Hoofdstuk 8
Navarre
Tijdens de reis praatten ze weinig, maar Navarre had niets anders verwacht. Er viel namelijk niets te zeggen. Het enige wat te horen was, waren de hoeven van de paarden die de grond raakten en de wind die door de bladeren ruiste. Normaliter hield Navarre ervan om constant in de weer te zijn. Dit keer vond hij die rust en stilte echter niet erg, eerder een aangename afwisseling van het drukke leven in het kasteel. Navarre realiseerde zich dat hij dat veel meer nodig had dan gedacht.
Halverwege lastten ze een pauze in om iets te eten en te drinken. Cayden nam plaats op een stukje grond en sleep zijn zwaard scherp met een steen die hij had gevonden, terwijl Navarres gedachten afdwaalden naar zijn moeder. Als ze eenmaal in Nirvelli was, was er geen weg meer terug. Maar Navarre kon onmogelijk een zuivering tegenhouden. Het uitvoeren van een zuivering was niet alleen haar werk. Er waren meerderen die haar erin steunden.
Zuchtend wierp Navarre een blik op de lucht, waar de Maan nergens meer te bekennen was door het wolkendek. Lichte spetters vielen al op zijn gezicht, zo koud als ijs. Ergens vond hij het toepasselijk dat deze reis naar de koningin gepaard ging met slecht weer.
Het schelle geluid van steen op metaal stopte. 'Wat is er?' vroeg Cayden, die aan Navarre had afgelezen dat hij ergens mee zat.
'Nirvelli gaat eindigen in een bloedbad,' zei Navarre. Hij ging tegenover Cayden zitten en besloot toen eindelijk iets te eten. 'Er zijn veel voorstanders van een zuivering. Te veel. Die zuivering gaat er hoe dan ook komen. Het enige wat ik kan doen, is de klap verzwakken en hopen dat die klap niet zo groot is dat het een oorlog ontketent.' Navarre hoopte het, maar ergens wist hij dat met de komst van de zuivering er ook oorlog zou komen. Het zou de druppel zijn die de emmer deed overlopen.
Met samengeknepen ogen keek Cayden even naar een plek achter Navarre, maar sleep zijn zwaard toen weer. 'Je zou de zuivering kunnen voorkomen. Het ligt eraan hoeveel je wilt riskeren.'
'Waar denk je precies aan?'
'Je kunt haar macht verkleinen door anderen om te praten,' opperde Cayden. 'Als je je woorden goed uitkiest, kun je vast enkelen overtuigen om zich tegen de zuiveringen te verzetten. Mensen luisteren naar jou.'
'Dat is te riskant en dat gaat tijd kosten. Ik zou dan zorgvuldig uit moeten zoeken wie ik eventueel om zou kunnen praten en zelfs dan kan ik een foute keuze maken. Er hoeft maar één iemand te zijn die het er niet mee eens is en ik sta al meteen bekend als een verrader. Als dat eenmaal gebeurt, dan kan ik niks meer doen.' Al begreep Navarre wel dat hiermee minder slachtoffers zouden vallen. De kans dat het zou mislukken, was echter te groot. 'Ik wil dit voorzichtiger aanpakken door te doen alsof ik mee wil doen met sympathisanten oppakken. Ik kan gemakkelijk aan heel veel informatie komen. Ik zou erachter kunnen komen wie de slachtoffers zullen worden. Mensen hebben mij altijd al in die rol gezien. Ze geloven het dus al snel als ik doe alsof en zullen mij de informatie geven die ik zoek.'
Cayden knikte bedachtzaam, maar antwoordde er niet op. In plaats daarvan legde hij zijn zwaard en steen neer en dronk uit zijn veldfles. Toen hij de fles weer naast zich legde, plaatste hij zijn vinger tegen zijn lippen om stil te zijn. Vragend trok Navarre zijn wenkbrauwen op, niet wetend wat Cayden precies met dat gebaar bedoelde. Zijn wenkbrauwen schoten nog verder omhoog toen Cayden langzaam een dolk pakte en die net naast zijn hoofd richtte. Navarre gaf hem een waarschuwende blik, maar Cayden negeerde die en wierp de dolk. Het suisde langs Navarres hoofd en raakte iets, want het volgende moment schreeuwde iemand van de pijn.
Met een ruk draaide Navarre zich om en een zag een gedaante tussen de bomen op de grond liggen. 'De volgende keer ben je duidelijker met wat je van plan bent,' gromde Navarre. Hoewel hij niet dacht dat Cayden nu een dolk in zijn gezicht zou gooien, bonkte zijn hart sneller dan zou moeten.
