warme lichaam liet me wegdromen. Ik deed wat hij zei. Ik verschoof mijn hoofd naar zijn borst waardoor ik technisch gezien recht bovenop hem lag. ''Zo ja'', zei hij. Ik voelde hem glimlachen in mijn haar. Dit lag zo ongelofelijk lekker. Hij kwam dichterbij en plantte een kus naast mijn lippen. Daar liet hij het gelukkig even bij voor nu. Dit was veel te dichtbij voor me. en hij wist het.
De duisternis sloot ons af van de rest van de kamer. Ik zag alleen zijn gezicht. Langzaam doezelde ik weg. Niet wetende waar ik deze nacht over zou dromen. Over hem? Misschien.
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top