'Dit werkte toch?' vroeg Cayden nonchalant. Hij zag er werkelijk geen enkel probleem in. 'En ik heb geen haartje op je hoofd geraakt. Ik weet hoeveel waarde je aan je mooie krullen hecht.'
Navarre wierp hem een dodelijke blik toe. Cayden had maar een centimeter ernaast moeten zitten en die dolk had Navarres hoofd als doel getroffen. Desondanks moest Navarre bekennen dat het knap was dat Cayden die persoon had opgemerkt en weten te raken met een dolk op zo'n afstand.
'Ik hield de omgeving voortdurend in de gaten, maar ik zag of hoorde niets,' zei Navarre, zich afvragend hoe Cayden het deed.
'Sommigen hebben die kwaliteit... en anderen helaas niet,' zei Cayden met een denigrerend lachje dat Navarres bloed deed koken.
'Blijkbaar, ja,' antwoordde Navarre stijfjes, waarna hij op de gedaante af stapte en zag dat de dolk diep in zijn been rustte. Cayden had hem daar opzettelijk geraakt, zodat hij niet zou kunnen vluchten. Navarre hurkte neer bij de man en pakte het heft van de dolk beet. 'Wie ben je?' Hij zag vanuit zijn ooghoek dat Cayden naast hem ging staan.
Zijn blik schoot van Cayden naar Navarre. Er lag een diepe haat in. De man spuugde in Navarres gezicht. Walgend haalde Navarre met zijn vrije hand de dikke klodder speeksel weg en moest diep ademhalen om kalm te blijven. Hij bewoog de dolk iets, waardoor de man op zijn lip beet om het niet uit te schreeuwen. 'Doe nog iets wat mij niet aanstaat en de pijn zal veel erger dan dit zijn.'
Met op elkaar geklemde kaken snauwde de man: 'Dat zal ik maar niet doen. Je kunt het niet opnemen tegen twintig man.'
'Je bluft,' zei Cayden. 'Maar Navarre stelt hier wel een goede vraag. Wie ben je? Een spion of een huurmoordenaar? Ik twijfel nog een beetje tussen die twee.'
Cayden leek zo zeker van zijn zaak te zijn en Navarre zag aan de man dat hij bleker werd, alsof Cayden inderdaad juist zat.
Echter wilde de man niet erop antwoorden. Hij liet zich niet zomaar intimideren en haalde uit met een vlijmscherp mes die hij stiekem uit een van zijn zakken had gehaald. Navarre kon nog net op tijd ervoor wijken en trok door die beweging de dolk ruw uit zijn been, waardoor de man een pijnlijke kreet uitte.
'Jullie zijn monsters,' siste de man woest. Hij stond haastig op en zakte meteen door zijn verwonde been. Het bloed vloeide eruit en mengde zich met de dikke regendruppels die nu uit de lucht kwamen vallen.
'Vertel me eens iets nieuws,' zei Navarre op verveelde toon, toen het bloed zijn laarzen bereikte.
Er zat niet alleen maar bloed op zijn laarzen, hij voelde ook dat er enkele druppels van de dolk op zijn gezicht en nek terecht waren gekomen. Navarre had een hekel aan bloed, aan de geur van ijzer. Hij staarde naar de bebloede dolk die hij op de man gericht hield, naar zijn handen die lichtjes trilden. Er was maar één beweging nodig om het leven van deze man te ontnemen. Het zou zo makkelijk zijn. Navarre had vaker gedood, maar dat was precies de reden waarom hij zich nu omdraaide en de dolk in Caydens handen drukte. 'Jij mag het afmaken,' zei Navarre.
'Als je mij nu tot je persoonlijke beul hebt aangesteld, moet ik je helaas teleurstellen.'
'Het is hem nu doden of langzaam laten doodbloeden.'
De man probeerde weer op te staan, richtte zijn mes dit keer op Cayden, maar Cayden was sneller. Het was in een flits gebeurd. Met één haal stootte Cayden de dolk in het hart van de man, waardoor het licht uit de wraakzuchtige ogen doofde. Nog meer bloed stroomde uit het lichaam toen Cayden het wapen eruit trok. Hij had geen enkel moment getwijfeld, deed wat er gedaan moest worden. Of Cayden het wilde of niet, hij was een uitstekende beul.
'Je bent in ieder geval veranderd,' zei Cayden, die het bloed aan het lemmet liet wegspoelen door de regen. 'Sinds wanneer durf jij niet te doden?'
'Ik heb genoeg mensen vermoord in mijn leven,' antwoordde Navarre kortaf. Hij was zich ervan bewust dat het bloed hem had ingesloten. Zonder een blik te werpen op het lijk, beende hij weg. 'We moeten verder.'
'Maar nu heb je mijn interesse opgewekt. Wat is er gebeurd met de koelbloedige prins dat hij al rillingen krijgt van een lijk?'
Navarre negeerde de vraag en steeg soepeltjes op. 'Als jij ophoudt met vragen stellen, zal ik ook geen vragen over jou stellen.'
'Welke vragen zou jij dan over mij hebben?'
De druppels vielen van Navarres haren over zijn gezicht. Enkele van die druppels waren rood toen ze van zijn gezicht naar beneden vielen. Hij ging met zijn hand door zijn haren heen, waarna hij de teugels pakte. Misschien kwam het door de uitdagende toon waardoor Navarre zei: 'Ik heb gehoord dat je in het verleden bent mishandeld door je ouders in je geboortestad. Ik vraag me af of je daardoor zo gesloten bent. Ik ken je al een jaar of tien, en toch ken ik je totaal niet.'
Er flitste iets van woede in Caydens blik. Hij ging naast Navarre rijden. 'Ik ken jou ook niet goed.'
'Ja, en dat wil ik zo houden. Of je moet mijn volledige vertrouwen winnen, wat ik betwijfel. Tot die tijd zal ik als ik jou was de moeite besparen om vragen te stellen.'
Cayden glimlachte naar hem, maar dan niet op een vriendelijke manier. 'Prima.'
Navarre had er simpelweg niet de energie voor om alles uit te leggen, want dan moest hij graven in het verleden waar hij het liefst vanaf wilde blijven. Bovendien vertrouwde hij Cayden niet genoeg ervoor. Hij zou alle informatie tegen Navarre gebruiken of doorverkopen aan de hoogste bieder. Cayden was alleen maar geïnteresseerd omdat hij iets zou hebben aan die informatie, niet omdat hij Navarre een luisterend oor wilde bieden.
Het laatste stuk naar de koningin hadden ze in stilte gereden. De wind was in kracht toegenomen, waardoor ze enkele uren later geheel doorweekt waren.
Navarre was klam van de kou toen ze bij het kamp van de koningin aan waren gekomen.
De stilte werd vervangen door vele stemmen van soldaten. Navarre ging regelrecht naar de tent van de koningin toe, die te onderscheiden was van de andere tenten aan de donkerblauwe kleur, en stapte af, waarbij zijn laarzen in de modder terechtkwamen. De bewaker voor de tentopening boog voor de prins en zette een stap opzij, zodat Navarre naar binnen kon lopen. Cayden volgde in zijn kielzog. Het was binnen warmer, omdat de wind deze plek enkel deels bereikte.
'Moeder,' begroette Navarre haar, ondanks dat ze midden in een gesprek met iemand was.
'Ik spreek je later,' zei zijn moeder tegen de vreemde. De man boog voor de koningin en prins en verliet zonder tegenspraak de tent. Daarna liep ze op Navarre af en omhelsde hem stevig, ondanks dat Navarre doorweekt was. 'Hoe gaat het met je?' vroeg ze.
Navarre klemde zijn kaken op elkaar. De koningin trok zich terug en fatsoeneerde Navarres verwaaide, natte haren, terwijl ze hem aankeek met haar groene ogen. Dezelfde ogen als die Navarre had. 'Hoe het met mij gaat?' vroeg Navarre met lichte spot in zijn stem. 'Je weet het antwoord zelf ook wel.' Ze liet alleen Navarre toe om op zo'n toon tegen haar te praten. Anderen zouden waarschijnlijk hun hoofd verliezen.
Zarya liet haar blik over hem gaan. Ze richtte haar aandacht vervolgens op Cayden. 'Hoe is de reis verlopen? Waar zijn de andere soldaten?'
Cayden boog zijn hoofd voor haar en hield zijn gezicht neutraal. 'We hadden onderweg te maken met een klein probleempje. Een man was ons achterna gegaan. Toen we hem verhoorden, wilde hij niet zeggen waarom hij precies ons volgde. Ik heb een vermoeden dat hij een spion of huurmoordenaar was, maar dat hebben we niet kunnen bevestigen. En de prins wilde alleen mij mee hebben, omdat hij mijn kwaliteiten hoog acht.'
Natuurlijk moest hij dat nog even tegen zijn moeder vertellen om Navarre dwars te zitten. Navarre wist dat hij Cayden niet had moeten prijzen.
'Ik zei dat je minstens zes soldaten om je heen moet hebben, Navarre,' zei zijn moeder streng. 'Cayden is vaardig, ja, maar hij is maar één obstakel voor vijanden. En mijn zus heeft het liever niet dat hij zichzelf in gevaarlijke situaties wringt.'
'We kunnen onszelf redden. Maar ik wil het hebben over de zuivering waar jij me niets over hebt verteld.' Navarre had het via andere bronnen moeten horen, wat hem kwetste, want meestal was zijn moeder er open over tegen hem. Ze vertelde hem steeds minder, alsof ze hem niet meer vertrouwde.
'Je hebt ontelbaar veel vijanden, Navarre. Ik wil niet dat ze je pakken en jou de vreselijkste dingen aandoen. Je hebt daarom bescherming nodig. En ik beveel jou, Cayden, om de volgende keer niet meer alleen met mijn kind op pad te gaan. Navarre moet geëscorteerd worden met minstens zes soldaten, met minder neem ik geen genoegen. Je mag gaan.' Ze wuifde hem weg.
Cayden was zo verstandig om daar niet tegenin te gaan. Hij boog weer zijn hoofd en liep weg, als een gehoorzame soldaat. Navarre keek ernaar uit wanneer Cayden zijn bevelen zo gemakkelijk aanvaardde. Die tijd zou vast nooit aanbreken, want Cayden was allesbehalve gehoorzaam.
'Cayden was voldoende voor zo'n korte reis, Moeder.'
'Dat maakt mij niets uit. Je gaat dat niet meer doen.' Haar wil was wet.
Navarre zuchtte. 'Ik zal het niet meer doen.' Een leugen. Hij zou gek worden als hij steeds soldaten om zich heen moest hebben. 'En hoe zit het met de zuivering? Je weet dat je op mij kan rekenen en toch heb je me niet erover ingelicht. Laat mij helpen.'
'Dan zou ik geen goede moeder zijn.'
Het antwoord verbaasde hem. Ze had er nooit problemen mee gehad dat hij aan de zuiveringen meedeed. En nu ineens hield ze hem erbuiten.
'Waarom?'
'Ik had je nooit bij die zuiveringen mogen betrekken. Dat was mijn fout geweest. Je hebt genoeg aan je hoofd.' Ze glimlachte triest naar hem en legde haar hand op zijn wang. Dat gebaar irriteerde Navarre.
'Als je een goede moeder was geweest, had je geen zuiveringen uitgevoerd. Ik hielp mee, maar...' Navarre liet een paar seconden stilte vallen waarin hij twijfelde of hij dit moest bekennen. Het haalde eigenlijk niets uit. Hij mocht zich toch niet meer mengen in de zuiveringen en zijn moeder was onmogelijk om te praten. Dus hij vervolgde: 'Toch moest ik telkens eraan denken dat ik ook bij de slachtoffers hoorde.' Automatisch gleed zijn blik naar zijn linkerhand, waar de brandwond verstopt zat.
Zarya pakte die hand beet en zei streng: 'Dit verandert niets.'
'Het verandert alles,' zei Navarre. 'Anders had je niet mijn titel als kroonprins ontnomen. Je weet dat ik anders ben, dat ik altijd al anders ben geweest.'
'Jij bent van het maanrijk en dat blijf je.' En daarmee was het gesprek erover afgelopen. Navarre haalde zijn hand met een ruk weg. Van zijn moeder zou hij dus geen informatie meer over de zuiveringen krijgen. Ook goed, dan zou hij het proberen bij zijn connecties.
Even viel er een stilte, waarin enkel het getik van spetters op het tentdoek te horen was en het geroep van soldaten. 'Je was niet op tijd voor de inauguratie,' zei Navarre uiteindelijk, die haar blik niet ontmoette.
'Hoe deed Elwyn het?'
'Perfect,' antwoordde Navarre, die niet vertelde dat Elwyn zich tegen de zuivering had uitgesproken. Hij dacht niet dat zijn moeder daar erg tevreden over zou zijn, ook al zou ze het kunnen verwachten.
'Help je broer bij het leiderschap, Navarre, en houd je op de achtergrond.' Het waren de bevelen van een koningin.
'Je vraagt het onmogelijke van me.'
'En toch ga je het doen.' Ze wees naar de ingang van de tent, een teken dat ze was uitgepraat met hem. Toch zei ze nog op een zachtaardige toon: 'Denk op zijn minst na over mijn woorden.'
Navarre knikte chagrijnig en liep daarna weg om Cayden te zoeken. Hij zag hem op een boomstam zitten, afgezonderd van de rest. Cayden negeerde de nieuwsgierige blikken die de anderen zo nu en dan op hem wierpen. 'Ze wil dat ik niets te maken heb met de zuiveringen,' zei Navarre, die aan de andere kant van de stam plaatsnam. Hij plantte zijn laarzen in de zachte aarde en staarde voor zich uit, naar de bladeren van de bomen die zachtjes heen en weer wiegden. De dikke regendruppels waren afgenomen tot lichte spetters en ook de wind was iets gaan liggen. 'Dus van haar zal ik verder geen informatie erover krijgen.'
'Waarom weigert ze jou?'
'Ze zegt dat ik te veel aan mijn hoofd heb.'
Toen zag Navarre een bekende op hen af lopen, tussen de tenten door. Hij was makkelijk te herkennen aan zijn opvallende uiterlijk. Naast dat zijn huid haast net zo wit was als sneeuw, waren ook zijn haren dat. Enkel zijn ogen waren een tint donkerder, lichtgrijs. Niet voor niets werd hij ook wel de prins van ijs genoemd. Mensen dachten zelfs dat hij een uitverkorene van de Maan was, dat hij ijs zou kunnen sturen, de kracht naast de duisternis, ook al wist Navarre dat hij geen magie bezat. Iedereen dacht daardoor dat hij een machtig man was, ook omdat hij de zoon was van de leidster van Calas, de provincie die in de buurt van Lycoris lag, maar intussen werd hij wel overstegen door zijn vier oudere zussen. In tegenstelling tot wat anderen dachten, had Eragen geen enkele zeggenschap.
'Eragen,' begroette Navarre hem.
'Het is nergens voor nodig om zo stijf te doen nu,' zei de man met een stralende lach op zijn gezicht, die tussen hem en Cayden in ging zitten. Ondanks dat Navarre hem heel zijn leven kende, stond hij er nog altijd van versteld hoe knap Eragen was met zijn bijzondere uiterlijk. Hij kreeg zowel veel aandacht van vrouwen als van mannen. Eragen genoot met name van de vrouwen. 'En wie ben jij?' vroeg hij geïnteresseerd aan Cayden.
'Cayden Chamos.'
'De hoftrainer van Nirvelli dus. Je blijkt een goeie te zijn.'
'Ja, dat klopt.'
'Op de prins aan het passen, zie ik?'
'Helaas wel, anders overleeft hij het niet, hè?' Natuurlijk praatte Cayden maar al te graag mee over zo'n onderwerp.
'Nee, hij is niet op me aan het passen,' zei Navarre kortaf, toen Eragen een lachje niet kon onderdrukken. Hij gaf Eragen een schop tegen zijn scheenbeen.
'Hé, blijf met je gore modderpoten van me af.' Niet dat er extra modder op zijn broek te zien was, die was al vies geweest. Eragen leek het ook niet erg te vinden. De lach stond nog steeds op zijn gezicht. 'Ondanks je onbeschofte gedrag, wil ik even met je praten, Navarre. Heb je tijd?' vroeg Eragen, met een blik op Cayden.
Navarre had er niet zo veel zin in om met Eragen te praten, maar zei toch: 'Als ik ben uitgepraat met Cayden, zoek ik je op.'
Eragen gaf Navarre een vriendschappelijke klap op de schouder en stond weer op. Met samengespleten ogen staarde Navarre hem na.
'Dus je bent bevriend met Eragen Bregalis,' zei Cayden, toen hij buiten gehoorsafstand was. 'Vertrouwt hij jou?'
'We kennen elkaar al van kinds af aan en als goed is ziet hij mij nog altijd als een vriend die hij kan vertrouwen. We hebben elkaar alleen jarenlang niet meer gesproken door bepaalde omstandigheden.' Er was een tijd geweest waarin Navarre hem ook had kunnen vertrouwen, maar hij wist niet meer zo goed wat hij van hem moest denken.
'Bepaalde omstandigheden,' mompelde Cayden, maar hij vroeg er niet naar. 'En vertrouwt de koningin hem?'
'Niet helemaal volgens mij, maar Eragen is geliefd onder de soldaten. Ze weten dat ze op hem kunnen rekenen en altijd met hem een praatje kunnen maken.'
'Hij is vast een goede bron van informatie.'
'Ik zal contact met hem blijven houden,' zei Navarre bedachtzaam. 'Ik ben zelf ook benieuwd wat hij allemaal weet over de zuivering.'
Bạn đang đọc truyện trên: AzTruyen.Top